Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening, houdende voorschriften inzake het plaatsen en hebben van benzinepompen op of aan de openbare weg |
Citeertitel | Verordening benzinepompen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt artikel 22bis van de Verordening op de straatpolitie van 2 mei 1912.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-01-1995 | nieuwe regeling | 20-12-1994 Stadsblad, 30-12-1994 | RV 94.0233 |
Voor de toepassing van deze verordening worden met een benzinepomp gelijk gesteld: iedere al dan niet automatische installatie, dienend voor de aflevering van vloeibare brandstoffen en/of van in vloeibare fase gebrachte brandbare gassen, een water- en luchtmantel, alsmede een wagentje of andere installatie, dienend voor de aflevering van smeermiddelen.
De vergunning wordt geweigerd, indien:
a. de benzinepomp niet zou worden geplaatst bij:
1. een inrichting voor het herstellen van motorrijtuigen, welke van voldoende omvang is;
2. een gebouw of complex van gebouwen, bestemd voor het stallen van motorrijtuigen en ruimte biedend aan een voldoende aantal motorrijtuigen;
b.de benzinepomp zodanig zou worden geplaatst, dat:
1. gevaar voor de veiligheid van het verkeer zou ontstaan;
2. de vrijheid van het verkeer in gevaar zou worden gebracht;
c.1e de benzinepomp de omgeving zou ontsieren;
2e het karakter van de wijk of straat, waarin of waaraan de benzinepomp zou worden geplaatst, door de aanwezigheid van de benzinepomp zou worden aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de vergunning in afwijking van het bepaalde in lid 1, onder letter a, te verlenen, indien:
a. de benzinepomp zal worden geplaatst aan een in- of uitvalsweg, of aan een belangrijke verbindingsweg;
b. de vergunning zal strekken tot uitbreiding en/of wijziging van een benzinepomp, die bij het in werking treden van deze verordening wettig aanwezig was;
c. de benzinepomp zal worden geplaatst bij een servicestation of een daarmede gelijk te stellen inrichting, waaraan in het desbetreffende stadsdeel een dringende behoefte bestaat.
Met de zorg voor de naleving van deze verordening en de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn - behalve de personen, genoemd in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering - belast de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.
Indien de verplichting tot naleving van het in deze verordening bepaalde rust op een rechtspersoon, zijn de bestuurders van die rechtspersoon tot naleving gehouden.
Benzinepompen, die bij het in werking treden van deze verordening wettig aanwezig zijn, worden geacht krachtens vergunning ingevolge deze verordening te zijn geplaatst.