HOOFDSTUK 3 CRITERIA VOOR HET VERLAGEN VAN DE BIJSTANDSNORM OF TOESLAG
Artikel 4 Verlaging gehuwden
- 1.
De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die een woning delen met één ander.
- 2.
De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die een woning delen met meer dan één ander.
- 3.
Het vierde lid van artikel 3 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5 Verlaging woonsituatie
De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn.
Artikel 6 Verlaging toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar
- 1.
De verlaging als bedoeld in artikel 29 van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 21 of 22 jaar betreft.
- 2.
In afwijking van lid 1 wordt de verlaging vastgesteld op de hoogte van de op grond van artikel 3 toegekende toeslag, indien deze toeslag minder bedraagt dan de verlaging waartoe toepassing van lid 1 zou leiden.
Artikel 7 Anti-cumulatiebepaling
De toepassing van de artikelen 3 tot en met 6 geschiedt zodanig, dat de toepasselijke bijstandsnorm voor belanghebbende ten minste bedraagt de norm als bedoeld in artikel 21 van de wet.
HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN
Artikel 8 Uitvoering
De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 9 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand 2004.
Artikel 10 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.
De Verordening Algemene bijstandswet wordt ingetrokken per 1 januari 2004.