Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Putten

Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting in het recreatiegebied Krachtighuizen en omgeving

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePutten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van een baatbelasting in het recreatiegebied Krachtighuizen en omgeving
CiteertitelVerordening baatbelasting Krachtighuizen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 222

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-10-200131-12-2007nieuwe regeling

19-10-2001

onbekend

IZ/2000/10826
19-10-200131-12-2007nieuwe regeling

19-10-2001

onbekend

IZ/2000/10826

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting in het recreatiegebied Krachtighuizen en omgeving

De raad van de gemeente Putten;

Vastgesteld bij besluit van de raad van Vastgesteld bij besluit van de raad van 3 maart 1977,

nr. 77-III-17 en gewijzigd bij besluit van de raad van 5 april 1979, nr. 79-IV-15, 3 maart 1988,

nr. 4115c, 6 december 1990, nr. 4938p, 19 mei 1994, nr. 1654c, 1 december 1994, nr. 4252.m,

5 maart 1998, nr. 980468n, 7 januari 1999, nr. 984900e en 19 oktober 2001 nr. FIN/2001/13710 (8e)

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EEN BAATBELASTING IN HET RECREATIEGEBIED KRACHTIGHUIZEN EN OMGEVING

Artikel 1 Aard van de belasting

In deze gemeente wordt onder de naam van "baatbelasting Krachtighuizen" geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van gebouwde en ongebouwde onroerende goederen, die gebaat zijn door de van gemeentewege tot stand gebrachte verharding, verbreding en verbetering van wegen zoals die omlijnd in oranje, groene en paarse kleur aangeduid zijn op de bij deze verordening gevoegde en daarvan deel uitmakende tekening nr. 1, m.u.v. de percelen gelegen op de hoek Voorthuizerstraat, Sprielderweg, kadastraal bekend gemeente Putten, sectie C, 8600 en C 8981 (oud C 4779);

  • b.

    een belasting ter zake van gebouwde en ongebouwde onroerende goederen, die gebaat zijn door de van gemeentewege tot stand gebrachte riolering, zoals die omlijnd in rode, groene en gele kleur zijn aangeduid op de bij deze verordening gevoegde en daarvan deel uitmakende tekening nummer 2;

    zulks ter verkrijgen van een billijke bijdrage in de kosten van de totstandkoming van die werken.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is hij die krachtens zakelijk recht het genot heeft van een in art. 1 bedoeld onroerend goed.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3.

    Indien met betrekking tot eenzelfde onroerend goed meer dan één genothebbende krachtens zakelijk recht kan worden aangewezen, wordt de aanslag gesteld t.n.v. één van hen met de toevoeging van de afkorting "c.s.".

Artikel 3 Belastinggrondslag

  • 1.

    De grondslag, waarnaar de belasting, als bedoeld in art. 1, sub a, wordt geheven, is de oppervlakte van het onroerend goed aan het begin van het belastingjaar zoals vermeld in de kadastrale leggers, waarbij onroerende goederen

    • -

      die belenden aan verharde of verbeterde wegen, met uitzondering van bos- en heidegronden, worden ingedeeld in klasse I:

    • -

      die niet belenden aan verharde of verbeterde wegen, welke een recreatieve bestemming hebben, worden ingedeeld in klasse II;

    • -

      die niet vallen onder klasse I of klasse II, worden ingedeeld in klasse III;

  • 2.

    De grondslag, waarnaar de belasting, als bedoeld in art. 1, sub b, wordt geheven is:

    • a.

      voor de gebouwde onroerende goederen het aantal gebouwde onroerende goederen of gedeelten daarvan, welke in hoofdzaak zijn bestemd of worden gebruikt voor woondoeleinden, waarbij gebouwde onroerende goederen worden ingedeeld in:

      • -

        klasse I, indien zij zijn gelegen op minder dan 50 meter afstand van het riool;

      • -

        klasse II, indien zij zijn gelegen op meer dan 50 meter afstand van het riool;

    • b.

      voor de ongebouwde onroerende goederen de oppervlakte van het onroerende goed aan het begin van het belastingjaar zoals vermeld in de kadastrale leggers, met dien verstande, dat bij de berekening van de oppervlakte alleen die oppervlakte wordt meegenomen, waarop ingevolge het recreatieplan Krachtighuizen een recreatieve bestemming rust.

Artikel 4 Bedrag der belasting

  • 1.

    De belasting als bedoeld in art. 1, sub a, bedraagt per hectare oppervlakte van het onroerend goed in:

    klasse I, op tekening nr. 1 oranje omlijnd

    € 108,91

    klasse II, op tekening nr. 1 groen omlijnd

    € 87,13

    klasse III, op tekening nr. 1 paars omlijnd

    € 7,26

  • 2.

    De belasting als bedoeld in art. 1, sub b, bedraagt:

    a.

    per gebouwd onroerend goed in:

     

     

    klasse I, op tekening nr. 2 rood gekleurd

    € 29,50

     

    klasse II, op tekening nr. 2 groen gekleurd

    € 14,75

    b.

    per hectare oppervlakte van het onroerend goed, op tekening nr. 2 geel omlijnd

    € 58,99

  • 3.

    Het bedrag der belasting wordt op 0,50 euro naar boven afgerond.

  • 4.

    Geen aanslag wordt opgelegd, indien het bedrag daarvan minder dan € 4,50 beloopt.

Artikel 5 Duur van de belasting en belastingjaar

  • 1.

    De belasting wordt geheven gedurende dertig achtereenvolgende belastingjaren.

  • 2.

    Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Afkoop

  • 1.

    De belasting kan op verzoek van de belastingplichtige voor de ten tijde van de indiening van het verzoek nog niet aangevangen belastingjaren ineens worden voldaan.

  • 2.

    De afkoopsom als bedoeld in het eerste lid, wordt bepaald op de contante waarde van de nog te verschijnen belastingbedragen, berekend naar een rentevoet van acht en driekwart ten honderd.

Artikel 8 Tijdstip van betaling

De belasting is invorderbaar in één termijn, welke vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting.

Artikel 10 Kwijtschelding

Met betrekking tot de in deze verordening genoemde belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De ingang van heffing wordt bepaald op 1 januari 2002.

  • 3.

    Zij kan worden aangehaald als "Verordening baatbelasting Krachtighuizen".