Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Putten

Verordening sportsubsidies gemeente Putten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePutten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening sportsubsidies gemeente Putten
CiteertitelVerordening sportsubsidies gemeente Putten
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Geen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200401-04-2011nieuwe regeling

01-01-2004

De Puttenaer 14-07-2004

IZ/2005/12008

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening sportsubsidies gemeente Putten

Vastgesteld bij besluit van de raad van 1 juli 2004, nr. WB/2004/9071

 

VERORDENING SPORTSUBSIDIES GEMEENTE PUTTEN

Artikel 1 Inleiding

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

sport:

de activiteiten die zich richten op de sportbeoefening;

b.

instelling:

elke organisatie of groepering van personen, die zonder winstoogmerk werkzaam is in een aanwijsbaar sportbelang van de Puttense gemeenschap,

c.

jeugdlid:

een jeugdlid is een in Putten woonachtig lid van de vereniging tot de leeftijd van 18 jaar.

Artikel 2

Voor zover bij deze verordening niet anders is bepaald, vinden de bij de "Algemene Subsidieverordening gemeente Putten" gestelde voorwaarden en regelen zoveel mogelijk overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 Subsidiegerechtigden

Voor subsidie op grond van deze verordening kunnen in aanmerking komen:

de in de gemeente Putten gevestigde instellingen, die zich in amateurverband bezig houden met de sport in de gemeente Putten, die zijn aangesloten bij een landelijke, provinciale of regionale rechtspersoonlijkheid bezittende bond of organisatie en voorts ten minste 20 actieve leden tellen;

Artikel 4 Subsidiegrondslag

  • 1.

    Subsidies worden onderscheiden in:

    • a.

      eenmalige subsidies;

    • b.

      jaarlijkse subsidies.

  • 2.

    Voor instellingen bedoeld in artikel 3, kan het subsidie bestaan uit de volgende bestanddelen:

    • a.

      een basissubsidie en een subsidie per jeugdlid/gehandicapte;

    • b.

      een investeringssubsidie.

  • 3.

    De gemeenteraad bepaalt elk jaar bij de vaststelling van de gemeentebegroting de bedragen, geldende voor de in lid 2, van dit artikel genoemde bestanddelen.

Artikel 5 Boekjaar, voorschot en afrekening

  • 1.

    Het boekjaar van een instelling welke een jaarlijks subsidie ontvangt, loopt gelijk met het kalenderjaar.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen toestaan dat van het bepaalde in lid 1 van dit artikel wordt afgeweken.

  • 3.

    Het jaarlijks subsidie wordt in twee gedeelten uitbetaald, waarvan één deel, ter grootte van 80% van het bedrag dat burgemeester en wethouders als definitief subsidie over het daaraan voorafgaande boekjaar hebben vastgesteld, als voorschot en een deel als afrekening na de definitieve vaststelling van het subsidie op grond van de jaarrekening van de instelling.

  • 4.

    Voor zover het bepaalde in lid 2 van dit artikel niet van toepassing is, wordt het eerste gedeelte van het subsidie uitbetaald voor 1 mei en het tweede gedeelte binnen een maand na vaststelling van het definitieve subsidie.

  • 5.

    Terugbetaling van te veel uitbetaald subsidie zal geschieden in overleg met burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat te veel uitbetaald subsidie wordt verrekend met het voorschot op het subsidie voor het daaropvolgende jaar.

Artikel 6 Schuldvergelijking

Indien een instelling na afloop van een subsidiejaar nog schulden heeft aan de gemeente, die wederzijds worden erkend, kan het toe te kennen subsidie voor het volgende jaar worden verminderd met het bedrag van de schulden.

Artikel 7 Eenmalige subsidies, termijnen en verstrekken gegevens

  • 1.

    De instelling die in aanmerking wenst te komen voor een eenmalig subsidie, dient de volgende bepalingen in acht te nemen:

    • a.

      de subsidieaanvraag moet bij burgemeester en wethouders worden ingediend vóór 1 juni van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarin de instelling een aanvang maakt met de realisering van de activiteit en/of voorziening waarvoor geldelijke steun wordt gevraagd;

    • b.

      bij de aanvraag moet worden overgelegd de op de activiteit en/of voorziening betrekking hebbende begroting van inkomsten en uitgaven, voorzien van een duidelijke toelichting op de begrotingsposten.

Artikel 8
  • 1.

    De instelling, welke een eenmalige subsidie is toegekend is verplicht ter definitieve vaststelling van het subsidiebedrag door burgemeester en wethouders binnen dertien weken na de realisering van de gesubsidieerde activiteit en/of voorziening aan burgemeester en wethouders de navolgende bescheiden/gegevens over te leggen:

    • a.

      de door het bestuur van de instelling gewaarmerkte rekening van inkomsten en uitgaven betrekking hebbende op de gesubsidieerde activiteit en/of voorziening, alsmede een op deze rekening betrekking hebbende duidelijke toelichting;

    • b.

      een verslag van de activiteiten waarop het subsidie betrekking heeft.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat naast de in lid 1 van dit artikel genoemde stukken de door hen voor een juiste vaststelling van het subsidiebedrag noodzakelijk geachte, op de gehele instelling betrekking hebbende financiële gegevens worden overgelegd.

Artikel 9 Jaarlijks subsidie, termijnen en verstrekken gegevens

  • 1.

    Een nieuwe aanvraag om een jaarlijks subsidie moet door het bestuur van een instelling bij burgemeester en wethouders worden ingediend vóór 1 juni van het jaar, voorafgaande aan dat, waarvoor het wordt gevraagd, waarbij, voor zover mogelijk, wordt overgelegd:

    • a.

      de statuten of het reglement van de instelling;

    • b.

      een opgave van de bestuurssamenstelling;

    • c.

      de exploitatierekening over het afgelopen jaar en de balans op de laatste dag van dat jaar;

    • d.

      de begroting van inkomsten en uitgaven voor het lopende boekjaar, voorzien van een toelichting;

    • e.

      de begroting van inkomsten en uitgaven voor het volgende boekjaar, voorzien van een toelichting;

    • f.

      een beschrijving van de organisatievorm, de werkwijze, het werkgebied en de voorgenomen activiteiten;

    • g.

      een ledenlijst naar de toestand op 1 januari van het jaar, voorafgaand aan dat waarop de aanvraag om subsidie betrekking heeft, alsmede een exemplaar van de contributie- of bijdrageregeling;

    • h.

      een verklaring waaruit blijkt of de instelling bij andere overheidsinstanties, particuliere personen, instellingen en/of fondsen subsidie heeft aangevraagd of zulks een subsidie reeds is toegezegd, dan wel is verkregen.

  • 2.

    Een aanvraag, welke strekt ter voortzetting van een reeds eerder aan de instelling toegekend jaarlijks subsidie, moet door het bestuur van een instelling worden ingediend vóór 1 juni van het jaar, voorafgaand aan dat, waarvoor het wordt gevraagd, waarbij dient te worden overgelegd, de bescheiden/gegevens bedoeld in het eerste lid onder a. en b., althans voor zover wijzigingen zijn opgetreden, onder e. en f., onder g., althans voor zover niet eerder verzonden, en onder h.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen een instelling die een jaarlijks subsidie ontvangt verplichten een meerjarenplan, waaruit het in de toekomst door de instelling te voeren beleid duidelijk blijkt en een meerjarenbegroting over te leggen.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen bepalen, dat van de in dit artikel gestelde termijn wordt afgeweken, dan wel bepaalde bescheiden/gegevens niet overgelegd behoeven te worden. Deze bepaling is eveneens van toepassing in het geval een instelling jaarlijks een gering subsidiebedrag ontvangt.

Artikel 10
  • 1.

    De instelling waaraan een jaarlijks subsidie is toegekend dient vóór 1 april van het jaar onmiddellijk volgende op dat waarover subsidie is genoten een aanvraag tot definitieve vaststelling c.q. uitbetaling van het subsidie in te zenden, vergezeld van:

    • a.

      de exploitatierekening over het jaar, waarover het subsidie is genoten, vergezeld van de balans op de laatste dag van dat jaar;

    • b.

      een rapport van de kascontrolecommissie, getekend door de penningmeester en ten minste 2 leden van de genoemde commissie van de instelling of een rapport van een accountant over het jaar waarvoor subsidie wordt genoten;

    • c.

      een verslag van de werkzaamheden/activiteiten van de instelling over het jaar waarover subsidie is genoten;

    • d.

      een door het bestuur getekende lijst met namen van de jeugdleden/ gehandicapte contribuanten;

    • e.

      een opgave van de subsidies en bijdragen, ontvangen van het Rijk, de provincie, andere gemeenten, particuliere personen, instellingen en fondsen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen het bedrag van het subsidie definitief vast, zonodig met verrekening van de toegekende voorschotten.

  • 3.

    Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste lid van dit artikel is de instelling uitgesloten van de toekenning van subsidie voor het komende jaar, tenzij het bepaalde in het vierde lid van dit artikel van toepassing is.

Artikel 11 Opheffing instelling

Indien een subsidieontvangende instelling wordt opgeheven, dient het bestuur daarvan onmiddellijk kennis te geven aan burgemeester en wethouders.

Artikel 12 Inrichting financiële administratie

De financiële administratie van de instelling moet zodanig zijn ingericht, dat een juist overzicht kan worden verkregen van de bezittingen, vorderingen en schulden van de instelling en van de verkregen exploitatieresultaten.

Artikel 13 Wijziging statuten

Alvorens deze formeel worden vastgesteld, dienen wijzigingen in de statuten, de stichtingsakte en/of het reglement van een subsidiegenietende instelling terstond ter kennis van burgemeester en wethouders te worden gebracht. Eventuele opmerkingen zullen binnen acht weken na ontvangst van de kennisgeving door burgemeester en wethouders kenbaar worden gemaakt.

Artikel 14 Verzekering

Een subsidiegenietende instelling is verplicht haar roerende en onroerende bezittingen behoorlijk te verzekeren en verzekerd te houden, alsmede andere door burgemeester en wethouders aan te duiden risico's, waartoe onder meer gerekend moet worden een verzekering tot dekking van schade, voortvloeiende uit de wettelijke aansprakelijkheid van besturen en leidinggevende personen.

Artikel 15 Herziene beslissing

Burgemeester en wethouders kunnen een genomen beslissing al dan niet op verzoek herzien, wanneer in de loop van het jaar blijkt, dat in de redenen, die tot toekenning of afwijzing van het verzoek om subsidie hebben geleid, verandering is gekomen.

Artikel 16 Bijzondere bepalingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:

  • a.

    van de bepalingen van deze verordening af te wijken;

  • b.

    naast de bepalingen van deze verordening bijzondere voorwaarden aan het verlenen van een subsidie te verbinden.

Artikel 17 Besluitvorming

  • 1.

    Beslissingen over de toekenning van jaarlijkse subsidies worden, tenzij de verordening anders bepaalt, voor de aanvang van het op de subsidieaanvraag betrekking hebbend jaar aan de instelling medegedeeld.

  • 2.

    Indien het niet mogelijk is een beslissing te nemen binnen de in het eerste lid van dit artikel gestelde termijn wordt de subsidievragende instelling hiervan voor het verstrijken van bedoelde termijn onder opgaaf van redenen mededeling gedaan.

Artikel 18 Commissie voor Samenleving

Indien door een instelling voor de eerste maal een aanvraag om subsidie wordt ingediend, neemt het college van burgemeester en wethouders hierop geen beslissing dan na advies van de commissie voor Samenleving.

Artikel 19 Buiten toepassing verordening

De in deze verordening gestelde voorwaarden en bepalingen kunnen buiten toepassing worden verklaard, indien en voor zover:

  • a.

    bij een wet, een algemene maatregel van bestuur of een provinciale verordening afwijkende regelen zijn gesteld met betrekking tot onderwerpen, waarin deze verordening voorziet;

  • b.

    door het Rijk en/of de provincie regelen zijn vastgesteld, waarbij het door deze beide of één van beide te verlenen subsidie afhankelijk wordt gesteld van het verlenen van een gemeentelijk subsidie op andere dan in deze verordening gestelde voorwaarden.

Artikel 20 Inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 1.

    Bij het inwerking treden van deze verordening wordt de Verordening sportsubsidies gemeente Putten, vastgesteld d.d. 2 december 1993, sedertdien gewijzigd, geacht te zijn ingetrokken met dien verstande dat zij van toepassing blijft op besluiten die zijn genomen op grond van de in dit artikel genoemde verordening.

  • 2.

    De verordening treedt in werking op 1 januari 2004.

  • 3.

    De verordening kan worden aangehaald als: Verordening sportsubsidies gemeente Putten.