Organisatie | Dalfsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels vent- en standplaatsen gemeente Dalfsen |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2002 | 01-03-2009 | Nieuwe regeling | 10-06-2002 KernPUNTEN, 7-8-2002 | 5-6-2002, nummer 666 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen;
overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor vent- en standplaatsvergunningen;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op artikel 5.2.2 en 5.2.3 Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Dalfsen;
Hoofdstuk II Permanente vent- en standplaatsvergunningen
Een vergunning wordt alleen verleend indien de aanvrager van de vergunning kan aantonen dat hij/zij in het bezit is van:
Voor het verlenen van een vergunning is de gemeente opgedeeld in vijf woonkernen en één buitengebied, te weten:
Een vergunning voor het venten en voor het innemen van een standplaats wordt geweigerd als het maximum aantal vergunningen is verleend.
Artikel 1 Begrips- en reikwijdtebepalingen
De S.R.V.-wagen en de hieraan verwante bezorgende winkels vallen niet onder dit beleid, omdat dergelijke wagens reeds sinds lange tijd een bekend en algemeen aanvaard fenomeen zijn. Daarnaast vervullen deze wagens een duidelijk maatschappelijke taak, namelijk het verschaffen van een eerste levensbehoefte aan huis.
De aanvrager moet aan een aantal vereisten voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor een vergunning.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 4 Aantal af te geven vergunningen
1.In het vent- en standplaatsenbeleid is een maximumstelsel opgenomen ter voorkoming van overlast en ter bescherming van de openbare orde, de verkeersvrijheid- en veiligheid en het uiterlijk aanzien van de gemeente. De standplaatsen dienen verdeelt te worden over de locaties:
Om te voorkomen dat de inwoners van Dalfsen onnodig worden belast doordat er regelmatig venters aan de deur komen of doordat er her en der standplaatsen ingenomen wordt, is er een maximumstelsel opgenomen in het beleid. Hierbij is rekening gehouden met de verschillende kernen en het buitengebied. In de grotere kernen zijn meer venters en standplaatshouders gewenst dan in de kleinere kernen.
Openbare orde en verkeersvrijheid- en veiligheid
Standplaatsen en venters hebben een verkeersaantrekkend karakter (overstekende voetgangers, fietsers, geparkeerde auto’s). Dit kan gemakkelijk leiden tot overlast voor de omgeving en dan kan de openbare orde in het gedrang komen.
Uiterlijk aanzien van de gemeente
Wanneer één of meer standplaatsen worden ingenomen op een bepaalde plaats, kan dit het straatbeeld ernstig verstoren. Door het aantal standplaatsen te beperken, kan voorkomen worden dat er een verkapte markt wordt gevormd. Daarnaast moet worden gedacht aan het waarborgen van monumentale gebouwen.
Bij de beoordeling van een aanvraag voor een standplaatsvergunning dient gelet te worden op de voorschriften die uit het bestemmingsplan voortvloeien.
In beginsel is de concurrentiepositie van een gevestigde winkelier geen reden om een vergunning voor een standplaats of voor het venten te weigeren. Indien blijkt dat binnen het verzorgingsgebied in een bepaalde branche nog slechts één winkel is gevestigd die door de concurrentie van een venter of standplaatshouder ten onder dreigt te gaan, kan het verzorgingsniveau ter plaatse in het gedrang komen. De winkelier moet aan de hand van zijn boekhouding aantonen dat de levensvatbaarheid van zijn winkel in gedrang is. In een dergelijk geval kan een vergunning worden geweigerd. Deze weigeringsgrond is niet in de beleidsregels opgenomen, omdat dit bijna niet voorkomt.
Indien het maximum aantal vent- en standplaatsvergunningen is verleend, worden de nieuwe aanvragen geweigerd. Het maximumstelsel is gebaseerd op de in de Apv genoemde weigeringsgronden.
Ten aanzien van standplaatsen geldt het bestemmingsplan en het verzorgingsniveau ook als weigeringsgrond.
Een concentratie van standplaatsen leidt tot eenheid en herkenbaarheid, beperking van de overlast en waarborgt de verkeersveiligheid en het uiterlijk aanzien van de gemeente.
Op donderdagochtend wordt in Dalfsen de wekelijkse warenmarkt gehouden. De parkeerplaats bij de R.K.-kerk wordt dan gebruikt voor bezoekers van de markt. Wanneer dan ook standplaatsen zouden worden ingenomen, kan de verkeersveiligheid en de verkeersvrijheid in combinatie met de openbare orde in het gedrang komen. Daarom wordt geen standplaatsvergunning voor de donderdagochtend in Dalfsen afgegeven.
De vergunninghouders moeten ieder jaar opnieuw vergunning aanvragen. De vergunningen als bedoeld onder b. zijn bedoeld voor het te koop aanbieden voor directe consumptie geschikte artikelen. Op deze locaties kan uitsluitend in de periode van mei tot oktober standplaats worden ingenomen.
De Winkeltijdenwet is van toepassing op het uitoefenen van een bedrijf, anders dan in een winkel, en dus op venters en standplaatshouders. Zij mogen dus van 6.00 tot 22.00 uur hun waren verkopen.
Artikel 8 Voorschriften en beperkingen voor standplaatsvergunningen
Aan de standplaatsvergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden ter bescherming van de openbare orde en de verkeersveiligheid en ter voorkoming van overlast.
Artikel 9 Voorschriften en beperkingen ventvergunningen
Aan de ventvergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden ter bescherming van de openbare orde en de verkeersveiligheid en ter voorkoming van overlast.
Artikel 10 Incidentele standplaatsen
De aanvragen voor het incidenteel innemen van een standplaats door instellingen/personen zoals bedoeld in lid 2, worden niet getoetst aan het maximumstelsel.
Elk jaar komen er aanvragen van ambulante handelaren voor een ventvergunning voor één dag of een week. Deze aanvragen worden getoetst aan het maximumstelsel.
Ten aanzien van een tweetal vergunningen is een uitsterfbeleid van kracht. Er wordt door één vergunninghouder op andere dan de aangewezen locaties in artikel 6, standplaats ingenomen. De in lid 2 genoemde standplaatshouder neemt ook op andere dan in artikel 4 genoemde dagen standplaats in. De vergunningen zijn persoonsgebonden en niet overdraagbaar. Dit betekent, dat wanneer de betrokkene geen belang meer heeft bij de vergunning, de vergunning wordt ingetrokken en voor deze locaties of voor die dagen geen nieuwe vergunning wordt verleend.