Organisatie | Putten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING OP DE RAADSCOMMISSIES Vastgesteld bij besluit van de raad van 4 september 2003, nr. GRIFFIER/2003/6662 en gewijzigd bij besluit van de raad van 8 mei 2006 nr. GRIFFIER/2006/5986 (1e), 7 september 2006, nr. GRIFFIER/2006/8375 (2e), 26 april 2007 nr. GRIFFIER/2007/5773 (3e), 6 maart 2008 nr. BPO/2007/17037 (4e), 22 april 2010 nr. 185999 (5e), 30 juni 2011 nr. 209598 (6e), 30 juni 2011 nr. 228486 (7e), 12 januari 2012 nr. 242518 (8e), 20 mei 2014 nr. 357743 (9e), 28 januari 2016 nr. 435339 (10e), 29 september 2016 nr. 446985 (11e), 7 mei 2018, nr. 700172 (12e) |
Citeertitel | Verordening op de raadscommissies |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
12e wijziging
Gemeentewet, art. 82
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-06-2018 | wijziging diverse artikelen | 17-05-2018 | 700173 | ||
14-10-2016 | 22-06-2018 | Vervallen art. 2.5, 2.6, 4.6, 5, 6.7, 8, 9, 10, 12.1, 12.5, 13.2, 14.2, 19, 20, 22, 23.2, 24.1, 25, 30, 34: Wijziging: art. 7.1, art. 12.2 art. 15: toevoeging art. 29.3 | 29-09-2016 GVOP 141451 | 446983 | |
13-04-2016 | 14-10-2016 | Artikel 5 lid 1 | 28-01-2016 GVOP 44429 | 357743 | |
04-07-2014 | 28-01-2016 | diverse artikelen | 20-05-2014 GVOP 35556 | 357743 | |
02-02-2012 | 04-07-2014 | art. 4 lid 7, art. 5 lid 3, art. 12 lid 1 en 2, art. 12 lid 4 | 12-01-2012 Puttens Weekblad 25 januari 2012 | 242518 | |
21-07-2011 | 02-02-2012 | art. 2, lid 5 en art. 10 lid 1 | 30-06-2011 De Puttenaer 13 juli 2011 | 228486 | |
21-07-2011 | 21-09-2011 | art. 4 derde en vijfde lid, art. 17 eerste en zevende lid | 30-06-2011 De Puttenaer 13 juli 2011 | 209598 | |
21-07-2011 | 21-09-2011 | artikel 5, lid 2 | 22-04-2010 De Puttenaer 13 juli 2011 | 185999 | |
10-04-2008 | artikel 7 | 06-03-2008 Puttens Weekblad 09-04-2008 | BPO/2007/17037 | ||
31-05-2007 | Wijziging artikel 4 | 26-04-2007 Puttenaer 30-05-2007 | 26-04-2007 | ||
21-09-2006 | Wijziging,Art. 2.2, 2.3, 2.4 | 07-09-2006
| GRIFFIER/2006/8375 | ||
18-05-2006 | Wijziging artikel 4 | 08-05-2006
| GRIFFIER/2006/5986 | ||
01-01-2004 | 14-10-2016 | nieuwe regeling | 04-09-2003 De Puttenaer 24-09-2003 | GRIFFIER/2003/6662 |
HOOFDSTUK 2 Instelling, Taken en Samenstelling
Artikel 2 Instelling raadscommissies
De commissie Economie, Bestuur en Openbare Ruimte overlegt over financiën, economie, recreatie en toerisme, openbare ruimte (inclusief mobiliteit), openbare orde en veiligheid, organisatieontwikkeling en bedrijfsvoering, burgerzaken, internationale betrekkingen, handhavingsbeleid, regionale samenwerking, burgerparticipatie en communicatie, projecten dorpscentrum, dienstverlening (incl. gebouwen) en nieuwe woningbouwlocaties, en duurzaamheid.
De raad kan per fractie in plaats van raadsleden als bedoeld in lid 1 van dit artikel ook personen van buiten de raad tot commissielid benoemen. Indien de benoeming binnen 36 maanden na de raadsverkiezingen plaatsvindt, hoeven deze personen niet op de kandidatenlijst gestaan te hebben tijdens de laatste verkiezingen van de raad.
Voordat een commissielid, geen raadslid zijnde, zijn functie mag uitoefenen, legt hij in het openbaar in handen van de burgemeester de volgende eed (belofte) af: "Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de raadscommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de commissie naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!" ("Dat verklaar en beloof ik!").
Artikel 6 Zittingsduur en vacatures
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Artikel 17 Spreekrecht burgers
Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over elk willekeurig onderwerp dat tot het taakveld van de desbetreffende raadscommissie behoort. Aanwezige burgers die het woord willen voeren met betrekking tot een onderwerp dat op de agenda staat kunnen het woord voeren voorafgaand aan de behandeling van het betreffende agendapunt.
De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger. Ook kunnen de leden door de commissievoorzitter in de gelegenheid worden gesteld aan de spreker vragen te stellen over hetgeen hij heeft gezegd.
Wanneer commissieleden over hetgeen is ingesproken of over het agendapunt waaraan voorafgaand is ingesproken, hebben gesproken, krijgt de spreker eenmaal de gelegenheid hierop te reageren gedurende maximaal 1,5 minuut. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.
De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht een voorstel tot wijziging van de besluitenlijst aan de raadscommissie te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de vaststelling van de besluitenlijst bij de commissiesecretaris te worden ingediend.
Artikel 24 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaatsheeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
HOOFDSTUK 5 BESLOTEN VERGADERING
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
De notulen van een besloten vergadering worden aan de leden ter vaststelling toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep voor de volgende besloten vergadering, tenzij niet bekend is wanneer de volgende besloten vergadering wordt gehouden. In dat geval worden deze notulen ter vaststelling aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep voor de volgende openbare vergadering. Een besloten vergadering wordt dan na afloop van de openbare vergadering gehouden.
Artikel 31 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.