Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Putten

Regeling met betrekking tot de heffing van de gemeentelijke belastingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePutten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling met betrekking tot de heffing van de gemeentelijke belastingen
CiteertitelRegeling heffing gemeentelijke belastingen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen is mogelijk niet compleet. Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het ontstaan van de regeling en de eerste opgenomen wijziging daarvan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 14, lid 1
  2. Gemeentewet, onderdeel a, en lid 3, art. 231, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-03-2000nieuwe regeling

20-03-2000

onbekend

IZ/2000/10743
20-03-200019-08-2010nieuwe regeling

20-03-2000

onbekend

IZ/2000/10743

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling met betrekking tot de heffing van de gemeentelijke belastingen

De raad van de gemeente Putten;

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten van 20 maart 2000.

 

REGELING MET BETREKKING TOT DE HEFFING VAN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGEN

Artikel 1 Reikwijdte van de regeling

De in deze regeling opgenomen regels gelden bij de heffing van de gemeentelijke belastingen op grond van de onderscheiden belastingverordeningen voorzover deze regels in artikel 4 voor de betreffende gemeentelijke belasting van toepassing is verklaard.

Artikel 2 Aangifte

  • 1.

    De belastingplichtinge die niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

Artikel 3 Voorlopige aanslag

Na de aanvang van het belastingjaar of het kalenderjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd of kan van de belastingplichtige een voorlopig bedrag worden gevorderd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag of het gevorderde bedrag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 4 Gelding voor gemeentelijke belastingen

Met betrekking tot:

  • a.

    de onroerende-zaakbelastingen vindt artikel 2, eerste lid toepassing;

  • b.

    de forensenbelasting vinden de artikelen 2, eerste lid, en 3 toepassing;

  • c.

    de toeristenbelasting vinden de artikelen 2, eerste lid, en 3 toepassing;

  • d.

    de hondenbelasting vindt de artikel 2 toepassing;

  • e.

    de rioolrechten vinden de artikelen 2, eerste lid, en 3 toepassing.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling heffing gemeentelijke belastingen.