Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Putten

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Putten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePutten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de rekenkamercommissie gemeente Putten
CiteertitelVerordening rekenkamercommissie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur en recht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet 81oa

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-03-200619-07-2012nieuwe regeling

02-03-2006

De Puttenaer, 15-03-2006

IZ/2005/21897

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Putten

Vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad op 7 april 2005 nr. GRIFFIER/2005/1186 en gewijzigd bij besluit van de raad van 2 maart 2006 nr. GRIFFIER/2006/2513 (1e)

 

VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE PUTTEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

wet:

Gemeentewet;

b.

commissie:

rekenkamercommissie;

c.

voorzitter:

voorzitter van de rekenkamercommissie;

d.

college:

college van burgemeester en wethouders;

e.

raad:

de raad van de gemeente Putten;

f.

raden:

de raden van de gemeenten Elburg, Nunspeet, Oldebroek en Putten gezamenlijk;

g.

rekenkamercommissie:

de lokale rekenkamercommissie van de gemeenten Elburg, Nunspeet, Oldebroek en Putten afzonderlijk.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een commissie die door elk van de raden wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2.

    De rekenkamercommissies van Elburg, Nunspeet, Oldebroek en Putten bestaan uit drie gezamenlijk te werven externen. De rekenkamercommissie van Elburg bestaat naast deze drie externen mede uit twee leden van de raad van Elburg.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1.

    De raden benoemen de leden, waaronder de voorzitter.

  • 2.

    De onder artikel 3.1 bedoelde personen vormen samen de rekenkamercommissie van de gemeente Oldebroek.

  • 3.

    De onder artikel 3.1 bedoelde personen vormen samen de rekenkamercommissie van de gemeente Nunspeet.

  • 4.

    De onder artikel 3.1 bedoelde personen vormen samen de rekenkamercommissie van de gemeente Putten.

  • 5.

    De onder artikel 3.1 bedoelde personen, met twee leden van de raad, vormen samen de rekenkamercommissie van de gemeente Elburg.

  • 6.

    De externe leden worden voor de eerste keer tot 1 juni 2008 benoemd en daarna steeds voor een periode van vier jaar.

  • 7.

    De leden die tevens raadslid zijn worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad aangewezen.

  • 8.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste externe lid in jaren.

  • 9.

    Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van de rekenkamercommissie pleegt de raad overleg met de rekenkamercommissie.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van overeenkomstige toepassing.

5 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is om de functie van lid van de commissie te vervullen.

  • 3.

    Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      bij einde van de benoemingsperiode.

  • 4.

    De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • 1.

    De externe voorzitter en de externe leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie alsmede een onkostenvergoeding.

  • 2.

    De vergoedingen genoemd in het eerste lid komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de rekenkamercommissie.

  • 2.

    De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4.

    De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3.

    De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen twee maanden in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad c.q. de raden tussentijds te informeren.

  • 3.

    De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5.

    De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6.

    De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8.

    De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie nog meer als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9.

    Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Budget

  • 1.

    De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      eventuele interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      eventuele externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de 'Verordening rekenkamercommissie'.