Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Procedureregeling planschadevergoeding 2005 |
Citeertitel | Procedureregeling planschadevergoeding 2005 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting bij de Proceduregeling planschade 2005 |
De regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-11-2005 | nieuwe regeling | 22-11-2005 Stadsblad, 25-11-2005 | B&W 05.1283 |
Burgemeester en wethouders van Leiden;
Overwegende, dat het - gezien de wet tot wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening inzake planschadevergoeding (Kamerstuk 29490) - wenselijk is om een procedureregeling planschade-vergoeding vast te stellen;
gelet op de artikelen 49 en 49a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening,
vast te stellen de Procedureregeling planschadevergoeding 2005
derde-belanghebbende: degene als bedoeld in artikel 49a WRO die heeft verzocht om ten behoeve van de verwezenlijking van een project een bestemmingsplan te herzien of te wijzigen dan wel om vrijstelling te verlenen, anders dan bedoeld in artikel 31a of 31b WRO, en die met de gemeente een overeenkomst heeft gesloten inhoudende dat geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening komt de schade die rechtstreeks haar grondslag vindt in het besluit op dit verzoek en waarvan aanvrager vergoeding vraagt;
Artikel 2: Indiening van de aanvraag en mededeling van ontvangst
Het college tekent de datum van ontvangst van de aanvraag als bedoeld in het eerste lid onverwijld aan op het formulier waarbij de aanvraag is ingediend. De ontvangst wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan aanvrager. Van de aanvraag wordt een afschrift toegezonden aan de derde-belanghebbende.
In de mededeling van ontvangst wijst het college de aanvrager erop dat voor het behandelen van de aanvraag een drempelbedrag verschuldigd is en deelt hem mede dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling op de rekening van de gemeente dan wel op een aangegeven plaats moet zijn gestort.
Artikel 3: Besluit tot het niet-ontvankelijk verklaren van de aanvrager
Indien het drempelbedrag niet binnen de in artikel 2, derde lid genoemde termijn is bijgeschreven of gestort, verklaart het college de aanvrager niet-ontvankelijk, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat aanvrager in verzuim is geweest.
Artikel 4: Besluit tot afwijzing van de aanvraag wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid
Artikel 5: Besluit tot opdrachtverstrekking
Indien geen toepassing wordt gegeven aan artikel 3 of artikel 4 wijst het college uiterlijk bij het verstrijken van de in artikel 4 bedoelde termijn een adviseur aan en verstrekt een opdracht om ter zake van de aanvraag advies uit te brengen.
De adviseur brengt binnen zestien weken na ontvangst van de opdracht een schriftelijk en gemotiveerd conceptadvies aan het college uit omtrent de gegrondheid van de aanvraag en de hoogte van de te vergoeden planschade. Het college heeft de gelegenheid om binnen vier weken na verzending van het conceptadvies een schriftelijke reactie bij de adviseur in te dienen.
Bij tijdige ontvangst van eventuele reacties brengt de adviseur binnen vier weken na verloop van de in het derde lid bedoelde termijn een definitief advies uit aan het college. Hij kan de termijn van vier weken eenmalig met vier weken verlengen, van welke verlenging hij mededeling doet aan het college.