Organisatie | Putten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting in de omgeving van de Hogesteeg |
Citeertitel | Verordening baatbelasting Hogesteeg |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën en economie |
Geen
Gemeentewet, art. 222
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-10-2001 | 31-12-2006 | nieuwe regeling | 19-10-2001 onbekend | IZ/2000/11484 |
De raad van de gemeente Putten;
Vastgesteld bij besluit van de raad van 5 mei 1977, nr. 77-V-9 en gewijzigd bij besluit van de raad van 3 maart 1988, nr. 4115d, 6 december 1990, nr. 4938r, 19 mei 1994, nr. 1654d, 1 december 1994, nr. 4252.l, 5 maart 1998, nr. 980468m, 7 januari 1999, nr.984900f en 19 oktober 2001 nr. FIN/2001/13715 (7e)
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EEN BAATBELASTING IN DE OMGEVING VAN DE HOGESTEEG
Artikel 1 Aard van de belasting
In deze gemeente wordt onder de naam van "baatbelasting Hogesteeg" een belasting geheven ter zake van de op de bij deze verordening gevoegde en daarvan deel uitmakende tekening met rood en geel omlijnde onroerende goederen, die gebaat zijn door de van gemeentewege tot stand gebrachte verbetering en verharding van het gedeelte van de Hogesteeg, gelegen tussen de Donkeresteeg en de Tintelersteeg, zulks ter verkrijging van een billijke bijdrage in de kosten van die totstandbrenging.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
De grondslag, waarnaar de belasting wordt geheven, is de oppervlakte van het onroerend goed, waarbij de oppervlakte van een gebouwd eigendom met zijn gebouwde aanhorigheden, daaronder niet begrepen de ondergrond van die gebouwde eigendom met zijn gebouwde aanhorigheden, gelijk wordt gesteld met twee hectaren ongebouwde eigendom.
Artikel 5 Aftrek ter voorkoming van dubbele baatbelasting
Het bedrag der belasting berekend overeenkomstig art. 4 van de percelen, kadastraal bekend gemeente Putten, sectie H, nummers 1746, 1747, 1749, 1753, 1754, 1755 en 1756, wordt gedurende de belastingjaren 1977 tot en met 1994 verminderd met dat bedrag aan belasting, dat voor die percelen verschuldigd is ingevolge art. 3, sub XII, van de verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting in de gemeente Putten, vastgesteld door de raad der gemeente Putten op 27 mei 1960, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 20 juli 1960, nummer 18, sedertdien gewijzigd.
Artikel 10 Tijdstip van betaling
De belasting is invorderbaar in één termijn, welke vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting.