Organisatie | Dalfsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels seksinrichting |
Citeertitel | Nadere regels seksinrichtingen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene plaatselijke verordening, artikel 3:1:3
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2001 | Nieuwe regeling | 11-09-2001 KernPUNTEN, 19-9-2001 | 3-9-2001, nummer 1054 |
Burgemeester en wethouders van Dalfsen;
overwegende dat het in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen de verkeersvrijheid of –veiligheid, de gezondheid, zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prostituee geboden is de exploitatie een seksinrichting aan nadere regels te binden;
gelet op artikel 3:1:3 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dalfsen;
vast te stellen de navolgende regels "nadere regels seksinrichting"
Paragraaf 3. Eisen ten aanzien van de bedrijfswoning van seksinrichtingen
Artikel 3.2. Toegang ambtenaren van politie
De exploitant en beheerder van een seksinrichting zijn verplicht ervoor te zorgen dat ambtenaren van politie onmiddellijk en ombelemmerd toegang heggen tot de seksinrichting
Artikel 3.3. Bescherming van de gezondheid en het zelfbeschikkingrecht van de prostituee
De exploitant en beheerder van een seksinrichting zijn verplicht medewerkers van de GGD toegang te verlenen tot het prostitueebedrijf om voorlichtings- en preventieactiviteiten uit te voeren en voorlichtingsmateriaal te verstrekken gericht op de bevordering en instandhouding van de in de seksinrichting werkende prostituees.
De exploitant en beheerder van een seksinrichting zijn verplicht er zorg voor te dragen dat onder de in de seksinrichting werkzame prostituees voldoende informatie- en voorlichtingsmateriaal in verschillende talen wordt verspreid over de aan de prostituee verbonden gezondheidsrisico’s en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van instellingen op het gebied van de gezondheidszorg en de hulpverlening.
Ruimten in de seksinrichting waarin zich een of meerdere prostituees plegen te bevinden, moeten zijn voorzien van duidelijk kenbare gelegenheden tot ontvluchting indien de normale uitgangen daartoe onvoldoende zijn. Deze moeten, mede gelet op het aantal andere personen dat zich in die ruimten pleegt te bevinden, in aantal, ligging en grootte toereikend zijn om de prostituees op een zo veilig mogelijke plaats te doen bereiken. Vorenbedoelde gelegenheden tot ontvluchting moeten zijn vrijgehouden van obstakels.
Paragraaf 4. Inwerkingtreding, overgangsbepalingen en tijdsduur vergunning
Deze nadere regels treden in werking op 1 oktober 2001 en kunnen worden aangehaald als nadere regels seksinrichtingen.
Aldus vastgesteld op 11 september 2001.
Burgemeester en wethouder voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
Toelichting nadere regels seksinrichtingen
De nadere regels zijn onderverdeeld in inrichtingseisen en gebruiksvoorschriften (paragraaf 2) en eisen ter aanzien van de bedrijfsvoering (paragraaf 3)
Indien voldaan wordt aan de eisen, gesteld in deze nadere regels en de bepalingen opgesomd in de Apv wordt een vergunning afgegeven.
De afdeling Milieu en Bouwen en de brandweer toetsen de eisen genoemd in paragraaf 2. De eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering zijn van toepassing op seksinrichtingen moeten bij de exploitatie in acht worden genomen. Het overtreden van deze regels kan leiden tot het intrekken van de Apv-vergunning. De GGD zal aan de burgemeester en wethouders rapporteren over de naleving van de hygiënevoorschriften.
Paragraaf 2 Geschiktheidverklaring seksinrichting
Het niet voldoen aan deze technische voorschriften levert een weigeringgrond op de vergunning ingevolge Apv (artikel 3.2.1). Tot slot zullen er nadere gebruiksvoorschriften, gebaseerd op hoofdstuk 6 en bijlage 2 en 3 van de Bouwverordening aan de Apv-vergunning worden verbonden.
Paragraaf 3 Inrichtingseisen seksinrichtingen
Artikel 3.2. Toegang ambtenaren van politie
Om de controle taak van politieambtenaren te vergemakkelijken, moeten de exploitant en beheer van een seksinrichting er voor zorgen dat deze ambtenaren onbelemmerd in inrichting kunnen betreden wanneer deze voor het publiek is geopend. Ook indien wordt vermoed dat (en moet worden nagegaan of) zich in de inrichting bezoekers bevinden gedurende de tijd dat de inrichting gesloten moet zijn, dient de politieambtenaar toegang te worden verleend.
Artikel 3.3. Bescherming van de gezondheid van het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee
De prostituee heeft recht, over haar eigen lichaam en psychische integriteit te beschikken. Dit recht is in de Grondwed vastgelegd. Dat recht kan binnen de prostitutie op verschillende manieren in gevaar komen. Daarom is het voor de bedrijfsvoering van belang dat de prostituee geheel vrijwillig en zelfstandig kan werken. Dit betekend dat hij/zij niet mag worden gedwongen tot onveilig vrijen het meedrinken van (alcoholische) dranken e.d.
Daarnaast kent de prostituee gezondheidsrisico’s besmettingen met SOA (seksueel overdraagbare aandoeningen) en AIDS. Daarom worden regels vastgesteld ter bescherming van de gezondheid van de prostituee en volksgezondheid. Deze voorschriften zijn voorwaardenscheppend van aard en hebben betrekking op voorlichting, condoomgebruik, het toepassen van safe-sekstechnieken en het periodieke geneeskundig onderzoek. De seksinrichting is verplicht medewerking te verlenen aan voorlichtingsactiviteiten over risico’s en preventiemogelijkheden en voorlichtingsmateriaal en condooms beschikbaar te stellen.
Artikel 3.4. Sociale veiligheid
De basis voor het artikel is hoofdstuk II, paragraaf 7 van het veiligheidsbesluit Restgroepen (VBR): het verschaffen van gelegenheid tot ontvluchting. De werkruimten dienen van buitenaf bereikbaar te zijn. Derhalve is het voorschrift opgenomen dat toegangsdeuren van een werkruimte niet (van binnenuit) afsluitbaar zijn. Voor aan de weg gelegen toegangsdeuren is uiteraard een uitzondering nodig. De werkruimte moet dan wel in open verbinding staan met een andere ruimte of over voorzieningen beschikken die de veiligheid waarborgen, zoals bijvoorbeeld een alarmeringsinstallatie.
Artikel 3.5. Bed- en handlinnen
De bepaling over het bed- en handlinnen is meer van intentionele aard die alleen door toezicht en controle enige betekenis kan krijgen.
Artikel 3.6. Toezicht op voldoende hygiëne van de inrichting
Voor de volksgezondheid is het ook belangrijk dat er een voldoende hygiënische werkomgeving met de juiste voorzieningen en gebruik op het gebied van onder andere afval, persoonlijke hygiëne sanitair en linnengoed, is. Om dit te bewaken en te bevorderen dient er een regelmatige screening en advisering in verband met de technische hygiëne in het bedrijf te worden uitgevoerd door de GGD. De screening en advisering wordt gebaseerd op de professionele richtlijnen van de Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding (LCI) te Den Haag. De gemeente en de exploitant/beheerder ontvangen een jaarlijkse rapportage.
Artikel 3.7 Hulp bij ongevallen
Dit artikel vertoond (is) overeenkomst(ig) met het bepaalde in hoofdstuk II, paragraaf 5 van het VBR: Het verschaffen van hulp bij ongevallen.
Paragraaf 4. Inwerkingtreding en overgangsbepaling
Aan exploitanten van de bestaande seksinrichting wordt een jaar de tijd gegeven om hun seksinrichting aan te passen aan de geldende inrichtings- en brandveiligheideisen. Deze termijn wordt geacht ruim voldoende te zijn.