Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dalfsen

Cultuurnota gemeente Dalfsen 2005 – 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDalfsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingCultuurnota gemeente Dalfsen 2005 – 2007
CiteertitelCultuurnota gemeente Dalfsen periode 2005 – 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Subsidieverordening Welzijn 2003

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-04-200806-04-2011Nieuwe regeling

31-10-2005

KernPUNTEN, 2008-04-22

2005-10-18, nummer 1142

Tekst van de regeling

Intitulé

Cultuurnota gemeente Dalfsen 2005 – 2007

De raad van de gemeente Dalfsen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 oktober 2005, nummer 1142;

 

overwegende dat er behoefte is aan een cultuurnota, waarin de visie op kunst en cultuur wordt neergezet;

 

gelet op de Kaderstellende notitie cultuurbeleid en de gehouden hoorzitting;

 

gezien de betekenis, reikwijdte, doelstellingen en inhoudelijke beleidsomschrijvingen;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de "Cultuurnota gemeente Dalfsen 2005 – 2007".

Hoofdstuk 1 Inleiding

 

Het is de eerste keer dat de gemeente Dalfsen een Cultuurnota presenteert. De aanzet hiertoe was de Kadernota Welzijn 2002-2006. In deze nota wordt vermeld dat er dringend behoefte is aan een nota, waarin de visie op kunst en cultuur in hoofdlijnen (zie hoofdstuk 2) wordt neergezet en waaraan de toekomstige subsidiëring kan worden getoetst. Met deze nota worden deelterreinen met elkaar in verband gebracht en wordt aangegeven welke plek kunst en cultuur in de samenleving krijgen Verder wordt aangegeven dat er in de cultuurnota aandacht wordt besteed aan het locale culturele erfgoed, cultuurtoerisme en podiumkunsten.

 

In de Kadernota staat dat cultuur geen hoge prioriteit zal krijgen; hierbij geldt een uitzondering van cultuureducatie gericht op de jeugd. In het voorjaar van het jaar 2004 werd op grond van financiële overwegingen besloten om de "nullijn" te hanteren, waardoor de budgetten voor de jaren 2005 t/m 2007 niet worden verhoogd.

 

Om de richting te kunnen bepalen heeft de gemeenteraad de Kaderstellende notitie Cultuurbeleid vastgesteld. Per deelterrein komen de kaders in deze nota terug.

 

Met de volgende instellingen is gesproken over de beleidsvoornemens: de bibliotheek, De Muzerie, de muziekverenigingen, het Cultuurplatform, de Kunstcommissie, de Historische Kring en de Streekomroep LODON.Voorts hebben alle instellingen de gelegenheid gehad om middels een enquête hun zienswijze over het cultuurbeleid naar voren te brengen.Enkele beleidswijzigingen zijn of zullen worden geëffectueerd in het jaar 2005, andere zullen met ingang van het jaar 2006 worden toegepast. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de betekenis en reikwijdte van het cultuurbeleid. In hoofdstuk 3 komen de doelstellingen aan de orde, terwijl in hoofdstuk 4 per deelterrein het beleid vorm wordt gegeven.

Hoofdstuk 2 Betekenis en reikwijdte van het gemeentelijk cultuurbeleid

 

Met als doel het gemeentelijk cultuurbeleid tastbaar te maken, zal het worden ingekaderd. In dit hoofdstuk zal daarom de feitelijke betekenis van het cultuurbeleid voor Dalfsen worden geformuleerd en zal de omvang van het gemeentelijk cultuurbeleid worden aangegeven door de beleidsterreinen te vermelden, die onder dit beleid zullen ressorteren.

 

Het woord cultuurbeleid wordt uitgesplitst in cultuur en beleid. Het woord beleid is niet moeilijk te definiëren; het wordt omschreven met "de wijze van besturen", oftewel: welke doelen worden gesteld en op welke wijze worden ze gerealiseerd. Voor het woord cultuur bestaat niet een dergelijk eenvoudige aanduiding. Met het woord cultuur worden in de volksmond namelijk uiteenlopende betekenissen aangeduid. Hierbij kan worden gedacht aan: bebouwing van grond, geestelijke en maatschappelijke ontwikkeling en beschaving, verdeling van geest, waarden en normen.Met inachtneming van het gegeven dat er bij mensen sprake is van een veelheid van gedachten, gevoelens, gedragingen en ervaringen kunnen de hiervoor genoemde aanduidingen, met uitzondering van wellicht de bebouwing van grond, min of meer als onbegrensd worden aangemerkt.

 

Omdat een omschrijving van het woord cultuur te omslachtig zou worden, is een poging hiertoe achterwege gelaten. Er is gekozen voor het formuleren van een definitie cultuurbeleid, die bij de gemeente Dalfsen hoort. Met deze benadering wordt het mogelijk het abstracte cultuurbeleid concrete vormen te geven. Aan het gemeentelijk cultuurbeleid wordt in Dalfsen de navolgende omschrijving gegeven.

 

Met inachtneming van vastgestelde uitgangspunten worden bepaalde activiteiten, zowel structureel als incidenteel, gewaardeerd met een gemeentelijke subsidie of bijdrage, waardoor: cultureel erfgoed en bepaalde verzamelingen bewaard blijven, beeldende kunst wordt aangetrokken, inwoners (jong en oud, autochtoon of allochtoon) tegen relatief lage kosten informatie en kennis kunnen vergaren, jongeren cultuur/muziekonderwijs kunnen volgen, jongeren worden gestimuleerd om deel te nemen aan de amateurkunst, jongeren hun talent kunnen etaleren, inwoners kennis kunnen nemen van het locale nieuws, festiviteiten en tentoonstellingen kunnen bezoeken, elkaar kunnen ontmoeten en zich kunnen ontspannen.

 

Onder het gemeentelijk cultuurbeleid vallen de volgende deelterreinen:Muziek/cultuur onderwijs, waaronder algemene vorming, Amateurkunst (muziek, zang, toneel, dans), Bibliotheekwerk, Beeldende Kunst, Musea, Cultureel Erfgoed, Cultuureducatie, Streekomroep, Festiviteiten, Cultuurtoerisme, Archeologie en Kunstbeleid. Hiernaast zullen aan bepaalde organisaties buiten de gemeentegrens, waarvan de activiteiten een cultureel belang vertegenwoordigen, ook in deze periode subsidies worden verleend.Voor genoemde beleidsterreinen worden beleidsregels opgesteld, waaraan de hoogte van de gemeentelijke subsidie of bijdrage kan worden afgeleid.

Hoofdstuk 3 Doelstellingen van het gemeentelijk cultuurbeleid

 

De werkgelegenheid, de hoeveelheid voorzieningen, huisvesting, ruimtelijke ordening (kwaliteit leefomgeving), (een betaalbare) volksgezondheid, het onderwijs, de natuur en het milieu, de verkeersveiligheid en de wijze (waarden en normen) waarop mensen met elkaar samenleven, zijn zo een aantal belangrijke condities die doorgaans veel invloed uitoefenen op het gedrag en/of het welbevinden van mensen alsmede de leefomgeving.

 

Voor de kwaliteit van het (samen) leven zijn ons inziens de burger, het maatschappelijk middenveld, de (gemeentelijke) overheid en het bedrijfsleven gezamenlijk verantwoordelijk.

 

Alhoewel er zich altijd al excessen hebben voorgedaan, mag worden gesteld dat de samenleving zich steeds verder verhardt. Die verharding kenmerkt zich door individualisering, waardoor zowel de onderlinge betrokkenheid als de sociale attitude afnemen en uitingen van agressief gedrag toenemen. Het mag daarom wel als een voorrecht worden genoemd om in een omgeving/gemeente/regio te leven waar de meeste mensen nog wel waarde hechten aan goede omgangsvormen en actief betrokken zijn bij de samenleving en vaak nog rekening met elkaar willen houden. Maar ook inwoners van de gemeente Dalfsen zijn onderhevig aan maatschappelijke invloeden. Een kentering die niet is tegen te houden, maar wel is te beïnvloeden. En die overtuiging vormt dan ook de drijfveer van het gemeentelijk cultuurbeleid.Het gemeentelijk cultuurbeleid is één van beleidsvelden die wenst te investeren in de kwaliteit van de leefomgeving, door:

  • -

    zodanige (subsidie)voorwaarden te creëren dat voorzieningen/activiteiten in stand worden gehouden, waardoor aan haar inwoners de mogelijkheden worden geboden: om elkaar te ontmoeten, elkaar te leren kennen, informatie in te winnen, kennis te nemen van, vaardigheden te ontwikkelen en zich te ontspannen

  • -

    samenwerking met partijen, het stimuleren van relaties (binnen de cultuurvelden) en het opbouwen van (overleg)structuren daartoe - rekening te houden met locale behoeften/vragen of wensen

  • -

    accent te leggen bij de jeugd.

 

Het doel van het (actualiseren van het) gemeentelijk beleid is er tevens op gericht dat voorzieningen/activiteiten zich aanpassen aan de veranderingen/behoeften van de tijd, derhalve inspelen op het spel van vraag en aanbod.Bij de subsidieverlening c.q normen wordt zoveel mogelijk een verband gelegd tussen de subsidie en de gewenste activiteit oftewel de tegenprestatie.

Hoofdstuk 4 De deelterreinen

In dit hoofdstuk zal het beleid voor de aangegeven deelterreinen worden geformuleerd. Het is de bedoeling om per deelterrein het kader aan te geven zoals werd vastgesteld in de Kaderstellende notitie Cultuurbeleid, zoveel mogelijk kort terug te blikken op het gevoerde beleid en de van belangzijnde ontwikkelingen. Hierna wordt het beleid geformuleerd, waarbij inzicht wordt gegeven in de beschikbare middelen en wordt e.e.a vertaald in beleidsregels.

4.1 Bibliotheekwerk

 

Kader: De openbare bibliotheek wordt voor haar kernfuncties beschouwd als een basisvoorziening. Voor het instandhouden van een basisbibliotheek verleent de gemeente Dalfsen ook de komende jaren een hoge subsidie ter dekking van de kosten. De subsidie bedraagt in 2005 € 540.766 en wordt alleen m.b.t. de extra kosten Lemelerveld met 1,3% verhoogd. Een uitgangspunt is dat de jeugd t/m 15 jaar gratis gebruik blijft maken van deze dienstverlening en betalen andere doelgroepen een, relatief gezien, lage contributie. Sommige aanvullende functies zullen niet of niet geheel worden gesubsidieerd, waardoor - mogelijk - naast de contributie extra kosten in rekening zullen worden gebracht.

Het instandhouden van een bibliotheekvoorziening in iedere kern wordt vanuit het uitgangspunt leefbare kernen (h)erkent als een groot goed. Uit een oogpunt van kostenbeheersing zou ermee kunnen worden ingestemd dat de bibliotheekvestiging in Hoonhorst en Oudleusen een andere vorm krijgen.

 

Het instandhouden van een bibliotheekvoorziening in iedere kern wordt vanuit het uitgangspunt leefbare kernen (h)erkent als een groot goed. Uit een oogpunt van kostenbeheersing zou ermee kunnen worden ingestemd dat de bibliotheekvestiging in Hoonhorst en Oudleusen een andere vorm krijgen.

4.1.1 Terugblik 2001 t/m 2004

 

Door de mogelijkheden van automatisering, de bereidheid tot samenwerken in Overijssel en de subsidies van rijk en provincie heeft de bibliotheek zich ontwikkeld in de richting van een basisbibliotheek. De vijf vestigingen en de openingstijden zijn in deze periode gehandhaafd. In verband met de verhuizing naar “De Mozaïek” zijn de openingstijden in Lemelerveld uitgebreid.

Mede doordat de evaluatie van het bibliotheek later plaatsvond dan was voorzien werd de bibliotheek geconfronteerd met grote tekorten. In afwijking van de nullijn werd besloten om de subsidie structureel te verhogen met € 15.000 en incidenteel met € 200.000. De “verhuizing Lemelerveld” verhoogde het subsidiebedrag met € 49.414 op jaarbasis.

Gemiddeld genomen zijn 34,5% van de inwoners in Dalfsen lid van de gemeentelijke bibliotheek geweest. Het landelijke percentage (2002) bedraagt 27,51 en het Overijsselse percentage 29,01 (eveneens 2002).

Voor de dienstverlening aan de scholen werden geen kosten in rekening gebracht.

Sinds 2002 zijn de contacten tussen de gemeente en de bibliotheek sterk geïntensiveerd. Hierdoor kon ook goed worden ingespeeld op projecten voor verdere vernieuwingen van het bibliotheekwerk.

4.1.2 De ontwikkelingen op het terrein van het bibliotheekwerk

 

Het bestaansrecht van de bibliotheek is verankerd in een aantal basisdocumenten. Daarin vindt men omschrijvingen van de verschillende functies op het terrein van informatie, educatie, welzijn en cultuur. Eén van deze documenten, het Unesco-Manifest voor de Openbare Bibliotheek, legt ook een verband met fundamentele menselijke waarden. Dit verband wordt als volgt omschreven: “Vrijheid, welvaart en ontplooiing van samenleving en individu kunnen alleen worden gerealiseerd door goed geïnformeerde burgers, die in staat zijn hun democratische rechten uit te oefenen en een actieve rol te spelen in de samenleving”. Centrale voorwaarde is een vrije en onbeperkte toegang tot kennis, wetenschap, cultuur en informatie. Daarom wordt de bibliotheek beschouwd als een plaatselijke toegangspoort tot kennis, die een essentiële voorwaarde schept voor levenslang leren, onafhankelijke besluitvorming en de culturele ontwikkeling van individuen en maatschappelijke groeperingen.

Voor de instandhouding van het openbaar bibliotheekwerk worden als criteria en toetsteen ook de volgende uitgangspunten gehanteerd c.q aanbevolen.

  • -

    de openbare bibliotheekvoorziening is een verantwoordelijkheid van de overheid.

  • -

    de openbare bibliotheek is openbaar in de zin van voor iedere gebruiker vrij beschikbaar en toegankelijk.

  • -

    de openbaar bibliotheekvoorziening is algemeen in de zin van een pluriform en waarden vrij aanbod en een dienstverlening die vrij is van beïnvloeding uit en door welke richting dan ook.

  • -

    de openbare bibliotheek wordt, in overwegende mate, door de overheid gefinancierd. Hier wordt zowel de landelijke, de provinciale als lokale overheid bedoeld.

 

Er wordt gesteld dat het bibliotheekwerk in de gemeente Dalfsen vorm en inhoud heeft gekregen met in achtneming van de waarden en normen, waarop hiervoor werd gedoeld.

 

De ontwikkelingen gaan ook binnen het bibliotheekwerk snel. Dat zal hierna, zij het kort, worden aangegeven met de thema’s, die in ontwikkeling zijn.

  • -

    Erg actueel zijn de te benutten digitale mogelijkheden, waarover (binnen het veld) moet worden nagedacht en die opnieuw vragen om extra financiële middelen. De locale bibliotheek heeft aangegeven niet over deze middelen te beschikken en vraagt of de gemeente bereid is om ze beschikbaar te stellen. Steeds meer mensen willen gebruik maken van dit digitale netwerk, zodat ieder moment van de dag, zeven dagen per week, de gewenste informatie in huis van het scherm kan worden gehaald. Om te kunnen inspelen op deze ontwikkeling is het adagium voor de (Overijsselse) bibliotheken schaalvergroting of samenwerken, om op die manier ook in de toekomst een betaalbaar basispakket van dienstverlening te kunnen aanbieden, de zogenaamde basisbibliotheek. Het ontwikkelen van de digitale producten wordt gestimuleerd door extra financiële middelen van rijk en provincie. Op grond van het historisch draagvlak wordt ook van de gemeente een extra bijdrage verwacht. Daaraan ten grondslag ligt de provinciale nota Verrijkt en Ver-reikend.

  • -

    Sinds 2002 wordt, ter verhoging van de kwaliteit en efficiëntie, er veel geïnvesteerd in de automatisering en verdere professionalisering van de organisatie. Hiervoor heeft de gemeente Dalfsen op grond van de herstructureringsregeling voor de periode 2002 t/m 2005 plannen ingediend, waarop een subsidie is ontvangen. Separaat aan de budgetsubsidie, wordt deze subsidie van ruim € 20.000,= per jaar doorgesluisd.

  • -

    Voor de periode 2004 t/m 2007 zijn op grond van vernieuwingsmiddelen opnieuw plannen ingediend, die zijn neergelegd in het Marsrouteplan bibliotheekvernieuwing. Het Rijk dient hierop nog een besluit te nemen.

  • -

    Een andere doelstelling is om inhoud te geven aan het cultureel ondernemerschap. Naast de basistaken zouden nieuwe vormen van dienstverlening kunnen worden ontwikkeld. Er kan worden gedacht aan een cultureel podium, de bibliotheek als ontmoetingscentrum, educatie in de bibliotheek, een gezondheidsinformatiepunt.

Met de wetenschap van deze vernieuwingen, maar ook met inachtneming van de financiële situatie van de gemeente, zal in het volgende hoofdstuk het gemeentelijk bibliotheekwerk worden geformuleerd.

4.1.3 Gemeentelijk bibliotheekbeleid 2005 t/m 2007

 

Het gemeentelijk bibliotheekbeleid in de gemeente Dalfsen blijft ook in deze planperiode onveranderd gericht op de onbeperkte toegang tot kennis, wetenschap, cultuur en informatie. De te onderscheiden producten of functies zullen echter concreet worden omschreven onder de termen primaire functies, ondersteunende functies en aanvullende functies. Deze functies staan garant voor een ontwikkeling naar een basisbibliotheek.

Een wezenlijk verschil met de afgelopen periode zijn de beschikbare middelen, die niet toereikend zijn om de huidige omvang van de voorziening in stand te houden. Binnen het te geven financiële kader wordt de bibliotheek uitgedaagd om met het concept van een basisbibliotheek aantrekkelijke voorzieningen te handhaven, die zoveel mogelijk aansluiten bij de wensen van de gebruikers. Wanneer inkrimping onvermijdelijk is, dan zullen de effecten daarvan het minst voelbaar mogen zijn in Dalfsen, Nieuwleusen en Lemelerveld.

Kijkend naar de inhoud of betekenis van een basisbibliotheek, zoals bijvoorbeeld het aantal m2 vloeroppervlakte, de grootte van de formatie, openingstijden, het aantal boeken, geschriften, digitale producten en internetaansluitingen, dan zijn hiervoor geen eenduidige richtlijnen ontwikkeld. Dat is minder vreemd, dan het op het eerste oog wellicht lijkt, omdat gemeenten en bibliotheken doorgaans te maken hebben met verschillende omstandigheden, uiteenlopende ambities, en klanten, die vragen om individuele oplossingen. Het is een groot goed dat de gemeenten en bibliotheken verschillende accenten kunnen leggen.

 

Doelstellingen

In Dalfsen geldt, mede vanwege de landelijke en provinciale ontwikkelingen, dat zowel de gemeente als de bibliotheek het concept basisbibliotheek in stand wil houden. De kenmerken/functies van een basisbibliotheek worden in Overijssel gerealiseerd door samenwerken van alle bibliotheken in deze provincie met een goed samenspel tussen de gemeenten en de provincie Overijssel. Alleen hierdoor kan op een efficiënte/betaalbare wijze worden ingespeeld op (snelle) veranderingen/wensen, waardoor er een bibliotheek in stand kan worden gehouden, die up tot date kan worden genoemd en daardoor ook in de toekomst kan voorzien in de toenemende behoeften van (kritische) gebruikers. Praktisch gezien is het geen optie om uit deze samenwerking te stappen, aangezien dat gezien de beschikbare financiën zou leiden tot een onverantwoord kwaliteitsverlies en dus klantenverlies van deze voorziening. Gelet op de historie, waarin de bibliotheek in deze gemeente een hoog aanzien heeft gehad, ligt een dergelijk scenario niet voor de hand. De komende jaren zal daarom verder worden geïnvesteerd in met name professionaliteit, kwaliteit en inhoud van de organisatie, met een accent op digitale producten. Hiervoor wordt veel geld beschikbaar gesteld door het Rijk, de zogenaamde vernieuwingsgelden (Marsrouteplan); een vervolg op de herstructureringsmiddelen. Uiteraard vereist deze ontwikkelingen vanuit de gemeente Dalfsen een structurele en intensieve relatie.

De betekenis van een basisbibliotheek wordt voorts bepaald door de omvang of grote. De grote wordt gevormd door de volgende onderdelen: de financiële reikwijdte oftewel de hoogte van de omzet en/of het subsidiebudget, het aantal mensen dat tot de doelgroep wordt gerekend, het aantal leden, het aantal vestigingen, de openingstijden, de personeelsformatie (betaald en onbetaald), de opleidingseisen, de omvang van de collecties, de mate waarin kan worden samengewerkt met andere bibliotheken, de producten of uit te voeren kernfuncties en aanvullende functies.

Van het bibliotheekbestuur wordt verwacht dat in de gemeente Dalfsen gedurende deze planperiode een basisbibliotheek wordt geëxploiteerd, die met ingang van het jaar 2008 een omvang heeft aangenomen, die past bij de beschikbare middelen en waarvan de exploitatie solvabel en liquide is.

 

Financiële reikwijdte

Zoals gesteld wordt de grote van de bibliotheek o.a. bepaald door de beschikbare middelen oftewel de budgetsubsidie en de overige financiële middelen. Het financiële subsidiekader is, als gevolg van de Ombuigingsoperatie 2004, t/m het jaar 2007 vastgesteld. De budgetsubsidie voor het jaar 2005 is vastgesteld op € 540.766,=, excl. de herstructureringsmiddelen ad € 23.066.

De budgetsubsidie wordt gedurende deze periode niet geïndexeerd door kostenstijgingen als gevolg van CAO en/of algemene kosten. Een uitzondering geldt voor de huur en energiekosten van De Mozaïek, waarvoor een percentage wordt aangehouden van 1,3.

Aan incidentele subsidie wordt, na vaststelling van deze nota, in totaal € 270.000,= beschikbaar gesteld. Aan de besteding van dit bedrag worden geen bijzondere voorwaarden verbonden, omdat de geformuleerde uitgangspunten voldoende houvast geven.

De bibliotheek zal zelf een bedrag van € 61.168,= inzetten, als gevolg van de restopbrengst verkoop gebouw Lemelerveld. Bovendien beschikt men over een bedrag van € 2.500,= als gevolg van de subsidieafrekening over de jaren 2001 t/m 2003, zullen besparingen op de personele lasten plaatsvinden, én kan een teruggave btw over de verschuldigde huur van ruimte in het kulturhus te Lemelerveld ad ca. € 5.800,= op jaarbasis worden gekregen.

 

De subsidie 2004 zal overeenkomstig de afrekeningen 2001 t/m 2003 plaatsvinden, hetgeen naar verwachting ook nog enige soelaas zal bieden.

Bij ongewijzigd beleid zal de bibliotheek met aanmerkelijke tekorten te kampen krijgen. Er dienen maatregelen te worden getroffen om binnen het hiervoor aangegeven financiële kader uit te komen.

 

Functies bibliotheekwerk

Het is wenselijk om afspraken te maken over de functies van de bibliotheek. Weliswaar komen deze functies, met uitzondering van de aanvullende functies overeen met de functies, die passen bij een basisbibliotheek maar zij geven zicht op de betekenis van het locale bibliotheekwerk in relatie tot nog bredere taken en dat is erg waardevol.

In deze paragraaf wordt ingegaan op de functies en de andere condities waaraan de bibliotheek, voor het verkrijgen van de budgetsubsidie, nog dient te voldoen.

Er wordt eerst een landelijk ontwikkeld beeld geschetst, waaruit vervolgens functies worden samengesteld, waaraan de bibliotheek in Dalfsen zou moeten voldoen.

Volgens de laatste inzichten, zoals vermeld in het rapport “Open poort tot kennis”van de Commissie Meijer en het NBLC-rapport “Een sterke basis: ruimte voor modern bibliotheekwerk op maat”, zijn de functies te verdelen in:

  • -

    primaire kernfuncties

  • -

    opbouwen en beheren collectie

  • -

    beschikbaar stellen van informatie

  • -

    uitlenen van media

  • -

    beheren van de leden of gebruikersadministratie

  • -

    ondersteunende kernfuncties

  • -

    beleidsontwikkeling en –beheer

  • -

    marktontwikkeling en –beheer

  • -

    productontwikkeling en –beheer

  • -

    systeemontwikkeling en -beheer

  • -

    aanvullende functies

  • -

    aanbieden van overheid en publieksinformatie

  • -

    leveren van diensten voor specifieke gebruikersgroepen

  • -

    uitvoeren van programma’s op het gebied van leesbevordering en bestrijding onderwijsachterstanden

  • -

    beheer, onderhoud en instructie van digitale trapveldjes

  • -

    vormgeven van de sociale functie: het bieden van een veilige, laagdrempelige en neutrale ontmoetingsplek voor jong en oud, man en vrouw, autochtoon en allochtoon

  • -

    sociale of ontmoetingsfunctie: biebcafé, culturele en educatieve activiteiten zoals lezingen, tentoonstellingen, internetcursussen, concerten, workshops

  • -

    samenwerken met overheid of welzijnsorganisaties, culturele of educatieve instellingen ten behoeve van bovenstaande diensten.

     

Aan de subsidieverlening zal de voorwaarde worden gesteld dat de bibliotheekvestigingen Dalfsen, Lemelerveld en Nieuwleusen moeten voldoen aan de hiervoor vermelde taken bij de primaire en ondersteunende kernfuncties.

 

Als aanvullende functies worden van de bibliotheek de volgende taken verlangd.

  • -

    uitvoeren bestedingsplan in het kader van de herstructurering openbare bibliotheken (provinciale nota “Verrijkt en Ver-reikend”)

  • -

    aanbieden van overheid en publieksinformatie

  • -

    uitvoeren van het programma leesbevordering en bestrijding onderwijsachterstanden oftewel dienstverlening aan het primair onderwijs. Als aanvullende functie wordt alleen de dienstverlening aan de scholen gewaardeerd met een subsidie. De hoogte van deze subsidie is berekend op een bedrag van maximaal € 10.000,00 of 70% van de kosten

  • -

    vormgeving van de sociale functie, het bieden van een ontmoetingsplek

     

Voorwaarden

Met de bibliotheek is afgesproken om uiterlijk per 1 januari 2008 de bedrijfsvoering overeenkomstig de functies van een basisbibliotheek en de beschikbare middelen tot stand te brengen. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten van belang.

  • -

    handhaving/volgen ontwikkelingen concept basisbibliotheek

  • -

    handhaving huidige voorzieningen Dalfsen, Nieuwleusen, Lemelerveld. De bezuiniging dient zo min mogelijk te worden geëffectueerd op de drie hoofdvestigingen

  • -

    handhaving voorzieningen in Oudleusen en Hoonhorst, met dien verstande dat aan de vorm en inhoud vooraf geen eisen worden gesteld. Op grond van “leefbaarheid kleine kernen” is het zeer wenselijk dat een vorm van een bibliotheekvoorziening in Oudleusen en Hoonhorst wordt gehandhaafd

  • -

    aan de openingsuren worden evenmin keiharde eisen gesteld; voor Dalfsen, Nieuwleusen en Lemelerveld geldt als richtpunt 20 uur per week. Bij een basisbibliotheek behoort een minimaal aantal openingsuren van 20

  • -

    per 1 januari 2008 tot stand brengen van een liquide/solvabele bibliotheekvoorziening, met inachtneming van de beschikbare financiële middelen.

  • -

    Omtrent de afschrijvingen van automatisering, collecties en inventaris wordt vooralsnog uitgegaan van de vigerende afschrijvingstermijnen. Wanneer de bibliotheek in het kader van de financiële taakstelling denkt aan een optie om deze termijnen te wijzigen, dan zal dit worden geaccepteerd. Reservefondsen moeten (uiteindelijk) structureel op peil zijn; beleid afschrijvingen automatisering, meubilair etc. moet geformuleerd zijn, evenals onderhoudsplannen gebouwen.

  • -

    er worden geen beperkingen opgelegd met betrekking tot de doelgroep. De doelgroep zou kunnen worden omschreven als de inwoners van de gemeente Dalfsen. In de praktijk blijkt echter dat mensen, die feitelijk in een andere gemeente wonen maar voor de voorzieningen in deze gemeente “winkelen”, ook geïnteresseerd zijn in een lidmaatschap. Hiernaast kunnen leden uit heel Overijssel gebruik maken van de bibliotheek in deze gemeente, zoals inwoners uit Dalfsen gebruik maken van andere bibliotheken. Inwoners van andere gemeenten kunnen lid zijn, dat is in de geest van grensoverschrijdend denken en doen

  • -

    in verband met de ontwikkeling van een basisbibliotheek wordt van de bibliotheek verlangd dat zoveel mogelijk samenwerking zal worden nagestreefd met bibliotheken in de buurgemeenten. De gedachte is dat door deze samenwerking de mogelijkheden en kwaliteit van de voorziening zullen toenemen en de kosten van de investeringen kunnen worden beperkt. De huidige samenwerking met Hardenberg en Ommen en Staphorst wordt daarom toegejuicht.

  • -

    Marktonderzoek. Het formuleren van de kernfuncties en aanvullende functies dient ervoor om duidelijkheid te verkrijgen over de omvang van de voorziening oftewel haar producten of dienstverlening en de kwaliteit van de organisatie. In een collectieprofiel geeft het bibliotheekbestuur aan welke aantallen media er in de te onderscheiden bibliotheken aanwezig dient te zijn. Bij de collectievorming dient rekening te worden gehouden met de wensen van de gebruiker (marktonderzoek). Eenzelfde soort aanpak geldt voor de andere onderdelen, die bij de kernfuncties en aanvullende functies worden genoemd. Van deze onderdelen wordt er nog één vermeld, namelijk “Het zorgdragen voor kwaliteitstoezicht “. Kwaliteitstoezicht heeft pas echt zin wanneer hiervoor normen zijn ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld voor de snelheid van dienstverlening. Van belang is een doorlopende systematische aandacht van de organisatie voor kwaliteit. Daarbij heeft de branche gekozen voor het systeem van het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK). Door deze aanpak kan, uiterlijk in 2007 voor de volgende planperiode, een betere afweging plaatsvinden over de kwaliteit van de organisatie en de omvang van de functies en dienstverlening, waarvoor een subsidie beschikbaar wordt gesteld

     

De te verlenen subsidie

Voor de uitvoering van de primaire en ondersteunende kernfuncties worden de volgende subsidienormen toegepast.

-tegemoetkoming in de salariskosten en overige kosten

€ 530.766

-tegemoetkoming huur en energiekosten Lemelerveld van 1,3% per jaar

p.m

Voor de uitvoering van de aanvullende functies geldt het subsidiecriterium

-tegemoetkoming 70% dienstverlening primair onderwijs

€ 10.000 (max)

-Totale subsidie 2005

€ 540.766

In het kader van de herstructurering openbare bibliotheken wordt van het rijk/provincie een subsidie ontvangen, die in 2004 € 23.066,00 bedroeg. Deze subsidie wordt doorgesluisd naar de bibliotheek.

 

Ps: De afspraken over de subsidie voor de extra kosten Lemelerveld gelden t/m het jaar 2006. Dit betekent dat in dat jaar een evaluatie zal plaatsvinden over dat deel. In de subsidie over 2005 is de verhoging van 1,3% inbegrepen.

 

4.2 Cultuur/Muziekonderwijs

Kader:Het is belangrijk dat de jeugd AMV en muziekonderwijs kan volgen. Ter stimulatie daarvan kunnen deze vormen van onderwijs rekenen op subsidie.

Om de beschikbare middelen zo gunstig mogelijk in te zetten, wordt de afname van dit onderwijs niet op voorhand gekoppeld aan één of andere organisatie. De verenigingen zullen worden gevraagd het muziekonderwijs (hafa) zelf te organiseren, om de kosten te beperken zonder dat dit afbreuk doet aan de kwaliteit.

 

4.2.1 Terugblik 2001 t/m 2004

 

Het gesubsidieerde cultuur/muziekonderwijs wordt in deze periode afgenomen van De Muzerie te Zwolle. De jeugd t/m 17 jaar kan de volgende onderwijsvormen, die door de gemeente worden gesubsidieerd, afnemen.

  • -

    Algemene Culturele Vorming, Voortgezette Culturele Vorming en Basisjaar muziek

  • -

    Vocaal/instrumentaal onderwijs

Bijzondere aandacht wordt gevestigd op het hafa onderwijs dat wel aan jongeren uit deze gemeente wordt gegeven, maar waarvoor de gemeente geen subsidie verleend en waarvoor evenmin de volledige kosten in rekening worden gebracht bij de afnemer van dit onderwijs. Uiteraard wenst De Muzerie deze situatie niet verlengen.

In verband met financiële problemen werd naast de reguliere subsidie ook incidentele subsidies verleend.

Het aantal leerlingen waarvoor subsidie werd verleend bedroeg in het 4e kwartaal 2004:

  • -

    muzieklessen 69

  • -

    hafa 12

  • -

    ensembles 7

  • -

    basisjaar 21

     

Dit aantal is ten opzichte van de voorliggende jaren licht dalend te noemen.

In deze periode heeft regelmatig overleg plaatsgevonden op zowel ambtelijk/uitvoerend als bestuurlijk niveau.

4.2.2 Ontwikkelingen

 

De indruk bestaat dat het cultuur/muziekonderwijs via muziekschool De Muzerie een dure aangelegenheid is. Maar voor de kostprijs levert de muziekschool kwalitatief goede producten, is het aanbod van het onderwijs breed en is de continuïteit van het onderwijs gewaarborgd. De Muzerie onderkent de factor kosten en heeft verschillende maatregelen getroffen om deze drempel te verlagen. Zo zijn de tarieven naar beneden bijgesteld, de public relations geïntensiveerd en wordt deelgenomen aan een landelijk project om te onderzoeken of samenwerking met zelfstandig werkende docenten het marktaandeel kan worden vergroot en de kosten verder kunnen worden verlaagd. De gemeente Dalfsen heeft De Muzerie laten weten dat het contract met deze instelling, dat tot augustus 2005 loopt, niet zal worden verlengd.

Overigens is vastgesteld dat de gemeente Dalfsen ten opzichte van de andere gemeenten, die hun diensten van De Muzerie afnemen, het laagste bedrag aan subsidie beschikbaar stelt voor het cultuur/muziekonderwijs.

Het Cultuurplatform heeft aangeboden om met de gemeente en een aantal muziekdocenten een model te willen ontwikkelen, dat zou moeten leiden tot een groter bereik van het muziekonderwijs (onder de jeugd).

4.2.3 Gemeentelijk beleid Cultuur/Muziekonderwijs

 

De gemeente Dalfsen wenst ook gedurende deze planperiode jeugd t/m 17 jaar te stimuleren om cultuur/muziekonderwijs te volgen. Dit onderwijs omvat de navolgende producten:

  • 1.

    Kennismaking

  • 2.

    Oriëntatie

  • 3.

    Scholing, waaronder het hafa onderwijs

  • 4.

    Verdieping

Voor dit onderwijs wordt gedurende de planperiode een bedrag van € 50.000 per jaar beschikbaar gesteld. Vanwege de beperkte omvang van dit bedrag zal een beperkt aantal jongeren het beoogde onderwijs kunnen volgen tegen een gereduceerd tarief.

De voorkeur gaat uit naar het afnemen van het onderwijs via De Muzerie. Het is op moment van schrijven nog niet duidelijk of De Muzerie een nieuwe Overeenkomst met Dalfsen wil aangaan, omdat met het budget Dalfsen de visie, die de Muzerie op het muziekonderwijs heeft niet kan worden uitgevoerd. Bovendien zijn de middelen ontoereikend om het gevraagde hafa onderwijs aan te bieden.

Gedurende de schooljaren 2005/2006 en 2006/2007 zouden wij graag een experiment laten plaatsvinden. Dit experiment, waaraan ook het Cultuurplatform haar bijdrage zou willen leveren, zou moeten leiden tot samenwerking tussen de cultuur/muziekschool (Muzerie), particuliere docenten, verenigingen en het onderwijs en een kostenbeheersing, leidend tot goede producten tegen een concurrerende prijs.

Het beoogde effect hiervan is dat meer jeugd cultuur/muziekonderwijs kan volgen. Ook bij dit project gelden onveranderd de uitgangspunten: behoud van kwaliteit, kwantiteit en continuïteit. Het streven is verder de toegankelijkheid (het bereik van de cultuur/muziek locatie) te verbeteren. De gemeente Dalfsen streeft ernaar zo’n experiment te laten plaatsvinden.

 

Naast het genoemde budget kan de cultuur/muziekschool voor het onderdeel kennismaking opdrachten binnenhalen via de Cultuureducatie. Aan de scholen kan een projectsubsidie worden verleend voor Cultuureducatie. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is de samenwerking met het culturele veld. Dit impliceert onder andere dat van de cultuur/muziekschool wordt verwacht dat in dit overleg wordt geparticipeerd. Met een overleg/samenwerking structuur wordt beoogd het cultuur/muziek onderwijs, de amateurkunst en het primair/voortgezet onderwijs te stimuleren en kansen binnen deze sectoren te benutten.

Beleidsregels Cultuur/muziekonderwijs

Doelstelling

kennismaken, stimuleren en faciliteren van het cultuur/muziekonderwijs voor jeugd t/m 17 jaar.

Subsidiebasis

Subsidieverordening Welzijn 2003, gemeente Dalfsen

Subsidiecriteria

 

  • 1.

    De activiteiten bestaan uit Kunsteducatie; Algemene Muzikale/Culturele Vorming; Muziekonderwijs in de vormen vocaal, instrumentaal en hafa (particulieren); Overig Cultuuraanbod, zoals toneel, dans en drama; Verdieping muziekonderwijs en Hafa onderwijs aan verenigingen

  • 2.

    De activiteiten Kunsteducatie vinden plaats op het primair onderwijs

  • 3.

    De activiteiten vinden zoveel mogelijk plaats in groepsverband

  • 4.

    De activiteiten worden zoveel mogelijk georganiseerd in de gemeente Dalfsen

  • 5.

    De activiteiten zijn toegankelijk voor alle jeugd t/m 17 jaar, die woonachtig is in de gemeente Dalfsen

Subsidienormen

De subsidie bestaat uit een budgetsubsidie van maximaal € 50.000 per schooljaar

4.3 Beeldende Kunst

Kader:Kunstwerken in de openbare ruimte hebben een duidelijke toegevoegde waarde. Via grondverkoop wordt het fonds voor de aanschaf van kunst gevoed. De Kunstcommissie doet voorstellen tot aanschaf.

 

In Nederland heeft de beeldende Kunst tot halverwege de vorige eeuw vooral een positie verworven in de steden. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de ontwikkeling van de industrialisatie in een stroomversnelling, waarvan de kwaliteit van de samenleving in al haar facetten profiteerde. Uiteindelijk gold deze ontwikkeling ook voor de Kunst en in het bijzonder voor de beeldende Kunst. Alhoewel een groot deel van de bevolking nog steeds geen grote affiniteit heeft met deze cultuurvorm, wordt de betekenis van beeldende Kunst wel degelijk als erg waardevol beschouwd.

 

In de voormalige gemeente Dalfsen wordt sinds 1973 geld gereserveerd voor de aankoop van kunst. In 1996 wordt het Kunstbeleid vastgelegd in de nota “Met Kunst Op Weg”. In de voormalige gemeente Nieuwleusen werd er kunst aangekocht, zodra er een uitbreidingsplan voor woningen werd voltooid.

4.3.1 Terugblik gemeentelijk Kunstbeleid

 

Met het samengaan van de beide gemeenten werd door het vaststellen van de Kadernota Welzijn bepaald om het Kunstbeleid van de voormalige gemeente Dalfsen over te nemen voor de nieuwe gemeente. De bestaande Kunstcommissie werd uitgebreid met een vertegenwoordiging uit Nieuwleusen. De samenwerking met de Kunstcommissie is erg intensief.

Met betrekking tot de voeding van het budget voor de aankoop van Kunst werd besloten om jaarlijks een dotatie te doen van € 6.800,00 en een opslag van € 0,70 per verkochte vierkante meter bouwgrond voor zowel woonwijken als bedrijfsterreinen. Inmiddels is besloten om genoemde dotatie van € 6.800,00 te staken.

Voor de Kunstcommissie, de inspectie, het (groot) onderhoud en de verzekering van de beelden zijn afzonderlijke budgetten begroot.

In de Kadernota Welzijn werd opgenomen dat in de Cultuurnota aandacht dient te worden besteed aan “Kunst in de openbare ruimte”. In de Kaderstellende notitie Cultuurbeleid worden de kaders als volgt omschreven. “Kunstwerken in de openbare ruimte hebben een duidelijke toegevoegde waarde. Via grondverkoop wordt het fonds voor de aanschaf van kunst gevoed. De Kunstcommissie doet voorstellen tot aanschaf.

In de nota “Met Kunst Op Weg” wordt het kunstbeleid vertaald met de volgende uitgangspunten. Er zullen, zowel in de dorpskernen als in de wijken van de verschillende dorpskernen, beeldbepalende kunstwerken worden gerealiseerd. Deze kunstwerken moeten van een dusdanig artistiek gehalte zijn, dat zij ook op langere termijn als boeiend en vernieuwend kunnen worden ervaren. Met een prioriteitenlijst moet worden aangegeven welke locaties zullen worden voorzien van beeldende kunst.

In het gemeentelijk beleid wordt een onderscheid gemaakt tussen aankoop en opdrachtenbeleid. Voor de aankoop van bestaande beelden geldt een lager bedrag dan voor de aankoop via een opdrachtverlening.

De Kunstcommissie handelt met inachtneming van een prioriteitenlijst, selectiecriteria en een vastgestelde procedure. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de commissie zijn vastgelegd.

De werkwijze van de Kunstcommissie verloopt in de praktijk als volgt.

  • -

    er wordt een prioriteitenlijst opgesteld, die ter kennisname wordt aangeboden aan het college van burgemeester en wethouders

  • -

    de commissie nodigt de betreffende buurt uit voor een afvaardiging en formuleert samen met hen een aantal selectiecriteria. Een indicatie van het beschikbare budget wordt vastgesteld

  • -

    er worden enkele kunstenaars geselecteerd, die met de afvaardiging van de buurt worden bezocht

  • -

    de kwaliteit van het werk, stijl van de kunst en grootte/omvang van het beeld in samenhang met de omgeving zijn belangrijke criteria voor het bepalen van de keuze

  • -

    de plaats waar het beeld moet komen dient niet vandalismegevoelig te zijn

  • -

    de geselecteerde kunstenaar krijgt een uitnodiging om de locatie te bekijken, waarna de commissie de locatie vaststelt

  • -

    het college van burgemeester en wethouders wordt gevraagd akkoord te gaan met opdrachtverlening

  • -

    de kunstenaar krijgt opdracht tot het maken van een schetsontwerp met inachtneming van de locatie

  • -

    het college van burgemeester en wethouders geeft de kunstenaar opdracht tot het maken van een beeld, waarbij de kaders zijn ingevuld

  • -

    de kunstenaar presenteert aan de buurt een schetsontwerp. Bij akkoordbevinding wordt het eigenlijke beeld gemaakt

  • -

    de buurt wordt zoveel mogelijk gestimuleerd om op locatie werkzaamheden te verrichten, met als doel de kosten te drukken

  • -

    het beeld wordt onthuld.

Uit bovenstaande werkwijze kan worden afgeleid dat de afgelopen jaren geen bestaande beelden zijn aangekocht. De afgelopen jaren zijn, nadat hiertoe een opdracht is gegeven, de volgende beelden vervaardigd.

  • -

    “Elfen” in de Prinsenstraat te Dalfsen in het jaar 2002

  • -

    “Cohesie 1 en 2” te Ankum in het jaar 2003

  • -

    “Turbulentie” te Lemelerveld in het jaar 2004

Voor beelden in de wijken Polhaar te Dalfsen en de Oranjebuurt te Nieuwleusen zijn inmiddels opdrachten verleend.

In de praktijk is gebleken dat er inderdaad beeldbepalende maar tegelijkertijd ook spraakmakende kunst is aangekocht.

Er wordt geconcludeerd dat met de nota “Met Kunst Op Weg” een werkbaar kader werd gecreëerd voor de aankoop van beeldende kunst in deze gemeente. Tegelijkertijd wordt vastgesteld dat de gehanteerde lijn en de daarbij passende werkwijze, naast de nodige inspanning, heel veel tijd kost.

4.3.2 Kunstbeleid voor de komende tijd

 

Het gemeentelijk kunstbeleid zal ook in deze planperiode vooral (zie onder actiepunten) gericht worden op de aanschaf van beeldbepalende kunst.

Het blijft onveranderd de bedoeling om beeldende kunst zoveel mogelijk te spreiden in de te onderscheiden dorpen.

Naast het realiseren van kunst in de dorpskernen en wijken zal ook worden ingezet op het realiseren van kunst op plaatsen waar, min of meer langs de Vecht, historisch gezien waardevolle kenmerken in het landschap zijn te vinden.

 

Het uitgangspunt is om mooie/bijzondere locaties (verder) te verfraaien met kunst.

 

Omdat een opdrachtverlening veel tijd vraagt wordt in deze planperiode ook gekozen voor de aankoop van bestaande kunst. De realisatie van kunst loopt daarom via de volgende twee sporen.

  • -

    aankoop van kunst door het verlenen van een opdracht

  • -

    aankoop van bestaande kunst

     

In tegenstelling tot kunst in de wijken, waar ieder kunstwerk op zichzelf staat/solitair, maar passend bij de omgeving, zal de kunst langs de Vecht een “rode draad” vertonen. Het doel hiervan is dat al wandelend/fietsend kennis kan worden genomen van de geschiedenis van het Vechtdal. De kunstwerken zullen op een natuurlijke manier opgaan in de omgeving/het landschap.

Voor dit project zijn door de Historische Kring locaties in Dalfsen geïnventariseerd, waar historisch gezien opvallende gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Het is de bedoeling om deze locaties te markeren met Bentheimer stenen, stenen die veelvuldig over de Vecht werden vervoerd. Bij deze plekken zullen kunstwerken worden gerealiseerd, die een verband hebben met de historische gebeurtenis.

 

Het is de bedoeling om ook het onderwijs bij dit project te betrekken. Enerzijds wil Windesheim te Zwolle aan studenten gelegenheid bieden om een idee voor een kunstwerk op een bepaalde locatie uit te werken. Anderzijds kunnen leerlingen van het primair/voortgezet onderwijs uit de gemeente aan de hand van dit project kennis maken met de historie.

Tegelijkertijd wordt deze gemeente door deze kunst weer aantrekkelijker voor toeristen.

Nadrukkelijk wordt niet aangegeven hoeveel kunstwerken er in deze planperiode in dit gebied zullen komen. Dat zal namelijk ook sterk afhangen van subsidie van de provincie Overijssel en mogelijke participatie van bedrijven/particulieren middels sponsoring.

 

Om meer kunst te kunnen realiseren zal er nadrukkelijker een accent worden gelegd op de aanschaf van bestaande kunst. Uiteraard geldt ook in dit verband de voorwaarde dat het behoort te gaan om kwalitatief goede kunst. Binnen dit kader is het een belangrijk doel om samen te werken met particulieren, die financieel willen bijdragen met als resultaat dat in hun omgeving, die voor een ieder toegankelijk dient te zijn (denk hierbij aan verzorgingshuizen, woningstichting) kunst tot stand wordt gebracht. Ook voor deze lijn zal geen norm voor het aantal aan te trekken kunstwerken worden genoemd. Het beschikbare budget is leidend.

 

De werkwijze (zie 4.3.1) van de Kunstcommissie, om samen met de betreffende buurt, aansprekende kunst in de woonomgeving te integreren wordt volgens deze lijn voortgezet.

De huidige financiële kaders (zie onder paragraaf 4.3.1) worden gecontinueerd.

4.3.3 Besluitvorming aankoop kunst

Als gevolg van het budgetrecht van de raad, zullen voorstellen tot aanschaf van kunstwerken via raadsvoorstellen plaatsvinden.

4.3.4 Prioriteitenlijst locaties

De kunstcommissie houdt een prioriteitenlijst van locaties bij, waar beeldende kunst zal worden gerealiseerd. Op deze lijst staan minimaal vijf locaties, waarvoor nog geen budget is uitgetrokken. De lijst wordt vastgesteld door de portefeuillehouder Kunst.

4.3.5 Het budget

Momenteel (december 2004) is een budget beschikbaar van € 177.000,00. Voor de beelden in Polhaar en de Oranjewijk zal hieruit ongeveer een bedrag van € 87.500,00 worden onttrokken. Het budget wordt gevoed door € 0,70 per verkochte vierkante meter bouwgrond voor woonwijken en bedrijfsterreinen.

4.3.6 Actiepunten

 

Om het draagvlak te verbreden zal voor de aankoop van beeldende kunst ook een appél worden gedaan op particulieren, zoals bijvoorbeeld de besturen van de verzorgingshuizen en bedrijven. Het aangaan van relaties met deze instellingen, zou moeten leiden tot cofinanciering, waardoor er nog meer kunst kan worden gerealiseerd in de openbare ruimte.

Verder zal worden ingezet op het vormgeven van een (losbladig) boekwerk, waarin alle beeldende kunstwerken met foto’s op een professionele manier zullen worden gepresenteerd. Door de vorm kan het up to date blijven. Het betreffende overzicht van de kunstwerken zal ook via internet worden gepubliceerd.

 

4.4 Amateurkunst

Kader:Amateurkunst is een vorm om de creativiteit van de mens te etaleren. Door publieke manifestaties te organiseren kunnen de inwoners met de diverse vormen kennismaken. Het accent van de te ontwikkelen subsidiecriteria moet liggen bij de manifestaties, zoals optredens en medewerking aan de 4 mei herdenking.

 

Muziek, zang, dans, theater en beeldende kunst is in de Nederlandse geschiedenis van grote betekenis. In vervlogen tijden waren de beoefenaars van deze kunsten, door het algemeen gebrek aan financiën, vooral afhankelijk van opdrachten van welgestelde mensen, zoals het koningshuis en de adellijke stand. Hierdoor waren zij in staat om te doen waartoe zij zich voelden geroepen; van vele composities, stukken, schilderijen en beelden wordt nog dagelijks genoten. Mensen hielden en houden nog steeds veel van culturele uitingen.

 

Tegenwoordig kunnen alle mensen genieten van (amateur)kunst. Door te kijken en/of te luisteren, of door het zelf te beoefenen. Toch blijft de mate waarin mensen kunnen deelnemen aan de amateurkunst ook vandaag de dag afhankelijk van de beschikbare middelen. Het is bepaald niet eenvoudig om een vereniging in goede banen te leiden. De kosten per te onderscheiden vorm zijn divers en drukken vaak onevenredig zwaar op de begroting. Dat is niet zo verwonderlijk want een bevoegd dirigent, exclusieve kleding, instrumenten, opleidingen en/of een gebouw kosten het nodige, terwijl de contributie zodanig moet zijn, dat de drempel voor een lidmaatschap niet te hoog wordt. In de praktijk moeten daarom de contributie-inkomsten vaak met andere inkomsten worden verhoogd. Hierdoor zijn de leden en/of het bestuur ook druk met het organiseren van allerlei acties, het aanschrijven van fondsen en het aanvragen van een subsidie. Allemaal (vrijwilligers)werk om uiteindelijk met de favoriete activiteit bezig te kunnen zijn.

4.4.1 Terugblik

Veel verenigingen ontvangen een subsidie, doordat hun activiteiten worden gewaardeerd. Die subsidies zijn bescheiden, want jaarlijks wordt onder 19 muziek en zangverenigingen het bedrag van ca. € 21.000,00 (2004) verdeeld. Voor het voortbestaan is de subsidie vaak niet nodig. Sommige (besturen van) verenigingen ervaren de subsidie als een belangrijke inkomstenbron, andere vooral als een blijk van waardering, voor de vele uren, die in de vereniging worden gestopt. Deze constatering wordt ook getrokken uit de enquête 2003, die werd gehouden onder de culturele organisaties in de gemeente. In totaal werden door het Cultuurveld, na een oproep daartoe in de locale media en de website van het Cultuurplatform, 20 formulieren ingezonden, waarvan 8 de zang en muziekverenigingen betreffen. Deze 8 reacties zijn in onderstaande tabel weergegeven en worden aangemerkt als een reële indicatie. Voor het totale beeld op de amateurkunst uit het veld worden de overige, hierop betrekkinghebbende, (enquête)reacties meegenomen, de visie van het Cultuurplatform alsmede enkele andere signalen. Deze informatie volgt na de tabel.

 

Tabel 5 Enquête onder zang en muziekverenigingen

Vraag

ja

nee

Toelichting of suggesties

Is uw organisatie tevreden met het deel van het gemeentelijk cultuurbeleid, waaronder uw organisatie valt

3

6*

* 1 maal zowel ja als nee beantwoord

Weinig aandacht voor amateuristische kunst in relatie tot sport.

Meer subsidie nodig i.v.m stijgende kosten muziekvereniging

Mogelijkheden voor plaatsing bij Muzerie vergroten

Kijk naar het belang van de vereniging in relatie tot belang gemeenschap

Heeft u suggesties in welke richting de gemeente haar beleid voor uw soort organisaties moet ontwikkelen

 

 

 

Goede subsidie verdeling

Stimuleren van vereniging overstijgende activiteiten; scholing, workshops, cursussen, projecten

Nieuwe jeugdleden zijn erg belangrijk

Subsidie per evenement; minimale basissubsidie met toeslag voor geleverde prestatie

Zouden er voor dit onderdeel het cultuurbeleid meer middelen beschikbaar moeten worden gesteld

6

1

* 1 maal niet ingevuld

Is uw organisatie tevreden met de aan u verleende subsidie

4

4

 

Is uw organisatie tevreden over de wijze waarop de gemeentelijke subsidie moet worden aangevraagd

7

1

 

Onderschrijft uw organisatie het gemeentelijk uitgangspunt om de aandacht en mogelijk middelen te verschuiven van volwassenen naar jeugd

2

7*

* 1 maal zowel met ja als nee beantwoordVoor alle leeftijden behoort aandacht te zijn, dus ook de middelen

Wanneer verenigingen bij jeugdbeleid (schoolprojecten) worden betrokken dan is dit bespreekbaar. Volwassenen kunnen over het algemeen organisatie beter in stand houden

Kan uw organisatie de mogelijke beleidslijn billijken, door herschikken van de middelen de min of meer geringe subsidiebedragen in te trekken

2

6

Als de middelen tenminste ten goede komen aan eenmalige activiteiten, projecten, scholing etc. voor alle leeftijden

Nieuw beleid met nieuw budget. Niet beknibbelen op relatief kleine bedragen; dragen ook bij aan gezond cultureel klimaat

Heeft uw organisatie voor de middelen die dan beschikbaar komen suggesties

 

 

Kleinschalige verenigingen ondersteunen

Organiseren van een boekenbal

Meer subsidie voor Bel Canto (geen suggestie van deze vereniging)Kapellenfestival

Evenementen door de muziekverenigingenVerbeteren van podia, verlichting, geluid in bestaande accommodaties

Welke effecten verwacht u wanneer de gemeentelijke subsidie vervalt

 

 

Financiële problemen

Het niet kunnen werven/aannemen van nieuwe leerlingen

Geen nieuwe instrumenten etc. kunnen aanschaffen

Vermindering van het aantal activiteiten

Pro deo activiteiten komen te vervallen

Bestaansrecht zal uiteindelijk komen te vervallen

Is uw organisatie bereid om in het kader van cultuureducatie een bijdrage te leveren

5

3

Kennismaken met het accordeon

In principe wel, hangt af van de vorm

Bij voorkeur in samenwerking met De Muzerie

Is bespreekbaar

Onder welke voorwaarden zou uw vereniging dan kunnen meewerken

 

 

Tegen een aanvullende subsidieGoede subsidie voor (nieuwe) leerlingenAfhankelijk van financieringVergoeding voor bijv. lesmateriaal en/of van professionele begeleiding

Heeft uw organisatie verder nog suggesties, die van belang kunnen zijn om het gemeentelijk cultuurbeleid in betekenis te laten toenemen

 

 

Gezamenlijk muziek maken/optredens

Mogelijkheden creëren voor hafa onderwijs

Ondersteunen Cultuurplatform

 

Van de overkoepelende cultuurorganisaties, dat zijn de instellingen die niet te identificeren zijn met een bepaalde vorm van de amateurkunst maar hiermee wel affiniteit hebben, die hebben gereageerd op de enquête zullen hierna de reacties worden vermeld.

 

Het Cultuurplatform vindt de huidige situatie goed, maar vraagt aandacht voor een aantal aspecten. Deze zijn:

  • -

    deelname jongeren stimuleren

  • -

    aanbieden van cultuurprogramma aan leerlingen

  • -

    ontwikkelen van talenten

  • -

    stimuleren verrassende combinaties van cultuurvormen

  • -

    aspect van ontmoeting versterken

  • -

    subsidieverlening van activiteiten/prestaties door en voor volwassenen

  • -

    tegen vermindering van de subsidiebedragen; voor koppeling van subsidie aan prestatie(s)

  • -

    is bereid een innovatiebudget te beheren

  • -

    mogelijk met uitzondering van De Schakel te Nieuwleusen geen voorstander van het investeren in accommodaties (verbeteren, nieuwe); voorkeur gaat uit naar het inzetten van middelen voor culturele activiteiten.

Volgens Spot is er geen beleid dat vernieuwing stimuleert. Zij doen de suggestie een vernieuwingsbudget te creëren, voorzien van doelstellingen en een conditie van buitengemeentelijk beheer. Men vindt dat er meer middelen beschikbaar gesteld zouden moeten worden; een verschuiving van de middelen naar jeugd wordt niet ondersteund. Die steun ontbreekt ook t.a.v. de herschikking van middelen. Spot is voor vernieuwing en een groter budget, te realiseren door verminderde salariskosten “ten gemeentehuize”. Zij zijn bereid een bijdrage te leveren voor de cultuureducatie en adviseren het Cultuurplatform te ondersteunen.

De SMON oppert het idee om gelden beschikbaar te stellen voor theater en circus. Is voorstander van verschuiving middelen van volwassenen naar jeugd, maar vindt dat de kleinere instellingen wel een subsidie nodig hebben.

 

Wat niet uit deze enquête blijkt, maar wel door de betreffende verenigingen onder de aandacht is gebracht, is dat Bel Canto het moeilijk heeft.

Het Jongenskoor Dalfsen heeft om een hogere subsidie gevraagd om daarmee de kosten voor het Oriëntatie/AMV onderwijs te dekken. Jaarlijks wordt er ca. € 1.300 in dit onderwijs geïnvesteerd.

Een viertal muziekverenigingen hebben in een overleg in juni jl. hun voorkeur uitgesproken voor subsidie criteria, die - min of meer - zouden moeten overeenkomen met de “Unisono systematiek”, een systeem dat landelijk wordt aanbevolen.

 

Zoals blijkt uit de reacties zijn er wel contacten met de verenigingen, maar die vinden op ad hoc basis plaats.

 

Samenvattend kan worden gesteld dat de zang en muziekverenigingen ook de komende jaren vragen om een subsidie, die zou moeten worden verhoogd wanneer bepaalde activiteiten, zoals een opleiding (hafa, amv), een openbaar optreden en/of een activiteit cultuureducatie, worden georganiseerd. Verder komt de wens naar voren om de amateurkunst vaker in beeld of onder de aandacht te brengen en te stimuleren voor het uitvoeren van nieuwe c.q hedendaagse projecten.

 

4.4.2 Gemeentelijk beleid Amateurkunst 2005 t/m 2007

 

In deze paragraaf zal, nadat globaal wordt ingegaan op de gemeentelijke uitgangspunten en de wensen van de amateurverenigingen, keuzes worden gemaakt voor het gemeentelijk beleid.

 

Vastgestelde uitgangspunten voor ontwikkelen van gemeentelijk cultuurbeleid

In de Kaderstellende notitie Cultuurbeleid wordt aangegeven dat bij het gemeentelijk beleid het accent moet komen te liggen op publieke manifestaties (c.q optredens in de gemeente) en medewerking aan de 4 mei herdenking, waarvoor subsidiecriteria zullen worden opgesteld.

Naar aanleiding van de Kadernota Welzijn 2002 –2006, waarin is opgenomen dat wordt gedacht aan een verschuiving van aandacht en mogelijk middelen van volwassenen naar jeugd, wordt bij de beleidsformulering het accent gelegd bij de jeugd.

Omdat er op het terrein van de amateurkunst raakvlakken zijn met cultuureducatie zal dit onderdeel ook in dit hoofdstuk aan de orde komen.

Verder zal worden ingegaan op de podiumkunsten, oftewel de toneel en dansactiviteiten.

Door een harmonisering van de subsidies zullen de historische verschillen tussen de voormalige gemeenten Dalfsen en Nieuwleusen worden opgeheven.

 

Wensen amateurkunst

De resultaten van de enquête en de overige reacties laten zien dat de verenigingen in overwegende mate ook de komende jaren een subsidie nodig hebben. Het veld wijst verder op een betere of andere subsidiemethodiek, zonder dat dit ten koste zou mogen gaan van de volwassenen. Jeugd (als nieuwe aanwas van de vereniging) is een belangrijke factor. Van het gemeentelijk beleid moet een stimulans uitgaan. Voor subsidiëring van Algemene Muzikale Vorming en Hafa onderwijs wordt gepleit. Het subsidiëren van publieke optredens en/of prestaties kan (onder bepaalde voorwaarden) worden geaccepteerd. Nieuwe vormen van cultuuruitingen zouden moeten worden gestimuleerd en daarvoor zou een projectsubsidie (innovatiebudget) beschikbaar moeten worden gesteld, dat door het Cultuurplatform kan worden beheerd.

 

Conclusie omtrent uitgangspunten/wensen

Er kan worden gesteld dat de instellingen, die de enquête hebben ingezonden aanvullende en een tegenstrijdige (ook activiteiten van volwassenen belonen) uitgangspunten/wensen hebben geuit.

 

Betekenis van de amateurkunst in de komende tijd

De betekenis van de amateurkunst voor de samenleving in Dalfsen is voor veel mensen van essentieel belang. Enerzijds voelen mensen zich vaak op de één of andere wijze aangetrokken door het beoefenen van vormen van amateurkunst, zoals de muziek, zang, theater, dans en/of beeldende kunst. Anderzijds vinden heel veel mensen het plezierig om naar amateurkunst te kijken en/of te luisteren. Sommige mensen zijn alleen gericht op zichzelf, maar velen zijn lid van een vereniging. Zij willen niet alleen, maar met andere mensen hun hobby uitoefenen.

 

De gemeente Dalfsen vindt het belangrijk dat er amateurkunstverenigingen zijn en dat zij optredens verzorgen. Dit stimuleert inwoners (en vooral de jeugd) om:

  • -

    elkaar te ontmoeten (sociale cohesie),

  • -

    kennis te nemen van een verscheidenheid aan cultuuruitingen (cultuureducatie),

  • -

    zich te oriënteren op specifieke onderdelen (onderwijs)

  • -

    talent verder te ontwikkelen (onderwijs).

Deskundigen stellen dat mensen zich mede door deze invloeden beter tot ontplooiing komen, zich gelukkiger voelen en er sprake is van een groter besef van waarden en normen. Die visie wordt graag door ons overgenomen.

 

Financiële kader

De gemeenteraad heeft met de Voorjaarsnota 2004 besloten om uit te gaan van de nullijn. Dit houdt in dat de middelen, die in 2004 beschikbaar waren ook in de komende jaren kunnen worden ingezet. Met de nullijn zal de wens van de verenigingen om meer middelen beschikbaar te stellen niet worden gehonoreerd.

Jaarlijks is het beschikbare bedrag berekend op € 23.465. Dit bedrag is als volgt opgebouwd.

Muziekverenigingen

€ 14.587

Zangverenigingen

€ 7.193

Dansvereniging

€ 285

Budgetten Agnietencollege en basisscholen

€ 640

Budget 4 mei

€ 450

Budget Orgelcommissie

€ 310

Totaal structureel beschikbaar

€ 23.465 per jaar.

Uitgangspunten

Een gegeven is dat de beschikbare middelen voor muziekonderwijs, cultuureducatie en amateurkunst voor een gemeente met ruim 26.000 inwoners beperkt zijn. Verenigingen en gemeente hebben hoge ambities maar ook beperkte middelen. De gemeente wil haar financiële middelen inzetten voor de jeugd. Voor sommige instellingen is deze lijn pijnlijk. Voor andere instellingen/doelgroepen betekent dit daarentegen ruimere mogelijkheden.

Een algemeen geldend uitgangspunt voor subsidieverlening op het terrein van Welzijn is, dat alleen aan instellingen een subsidie wordt verleend en niet aan individuen.

In de komende jaren gelden de volgende uitgangspunten voor het gemeentelijk beleid op het terrein van de amateurkunst.

  • -

    onder de reikwijdte van de amateurkunst valt de muziek, zang, dans en toneel

  • -

    doelgroepen zijn: 1. instellingen met jeugdleden t/m 17 jaar; 2. Cultuurplatform voor de organisatie van innovatieve projecten.

  • -

    verschuiving van volwassenen naar jeugd

  • -

    publieke optredens zullen worden gestimuleerd

  • -

    basisjaar Oriëntatie zal (zeer beperkt) worden gewaardeerd

  • -

    medewerking op 4 mei wordt gewaardeerd

  • -

    voor innovatieve projecten wordt jaarlijks een subsidie beschikbaar gesteld

     

Prioriteitstelling

Sommige activiteiten binnen de amateurkunst vinden tevens plaats op de terreinen van cultuureducatie en muziekonderwijs. Er wordt hierbij gedoeld op de activiteiten basisjaar Oriëntatie of AMV (kunsteducatie) en het hafabra onderwijs. Dezerzijds wordt onderkend dat de verenigingen zich sterker kunnen ontwikkelen/profileren door zelf het basisjaar Oriëntatie en/of de hafabra te organiseren. Dat neemt niet weg dat er altijd mensen zijn, die dit soort onderwijs liever particulier afnemen dan via een vereniging. Omdat de middelen voor het muziekonderwijs en amateurkunst beperkt zijn, kan op dit moment niet worden ingespeeld op voornoemde gedachtegang. Met een experiment (zie hoofdstuk 4.2) wordt onderzocht of het muziekonderwijs en de amateurverenigingen elkaar kunnen versterken.

 

Er is gekozen voor een basissubsidie per zelfstandige eenheid jeugd, zoals wordt gehanteerd in het Unisono systeem. Voorbeelden van eenheden zijn: blaasorkesten, zoals harmonieën en fanfares; mars en showorkesten en majorette en twirlgroepen. Deze subsidie is primair bestemd voor het dekken van de opleidingskosten.

Om de subsidie uitgaven te kunnen beheersen (nullijn) en/of verenigingen zoveel mogelijk duidelijkheid te verschaffen wordt bij de subsidiesystematiek gekozen voor normbedragen in plaats van percentages.

De subsidie wordt verhoogd wanneer er activiteiten plaatsvinden, die zijn vermeld bij de Uitgangspunten.

 

Voor hedendaagse of vernieuwende activiteiten op het gebied van muziek, zang, dans en toneel wordt het Cultuurplatform in de gelegenheid gesteld om jaarlijks projecten te organiseren. Deze projecten moeten primair worden gericht op de jeugd. Het oprichten van (een) schoolorkest(en) of schooltoneel zou dezerzijds worden toegejuicht. Er wordt de suggestie gedaan om voor wat de bekostiging van deze activiteiten betreft nadrukkelijk een appèl (te blijven) doen op het bedrijfsleven. Het is bekend dat bedrijven zich willen identificeren met bepaalde activiteiten en streven naar een betere samenleving. Voor deze projecten wordt jaarlijks € 3.000,00 beschikbaar gesteld in de vorm van projectsubsidies.

 

Gezien de historie, de reacties uit het veld, de behoefte aan een bruisende gemeenschap, de uitgangspunten en de beschikbare middelen wordt er voor gekozen om aan de zang, dans en toneelverenigingen een subsidie te verlenen voor optredens.

 

Wanneer instellingen investeren in jeugd dan wordt dat voor zover mogelijk gestimuleerd. Uit een inventarisatie is gebleken dat de stichting Jongenskoor een AMV opleiding verzorgd. Die activiteit wordt gewaardeerd met een subsidie voor het basisjaar Oriëntatie.

 

Operettevereniging Bel Canto onderscheidt zich met haar activiteiten. Wij willen graag dat deze activiteit ook in de toekomst blijft bestaan. Als gevolg hiervan wordt een specifiek subsidie criterium geformuleerd.

 

Voor de bestaande jeugdkoren en afdelingen dans en toneel worden specifieke subsidienormen opgenomen. Met deze subsidielijn worden verenigingen gestimuleerd om jeugdafdelingen op te richten.

 

Beleidsregels Amateurkunst

Doelstelling

gelegenheid bieden tot het uitoefenen van muziek, zang, dans en toneel activiteiten in verenigingsverband, waardoor (vooral) jeugd wordt gestimuleerd om: elkaar te ontmoeten, kennis te nemen van cultuuruitingen, zich te oriënteren op specifieke onderdelen en talent te ontwikkelen

Subsidiebasis

Subsidieverordening Welzijn 2003 gemeente Dalfsen

Subsidievorm

activiteitensubsidie of projectsubsidie

Subsidiecriteria

 

  • 1.

    de organisatie houdt zich zonder winstoogmerk bezig met het ontwikkelen en uitvoeren van activiteiten gericht op de jeugd uit Dalfsen

  • 2.

    de activiteiten richten zich op vormen van muziek, zang, dans of toneel

  • 3.

    de middelen worden ingezet voor de opleidingskosten van de jeugd en overige kosten jeugd

  • 4.

    het verzorgen van openbare optredens en uitvoeringen in de gemeente

Subsidienormen

 

De activiteitensubsidie voor muziekverenigingen bestaat uit:

a.een bijdrage voor één zelfstandige eenheid jeugd

€ 1.850

b.een bijdrage voor een publiek optreden

€ 500 (max. 4 optredens)

De activiteitensubsidie voor accordeon verenigingen bestaat uit:

a.een bijdrage voor een publiek optreden

€ 150 (max. 2 optredens)

De activiteitensubsidie voor zang/operette verengingen bestaat uit:

a.bijdrage voor een publiek optreden

€ 100 (max. 2 optredens)

b.bijdrage voor operette optreden

€ 500 (max. 2 optredens)

De activiteitensubsidie voor een jeugdkoor bestaat uit:

a.bijdrage voor een publiek optreden

€ 150 (max. 2 optredens)

b.bijdrage voor basisjaar Oriëntatie/AMV

€ 500

De activiteitensubsidie voor een dans of toneelvereniging bestaat uit:

a.bijdrage voor een publiek optreden

€ 150 (max. 2 optredens)

b.bijdrage voor een jeugdafdeling

€ 500

Projectsubsidies:

a.bijdrage aan Cultuurplatform voor vernieuwende projecten amateurkunst

€ 3.000

b.bijdrage voor medewerking 4 mei herdenking

€ 450

Kanttekeningen

 

Het beschikbare budget voor de amateurkunst werd berekend op een bedrag van € 23.465. Dit bedrag is hoger dan in de begroting staat. Dit komt doordat andere subsidies zijn toegevoegd en is uitgegaan van verleende subsidies in de afgelopen jaren. De te verlenen subsidies op grond van de gegeven beleidsregels zijn berekend op € 20.350. De projectsubsidie voor het Cultuurplatform wordt dus bekostigd uit het budget Amateurkunst.

 

Wanneer een project of activiteitensubsidie wordt gevraagd dan gelden de geformuleerde beleidsregels en de beschikbare middelen (subsidieplafond), die daarvoor zijn opgenomen in de daarvoor opgenomen stelpost.

 

Met de geformuleerde beleidsregels zal het beschikbare budget niet worden overschreden, tenminste wanneer de huidige omstandigheden (gegevens 2005) niet veranderen en er geen nieuwe verenigingen bijkomen, die ook in aanmerking wensen te komen voor een subsidie. Mocht daar wel sprake van zijn dan worden de bedragen, die bij de geformuleerde beleidsregels worden genoemd, naar evenredigheid verlaagd.

4.5 Cultureel erfgoed/Cultuurtoerisme/Archeologie

Kader:Van de betreffende organisaties wordt verwacht dat zij een maximale inspanning doen om inkomsten te verkrijgen, zodat de continuïteit van de organisaties gewaarborgd wordt.

De gemeente wil subsidiecriteria ontwikkelen voor de te onderscheiden activiteiten, exposities en vormen van dienstverlening.

De gemeente onderschrijft de bepalingen van het Verdrag van Malta.

4.5.1 Terugblik

 

Naast vele particuliere activiteiten zijn in deze gemeente twee historische verenigingen, waarin krachten/activiteiten zijn samen gebundeld. In Dalfsen is dat de vereniging Historische Kring Dalfsen en in Nieuwleusen is dat de vereniging Ni’jluusn van vrogger. Beide verenigingen worden door de gemeente gesubsidieerd. Hiernaast worden de stichting Westermolen, de stichting Molen Fakkert in oprichting en de Molen Massier genoemd, waarvan alleen de stichting Westermolen een subsidie ontvangt op grond van de subsidieverordening Welzijn 2003.

Buiten de gemeente is de stichting IJsselacademie te Kampen actief om gebeurtenissen - voor het nageslacht - vast te leggen. Ook deze stichting ontvangt een subsidie.

Met de Historische Kring is als gevolg van de wens van een eigen huisvesting, dat werd gerealiseerd in het Beatrixgebouw intensief contact geweest. Met de vereniging Ni’jluusn van vrogger zijn op ad hoc basis contacten geweest.

 

Veel mensen zijn geïnteresseerd in historie en sommigen daarvan hebben of krijgen een zekere drang om, al dan niet beperkt, op zoek te gaan naar het verleden. Een geschiedenis heeft bekende, onbekende, positieve en negatieve kenmerken. Aan een positief verleden kunnen niet alleen prettige gevoelens worden ontleend, maar ook het gevoel om trots te zijn op wat er werd gerealiseerd. De negatieve elementen uit een geschiedenis zouden ons ervoor kunnen/moeten behoeden om fouten uit het verleden opnieuw te maken. Omdat mensen nu eenmaal vergeetachtig zijn én uit de tijd raken is het waardevol om de geschiedenis zoveel mogelijk vast te leggen. De geschiedenis kan dan met het heden worden vergeleken. Dat kan leiden tot verschillende gevoelens, zoals verbazing over waartoe men vroeger in staat was, of weemoed over wat is verdwenen, of het besef wat de vooruitgang voor goeds heeft gebracht. In onze gemeente zijn veel mensen geïnteresseerd in de geschiedenis van de eigen omgeving; sommige daarvan zijn bereid zich hiervoor in te zetten. Dat kan gaan om zaken uit te zoeken, door verzamelingen op te zetten en uit te breiden, door veranderingen vast te leggen, door het verleden in beeld te brengen of door te zorgen voor bijzondere bouwwerken (molens).

Uit educatief oogpunt bezien is het van belang dat jongeren kennis maken met de geschiedenis (erfgoed en archeologie) van de leefomgeving.

 

In dit hoofdstuk zal de betekenis van het gemeentelijk beleid voor het cultureel erfgoed en wat daar mee samenhangt, alsmede het Cultuurtoerisme en Archeologie aan de orde komen. Voor de genoemde instellingen zullen beleidsregels worden opgesteld.

4.5.2 Gemeentelijk beleid Cultureel erfgoed

 

Zoals hierboven werd aangegeven wordt het cultureel erfgoed als erg waardevol beschouwd.

In de Kaderstellende notitie van juli 2004 is opgenomen dat “van de betreffende organisaties wordt verwacht dat zij een maximale inspanning doen om inkomsten te verkrijgen, zodat de continuïteit van de organisaties gewaarborgd wordt. De gemeente wil subsidiecriteria ontwikkelen voor de te onderscheiden activiteiten, exposities en vormen van dienstverlening”.

In deze paragraaf wordt aangegeven welke elementen/activiteiten, die onder dit beleidsveld vallen, belangrijk zijn; met welke instellingen een subsidierelatie wordt aangegaan en welke middelen beschikbaar worden gesteld.

Hierna zal worden ingegaan op de beleidsregels.

 

Financiële kader

Het financiële kader wordt bepaald door de verleende subsidies in 2005 binnen dit beleidsterrein bij elkaar op te tellen. Het betreft de subsidies Historische Kring, Museum Palthehof, IJsselacademie, en Westermolen. De som van deze subsidies bedraagt € 20.251.

 

Betekenis Cultureel erfgoed

Op zichzelf bezien heeft het begrip Cultureel erfgoed een ongelimiteerde reikwijdte. Er kan namelijk alles onder worden verstaan wat een relatie heeft met onze samenleving/maatschappij. Enigszins concreter, wie hebben er geleefd, wat hebben mensen gemaakt, wat is aan kennis ontwikkeld, wat hebben mensen beleefd, maar ook wat zijn de gebruiken (geweest) van mensen. Het is vanzelfsprekend dat niet alles, wat feitelijk wel tot de geschiedenis behoort, wordt bewaard. Dat zou simpelweg te grote gevolgen hebben. Denk daarbij alleen al aan de benodigde opslagruimte voor alle te onderscheiden materialen en de ruimte voor gebouwen, die niet meer nodig zijn, alsmede de daarmee gepaard gaande kosten.

De gemeente Dalfsen omschrijft de betekenis van het gemeentelijk Culturele erfgoed daarom als “een verzameling van materialen, foto’s, films, geschiedschrijving en/of molens, waardoor de inwoner (en met name de jeugd) een beeld krijgt van de levensstijl en omstandigheden van mensen, die ooit in dit gebied (de gemeente) hebben gewoond”.

Van de locale verenigingen wordt gevraagd om een speciale activiteit voor de jeugd (al dan niet binnen het programma Cultuureducatie) te organiseren, met als doel dat deze groep van inwoners reeds op jonge leeftijd wordt gestimuleerd kennis te nemen van de historie en voorzieningen uit het locale verleden.

Om de beschikbare middelen (binnen de nullijn) te kunnen beheren wordt vastgesteld welke instellingen in aanmerking komen voor een structurele subsidie.

 

Verbreding activiteiten

 

Nieuwe particuliere initiatieven, die voldoen aan de omschrijving betekenis Cultureel erfgoed, en een bestaande leegte opvullen (zoals in Lemelerveld) zijn welkom.

 

Activiteiten waaraan van gemeentezijde wordt gehecht zijn:

  • -

    het houden van interviews met inwoners, die een interessante (is ook onbekende) gebeurtenis weten te vertellen. De interviews vastleggen op CD rom schijf.

  • -

    op Kerkhoven inventariseren/vastleggen welke “bebouwingen”(grafstenen, sierhekwerken i.v.m tijdverschijnsel) zouden moeten worden bewaard, zodra wordt overwogen/besloten om deze materialen te ruimen. In Dalfsen valt te denken aan grafstenen van het burgemeestergeslacht Mullert, zes stenen; grafsteentje van mevrouw van de Werf oftewel de dienstmeid van Ridderinkhof)

  • -

    onderzoeken of het Keuterboerderijtje aan de Stokte (fam. Ruiter) kan worden behouden. Is uniek in zijn soort.

  • -

    het realiseren van aankoopmogelijkheden voor (bijzondere) voorwerpen, schilderijen, tekeningen, ansichtkaarten, foto’s, die betrekking hebben op de gemeente

  • -

    het maken van afspraken over het realiseren van foto’s van gebouwen en aangezichten, die verdwijnen of ingrijpend veranderen.

Voor deze activiteiten wordt per jaar een bedrag van € 4.000 beschikbaar gesteld, dat zal worden onttrokken aan de stelpost projectsubsidies

Ook wordt ingezet op het verkrijgen van provinciale subsidies. Verder zullen de verenigingen worden aangespoord om nog meer middelen bij sponsoren los te weken. Omdat de verenigingen niet worden gecompenseerd voor stijgende lasten en herschikking van doelen niet aan de orde kan komen wordt geconcludeerd dat realisatie van voornoemde activiteiten sterk zal afhangen van de creativiteit die aan de dag wordt gelegd.

In een gestructureerd overleg met de betreffende partijen zal worden nagestreefd om uitvoering te geven aan voormelde activiteiten.

 

Het particuliere initiatief

Historisch Centrum Dalfsen

Het particulier initiatief van de Historische Kring heeft ertoe geleid dat veel historisch materiaal, veelal afkomstig uit privé bezit, is verzameld. Dit materiaal wordt in het Historisch Centrum Dalfsen beheerd en op verzoek beschikbaar gesteld. De vereniging stelt zich ten doel de belangstelling bij de inwoners (van de voormalige gemeente Dalfsen, excl. Lemelerveld) te bevorderen en gegevens vast te leggen van de historie van Dalfsen, door middel van onderzoek, geschiedkundige en/of andere activiteiten. Om dit doel te bereiken zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd.

  • -

    het aanleggen en instandhouden van een verzameling historisch materiaal in het Historisch Centrum ten dienste van de volgende aandachtsgebieden: redactie tijdschrift Rondom Dalfsen, genealogie, boerderij en veldnamenonderzoek, foto’s, dialect, 1939-1945, historische werkgroep Oudleusen, documentatie en knipsels, digitalisering en materiaal gemeente Dalfsen

  • -

    het exploiteren van het Historisch Centrum

  • -

    het uitgeven van het verenigingsorgaan “Rondom Dalfsen”en andere publicaties

  • -

    het samenwerken met andere organisaties, die een doel van gelijke strekking nastreven en dat doel op een overeenkomstige wijze trachten te bereiken

  • -

    het geven van voorlichting, het houden van lezingen en het verstrekken van informatie aan haar leden en andere belangstellenden

  • -

    het organiseren en ondersteunen, dan wel het meewerken aan projecten en activiteiten van een geschiedkundig belang.

 

Museum Palthehof Nieuwleusen

In het museum Palthehof is, door de vereniging N’jluusn van vrogger, een permanente tentoonstelling (collectie Schoemaker) ingericht, die met een diavoorstelling een goede indruk geeft over het leven in vroegere tijden in de voormalige gemeente Nieuwleusen. Doordat over een uitgebreide collectie wordt beschikt wordt deze tentoonstelling, naargelang het bepaalde thema, jaarlijks aangepast.

Hiernaast vindt jaarlijks een roulerende tentoonstelling plaats.

De vereniging is voornemens om ook een collectie Union Fietsen, aanverwante materialen en foto’s ten toon te stellen. Voor dit doel zal het museum Palthehof worden uitgebreid met, zoals het nu lijkt een ruimte die van buiten lijkt op een hooiberg. De gemeente Dalfsen heeft hiervoor, bij raadsbesluit van 28 april 2003, reeds een bedrag van € 15.000 gereserveerd.

 

IJsselacademie

De stichting IJsselacademie maakt, zich d.m.v studies en/of onderzoek, sterk voor het behoud en de bevordering van de streekcultuur in Overijssel, waardoor bepaalde thema’s uit een bepaalde periode worden vastgelegd. Meestal in boekvorm maar soms ook op een audiovisueel wijze. Aan de professionele uitgaven wordt veel waarde gehecht. De provincie en de Overijsselse gemeenten dragen zorg voor de noodzakelijke financiële middelen, waardoor de stichting haar werkzaamheden kan uitoefenen.

 

Molens

In de gemeente staan drie molens, Westermolen in Dalfsen, Molen Fakkert in Hoonhorst en Molen Massier in Nieuwleusen.

 

De Westermolen is een achtkante rietgedekte windkorenstellingmolen. De molen dateert uit het jaar 1818. In het jaar 1988 werd de molen door de gemeente Dalfsen aangekocht. Er volgde een grondige en kostbare restauratie tot volledige maalvaardige molen. De molen wordt beheerd door de stichting Westermolen.

 

De molen Fakkert is eveneens een achtkante windkorenstellingmolen. Deze molen werd in 1832 gebouwd. Tot 1930 was de molen in bedrijf. Later volgde onttakeling van het wiekenkruis en werd tegen de molen een moderne veevoederfabriek met hoge silo’s gebouwd. Eind 2000 werd het hele fabriekscomplex met molenrestant aangekocht door de gemeente. In 2004 vond de ontmanteling plaats van de fabriek en silo’s en de hoge molenromp met kap staat nu weer volledig vrij.

Inmiddels is er een stichting Molen Fakkert in oprichting, die de molen weer volledig in oude staat wil restaureren.

 

Molen Massier is ook al een achtkante stellingkorenmolen, die dateert van 1861. De molen is lange tijd in bezit geweest van de molenaarsfamilie Massier. Thans is het beheer van de molen in handen van de stichting Molen Massier. De molen verkeert in een zeer slechte toestand. Pogingen om de molen te restaureren tot een volledige maalvaardige molen zijn (nog) niet gehonoreerd.

Beleidsregels Cultureel Erfgoed

Doelstelling

het bewaren van cultureel erfgoed, waardoor de inwoner/belangstellende een beeld krijgt van de levensstijl en omstandigheden van mensen, die ooit in dit gebied (de gemeente) hebben gewoond.

Subsidiebasis

Subsidieverordening Welzijn 2003 gemeente Dalfsen

Subsidievorm

Activiteitensubsidie of projectsubsidie

Subsidiecriteria

 

  • 1.

    de instelling beheert, verzamelt en legt vast materialen, foto’s, films en andere media, alsmede de geschiedschrijving en/of beheert molens, die kunnen worden aangemerkt als cultureel erfgoed en waarvan de activiteiten voor de jeugd een bijzondere plaats innemen. De activiteiten worden zonder winstoogmerk georganiseerd

  • 2.

    aankopen van voorwerpen, schilderijen, tekeningen, ansichtkaarten, foto’s, die betrekking hebben op de gemeente Dalfsen

Subsidienormen

 

De activiteitensubsidie bestaat uit:

a.een bijdrage aan vereniging Historische Kring Dalfsen voor de openstelling van het Historisch Centrum én activiteiten van

€ 9.270

b.een bijdrage aan vereniging N’jluusn van vrogger voor de openstelling van het museum Palthehof én activiteiten van

€ 2.565

c.een bijdrage aan de stichting Westermolen voor het beheer van de Westermolen van

€ 385

d.een bijdrage aan de stichting IJsselacademie voor activiteiten van

€ 8.032

Projectsubsidie:

1.een bijdrage voor nieuwe activiteiten van maximaal

€ 4000

4.5.3 Cultuurtoerisme

 

De gemeente Dalfsen heeft het Beleidsplan Recreatie en Toerisme 2002 – 2010 vastgesteld. In deze nota maar ook in de Kadernota Welzijn worden de culturele voorzieningen en de ontwikkelingen op dit gebied als belangrijke peilers voor het toerisme gezien.

In de gemeente Dalfsen kunnen het museum Palthehof, het Historisch Centrum, de Westermolen en de beeldende Kunstwerken als de belangrijkste voorzieningen worden beschouwd, die onder het beleidsveld Cultuur ressorteren.

Bij cultuurtoerisme wordt in eerste instantie vaak gedacht aan historie en musea. Alleen om deze reden is het onderdeel cultuurtoerisme aan onderhavig hoofdstuk gekoppeld.

 

Het toeristische recreatief profiel van de gemeente wordt geschetst door rust, ruimte en groen. De beleving is gericht op natuur, landschap en cultuurhistorie. Het beleid richt zich op rustzoekende, cultuurgeïnteresseerde en natuurgerichte toeristen. Het is de bedoeling om het Cultuurtoerisme binnen de gegeven kaders vorm te geven.

 

In paragraaf 4.5.1 is aangegeven dat het cultuurbeleid is gericht op een financiële ondersteuning van de betreffende verenigingen, waardoor het museum Palthehof en Historische Centrum in stand kunnen worden gehouden. Hetzelfde geldt feitelijk voor de Westermolen, waar het onderhoud voor rekening van de eigenaar, oftewel de gemeente, komt.

 

Overige activiteiten

Het amfitheater, dat in beheer is van de gemeente, biedt goede mogelijkheden voor optredens. Dit theater wordt echter (te) weinig gebruikt. Rekening houdende met de te verwachten activiteiten, nieuw gemeentehuis en reconstructie, in dit gebied, zal worden geprobeerd om in het zomerseizoen een programma (te laten) op te stellen voor het amfitheater. De eventuele kosten, die hiermee zijn gemoeid zullen worden betaald uit de stelpost projectsubsidies.

 

Doordat het aantal kunstwerken in de gemeente toeneemt, wordt nagestreefd om deze kunstwerken beter voor het voetlicht te brengen. Er wordt gedacht aan een folder en/of een fotoboek kunstwerken. Hiervoor kunnen de foto’s, die recentelijk door de fotoclub Dalfsen zijn gemaakt, worden gebruikt. Deze club heeft laten weten ook nieuwe kunstwerken op eenzelfde wijze te willen vastleggen. Mogelijk heeft de VVV hiervoor ook belangstelling. In dat geval zal worden bezien in hoeverre kan worden bijdragen in de kosten. De kosten voor de realisatie van een folder en/of (losbladig) fotoboek kunstwerken worden betaald uit de reserve Beeldende Kunst.

 

De gemeente Dalfsen neemt deel aan het project Kunstwegen (zie verder bij Kunst, hoofdstuk 4.6), dat primair is gericht op het realiseren van kunst langs de Vecht in zowel Nederland als in Duitsland met als doel meer toeristen naar dit gebied te trekken.

4.5.4 Archeologie

 

In 1992 hebben de Europese lidstaten het verdrag inzake de bescherming van het Archeologisch Erfgoed ondertekend in Valletta. Dit wordt het verdrag van Malta genoemd. In 1998 is dit verdrag door het Nederlandse Parlement aanvaard.

Belangrijke punten in het verdrag zijn het vroegtijdig betrekken van het archeologisch belang bij (ruimtelijke) planvorming en de financiering van archeologisch onderzoek.

Ondanks dat het verdrag van Malta nog niet in landelijke wetgeving is vertaald, hanteert de Provincie Overijssel deze regels al wel. Dit betekent in de praktijk dat ruimtelijke plannen door de provincie getoetst worden op het aspect archeologie.

De gemeente Dalfsen volgt dit beleid en doet bij nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen oriënterend onderzoek naar aanwezigheid van archeologische resten.

Wanneer hiervan sprake is wordt nader onderzoek gedaan en wordt bekeken welke maatregelen genomen kunnen worden met het oog op het behoud van archeologische resten.

Dit gebeurt in nauw overleg met Rijk en Provincie en uiteindelijk neemt de provincie een zogenaamd selectiebesluit. In dit selectiebesluit wordt bepaald welke maatregelen noodzakelijk zijn.

Ook de dan te nemen maatregelen worden dan nader ingevuld via overleg met Rijk en Provincie.

 

Hiermee wordt vooruitgelopen op een nieuwe wettelijke regeling.

Naar verwachting zal in 2005 de nieuwe Monumentenwet in werking treden.

Dit betekent dat de gemeente nieuwe taken krijgt. Ook zullen de verhoudingen tussen gemeente en provincie gaan veranderen.

De nieuwe wetgeving en de daaruit voortvloeiende taken van de gemeente zullen nader in beeld gebracht moeten worden.

Nog dit jaar zal hiermee begonnen worden en zal bekeken moeten worden op welke wijze het cultuurhistorisch en (archeologisch) monumentenbeleid vorm gegeven kan/moet worden.

4.6 Kunst

Kader:niet gedefinieerd.

In de gemeente Dalfsen ligt het accent van het gemeentelijk kunstbeleid bij de beeldende kunst. Voor dat onderdeel wordt verwezen naar hoofdstuk 4.3 van deze nota.

4.6.1 Terugblik

 

Deze gemeente is niet rijk bedeeld met instellingen, die zich op kunst oriënteren. Dat is ook nooit de bedoeling geweest. Binnen het onderwijs heeft kunst bij het vak cultuureducatie wel een plaats verworven. Dat is mede tot stand gekomen met het project Kunst op School, dat door de provincie Overijssel en de stichting Kunst en Cultuur werd gepromoot en waarvoor ook vanuit de gemeente subsidie beschikbaar werd gesteld.

Heel bijzondere projecten worden georganiseerd door de stichting Safe. Deze stichting is steeds weer opnieuw in staat om bijzondere projecten te etaleren. In de schuilkelder, onder het gemeentehuis, wordt aan professionals de gelegenheid geboden bijzondere kunstprojecten te creëren én ten toon te stellen. Veelal ligt daarbij het accent nadrukkelijk op het proces of de thematiek en in mindere mate op de kunst zelf. Het is Safe meerdere malen gelukt om ook de schooljeugd bij deze kunst te betrekken. Met Safe is op uitvoerend niveau regelmatig contact.

Verder wordt op deze plaats de activiteiten van het bestuur van de voormalige synagoge vermeld. Naast dat ze zorgen voor het onderhoud van dit gebouw, worden regelmatig tentoonstellingen georganiseerd.

Vermeldingwaard is ook het project Kunstwegen, dat in het jaar 2000 als belangwekkend internationaal kunstproject van start is gegaan. Kunstwegen is een kunstroute van 140 kilometer langs de Vecht in Nederland en Duitsland, waaraan meer dan 60 hoogwaardige kunstobjecten zijn geplaatst. In Nederland participeren naast de gemeente Dalfsen ook de gemeenten Hardenberg, Ommen, Zwolle en de provincie Overijssel in dit project. Het project richt zich enerzijds op het aantrekkelijker maken van het gebied voor toeristen en anderzijds op het realiseren van kunst. In Dalfsen werd tot nu toe aan het kunstwerk “Twee Ogen” aan het stationsgebouw gerealiseerd.

4.6.2 Gemeentelijk Kunstbeleid

 

De stichting Safe biedt in de schuilkelder onder het gemeentehuis aan professionals de gelegenheid bijzondere kunstwerken te creëren én tentoon te stellen. Bij deze kunst ligt de nadruk op het experiment, het ontstaansproces en de communicatie; de wijze waarop kunstenaars denkend handelen. Deze bijzondere projecten hebben een regionale en landelijke uitstraling.

Wij willen deze kunst blijvend subsidiëren.

 

De voormalige synagoge is van historisch belang. In het gemeentelijk cultuurbeleid ligt het accent echter op de tentoonstellingen, die in dit gebouw worden georganiseerd. Kunstenaars uit onze gemeente kunnen in de synagoge exposeren.

 

De participatie in het project Kunstwegen wordt t/m het jaar 2008 voortgezet. Het project richt zich blijvend op zowel het toerisme als op het realiseren van hoogwaardige kunst. Het project wordt verbreed door zich te verbinden aan combinaties met locatiegebonden beeldende kunst, poëzie, literatuur en muziek.

Beleidsregels Kunstbeleid

Doelstelling

kennismaken met kunst door tentoonstellingen

Subsidiebasis

Subsidieverordening Welzijn 2003 gemeente Dalfsen

Subsidievorm

activiteitensubsidie of projectsubsidie

Subsidiecriterium

1.de instelling organiseert in Dalfsen exposities van (professionele) kunst

Subsidienormen

 

De activiteitensubsidie bestaat uit:

a.een bijdrage voor het creëren en tentoonstellen van professionele kunst in de schuilkelder van

€ 3.500

b.een bijdrage voor tentoonstellingen in de voormalige synagoge van

€ 2.500

Projectsubsidie:

a.een bijdrage voor het project Kunstwegen van

€ 3.125

Paragraaf 4.7 Cultuureducatie

Kader: Organisaties kunnen hun steentje bijdragen aan cultuureducatie. Dat betekent dat deze activiteiten financieel gewaardeerd zullen worden door een subsidie.

 

De cultuureducatie voor de jongeren wordt binnen het gemeentelijk cultuurbeleid beschouwd als een speerpunt. Mensen worden vooral in hun jeugd door allerlei ervaringen beïnvloed. De gemeenteraad heeft daarom € 11.000 beschikbaar gesteld voor het stimuleren van cultuureducatie.

 

Cultuureducatie wordt meer en meer gebruikt als een verzamelnaam voor kunst en erfgoededucatie. Voor kunsteducatie wordt de volgende omschrijving gegeven: alle vormen van educatie waarbij kunst en/of kunstzinnige middelen en technieken als doel of als middel worden ingezet. Strikter gedefinieerd worden kunst en/of kunstzinnige middelen en technieken doelgericht ingezet, teneinde mensen de middelen in handen te geven om gemotiveerd keuzes te maken uit én deel te nemen aan een gevarieerd aanbod van kunstdisciplines en kunstproducten. Kortweg, doelgericht leren omgaan met kunst.

 

Cultuureducatie omvat alle materiële overblijfselen van de beschavingsgeschiedenis waaraan wordt gehecht. Dus niet alleen de kunsten, maar een breder gebied van cultureel erfgoed.

We kunnen ons geen ontwikkeling van jonge mensen voorstellen zonder kennismaking met cultuuruitingen, actuele en historische, vertrouwde en minder vertrouwde. Het gaat hierbij (volgens het advies van de commissie Kerndoelen basisonderwijs) om drie zaken:

  • -

    toerusting voor de toekomst, zodat jonge mensen straks adequaat kunnen participeren in de samenleving; kunst en cultuur vormen daar een belangrijk onderdeel van

  • -

    overdracht van culturele verworvenheden

  • -

    ruimte voor individuele ontwikkeling door het opdoen van persoonlijke, vormende ervaringen

     

Cultuureducatie is verder van belang, omdat het bijdraagt aan een beter/rijker leerklimaat. Dat gebeurt onder andere doordat cultuureducatie

  • -

    gelegenheid biedt om te scheppen

  • -

    mengvormen stimuleert van individueel en gemeenschappelijk leren

  • -

    ruimte biedt voor eigen initiatief

  • -

    inspiratie aanreikt uit vele culturen

  • -

    een tegenwicht vormt tegen de beoordeling “goed - fout”

Cultuureducatie brengt in de praktijk wat in veel theorieën wordt beschreven als een gewenst leerklimaat.

 

Cultuureducatie is nog om een andere reden van belang. Het geeft vorm aan een aantrekkelijke, inspirerende visie op leren en is aldus een voorbeeld voor onderwijs op andere leergebieden. Leren lukt alleen als het betekenisvol is.

Mensen zijn, als ze volwassen zijn, meer gemotiveerd om te blijven leren wanneer ze als leerling manieren van leren hebben ervaren die hen zijn bevallen, kortom als ze hebben “leren leren”.

 

Cultuureducatie is een uitwerking van het ideaal, dat de school een veel bredere taak heeft, die met “vorming & opvoeding” kan worden aangeduid. In de uitoefening van die brede taak speelt cultuureducatie een belangrijke rol. Deze erkenning heeft ertoe geleid dat het Rijk de cultuureducatie in het onderwijs wil versterken met een oplopend budget tot 22 miljoen in het jaar 2007. Hiervoor moeten de scholen voldoen aan een aantal voorwaarden. Deze zijn:

  • -

    de school ontwikkelt een meerjarige visie op de functie van cultuureducatie

  • -

    de school neemt structureel deel aan een netwerk van scholen en culturele instellingen

  • -

    de school organiseert activiteiten die samenhangen met de meerjarige visie op cultuureducatie

  • -

    de school besteedt aandacht aan nascholing en opleiding van haar leraren

Binnen het gemeentelijk onderwijsbeleid wordt cultuureducatie, zoals hiervoor is neergeschreven, onderkend en als gevolg daarvan gestimuleerd.

4.7.1 Huidig beleid en ontwikkelingen

 

Momenteel worden de scholen binnen het primair onderwijs in deze gemeente gekarakteriseerd als “Komen & Gaan”. Dit houdt in dat het een komen en gaan is op school. Groepen leerlingen gaan op stap, kunstenaars komen naar school, projecten gaan van start, nieuwe ideeën zijn welkom, de schooldeur staat open. Buiten de school zijn diverse actoren actief om de school te stimuleren tot participatie, maar de school beslist: het moet wel passen, zowel financieel als organisatorisch.

De Culturele instellingen spelen hierop in door een breed scala aan cultuureducatieve activiteiten aan te bieden.

De gemeente stimuleert en faciliteert zodat er culturele activiteiten worden aangeboden, waarvan de scholen tegen lage kosten gebruik kunnen maken. Hierbij valt te denken aan de volgende activiteiten: Kunstbende, Kunst op School en het project Zin in Klassiek. De gemeente zet de eerste stappen op weg naar een eigen beleid voor cultuureducatie.

Het “Komen & Gaan” is een activiteitengericht scenario. Het creëert een sfeer van levendigheid, vernieuwing, enthousiasme en betrokkenheid. Naast een korte termijnplanning hebben de scholen behoefte aan hulp. Dat is op zichzelf gezien niet verkeerd, maar het zou interessanter zijn wanneer de scholen bewust kiezen voor een bepaalde identiteit, activiteiten, die om bepaalde redenen bij hen passen en/of aansluiten bij de wensen van de leerlingen.

 

In een dergelijk scenario zouden de scholen zich nadrukkelijk kunnen profileren met een cultuurprofiel. Het karakter van deze scholen wordt gekenmerkt door “Vragen en Aanbieden”. Het schoolteam bezit zelf de nodige expertise. Dat is een vereiste om zelf een vraag te ontwikkelen, waarbij een passend aanbod kan worden gezocht. Cultuureducatie zou zich dan kunnen ontwikkelen tot een methode van leren voor andere “vakken”.

Culturele instellingen helpen de scholen zich te ontwikkelen van afnemer tot samenwerkingspartner.

De gemeente ontwikkelt eigen beleid op het gebied van cultuureducatie. De gemeente initieert netwerken waarin scholen en culturele instellingen elkaar treffen en tot afspraken kunnen komen. De gemeente maakt afspraken met culturele instellingen, die ze (mee)financiert over hun cultuureducatieve taak voor het primair onderwijs.

In dit concept nemen scholen hun verantwoordelijkheid voor het zelf bepalen van visie, missie, profilering en onderwijsdoelen.

 

Zowel het primair als het voortgezet onderwijs ontvingen de afgelopen jaren een subsidie voor een cultureel programma.

4.7.2 Gemeentelijk beleid

 

Vanuit het gemeentelijk cultuurbeleid wordt door de gemeente Dalfsen het belang van cultuureducatie nog eens benadrukt. In deze planperiode wordt vooral ingezet op het (in breder verband) stimuleren van het primair onderwijs met als doel het niveau, zoals is aangegeven met de karakteristiek Komen & Gaan wordt bereikt. Tegelijkertijd wenst de gemeente Dalfsen met het (primair en voortgezet) onderwijs en de culturele instellingen na te gaan of er netwerken kunnen worden gevormd, die willen samenwerken, om te komen tot zelfsturende scholen op het gebied van cultuureducatie, volgens het scenario “Vragen en Aanbieden”. Deze netwerken zullen zo snel mogelijk worden opgestart. Hierdoor kan het gemeentelijk beleid voor de jaren 2008 en daarna verder worden ontwikkeld.

Vanwege de ombuigingen is het beschikbare budget bepaald op € 10.334.

Binnen het door de provincie ontwikkelde project De Kunstbende, waar inmiddels de organisatie is ondergebracht bij De Muzerie, kunnen kinderen, na begeleiding door professionals, zich op allerlei gebieden ontwikkelen. Het project wordt afgesloten met een presentatie van deelnemers uit de Overijsselse gemeenten.

Beleidsregels Cultuureducatie

Doelstelling

Jeugd op het primair en voortgezet onderwijs vormen van educatie aanbieden, waarbij kunst en/of kunstzinnige middelen en technieken als doel en als middel worden ingezet. Een secundair doel is dat het onderwijs met culturele instellingen en gemeente op het gebied van cultuureducatie gaat samenwerken.

Subsidiebasis

Subsidieverordening Welzijn 2003 gemeente Dalfsen

Subsidievorm

activiteitensubsidie of projectsubsidie

Subsidiecriteria

 

  • 1.

    activiteiten betreffen gevarieerd educatief programma, waarin de vormen van muziek, zang, dans en theater herkenbaar zijn

  • 2.

    de activiteiten richten zich op de jeugd die staan ingeschreven bij het primair en voortgezet onderwijs in de gemeente Dalfsen

  • 3.

    het onderwijs participeert in het door de gemeente te initiëren samenwerkingsverband cultuureducatie

Subsidienormen

 

De activiteitensubsidie bestaat uit:

a.een bijdrage aan een school of combinatie van scholen uit het primair onderwijs voor een programma cultuureducatie van maximaal

€ 9.334

b.een bijdrage aan het Agnietencollege voor programma cultuureducatie van

€ 1.000

Projectsubsidie:

a.een bijdrage voor het project De Kunstbende van

€ 250

4.8 Streekomroep

Kader:Vechtdal FM mag op blijvende financiële steun rekenen. Belangrijk daarbij is, dat de luisterbereikbaarheid in de gemeente gewaarborgd wordt. De vergoeding voor de locale radio in het gemeentefonds is het maximale bedrag dat beschikbaar kan worden gesteld.

4.8.1 Terugblik

 

In de gemeente Dalfsen werd de streekomroep radio Vechtdal FM opgericht. De organisatie ligt in handen van de stichting Lokale Omroep Dalfsen, Ommen, Nieuwleusen (LODON). Deze stichting voldoet aan de eisen van de Mediawet, waardoor het Commissariaat voor de Media in 2004 voor een periode van vijf jaar zendtijd heeft toegewezen.

De stichting voldoet als gevolg hiervan aan de volgende voorwaarden.

  • -

    er is sprake van een omroepinstelling met volledige rechtsbevoegdheid

  • -

    in de statuten is de doelstelling van de stichting omschreven

  • -

    er is een programmabeleidbepalend orgaan (PBO)

  • -

    houdt zich aan het productie, programma, reclame en sponsorvoorschrift

  • -

    het commissariaat houdt toezicht op het programmabeleid door middel van het programmavoorschrift.

In de afgelopen periode heeft het contact tussen de gemeente(n) en de stichting LODON zich ontwikkeld naar een tweejaarlijks overleg op bestuurlijk niveau.

4.8.2 Gemeentelijk beleid Streekomroep

 

De gemeente Dalfsen erkent de streekomroep vooral als een middel, waardoor inwoners zich frequent op de hoogte kunnen houden van het locale nieuws en kunnen luisteren naar programma’s, die verband houden met de eigen gemeenschap.

Sinds het jaar 2005 wordt de te verlenen subsidie berekend overeenkomstig de rijkssubsidie, die werd vastgesteld op € 1,01 x het aantal wooneenheden, maar onder aftrek van € 250 ambtelijke uitvoeringskosten. De rijkssubsidie is overigens niet geoormerkt.

 

Jaarlijks wordt er op bestuurlijk niveau tweemaal overleg gevoerd. Dat heeft geleid tot de volgende afspraken:

  • -

    opstellen van een beleidsplan

  • -

    vergroten luisterbereik, waardoor inmiddels radio Vechtdal FM overal in de gemeente kan worden beluisterd

  • -

    instellen van een periodiek luisteronderzoek

  • -

    een onderzoek naar de mogelijkheden om de raadscommissies in plaats van de raadsvergaderingen uit te zenden

     

Het initiatief van de stichting LODON wordt door de gemeente Dalfsen erg gewaardeerd. De stichting werkt met ongeveer 75 vrijwilligers, die met elkaar zorgen voor de instandhouding van de omroep. Uit het beleidsplan “De weg naar bekendheid” blijkt dat wordt toegewerkt naar een “professionele” (door vrijwilligers) organisatie én uitstraling. Het voornemen is ondermeer om beleidsvoornemens te vertalen in een meerjarenbegroting.

Uit het luisteronderzoek in het jaar 2004 blijkt dat radio Vechtdal FM zowel in Dalfsen als in Nieuwleusen voorziet in een behoefte. Lemelerveld zal dit jaar ook in de enquête worden betrokken.

Door het karakter van de streekomroep, het onafhankelijk kunnen functioneren, wordt aan de subsidieverlening, overeenkomstig de wens van het rijk/de staatssecretaris, geen voorwaarden aan de subsidieverlening verbonden.

In verband met de nullijn zullen de beleidsregels zodanig worden gesteld dat de subsidie t/m het jaar 2007 niet zal worden verhoogd.

Beleidsregels Streekomroep

Doelstelling

een middel waardoor inwoners zich op de hoogte kunnen houden van het locale nieuws en kunnen luisteren naar programma’s, die verband houden met de eigen lokale gemeenschap

Subsidiebasis

Subsidieverordening Welzijn gemeente Dalfsen

Subsidievorm

activiteitensubsidie

Subsidiecriteria

 

1.de instelling beschikt over een zendmachtiging die door het Commissariaat voor de Media wordt verleend

Subsidienormen:

De activiteitensubsidie bestaat uit:

a.een bijdrage voor de uitzendingen van Radio Vechtdal van

€ 9.991

4.9 Festiviteiten

Kader:Het financieel bijdragen aan één grote festiviteit per kern is voldoende. Wanneer organisaties (nauw) samenwerken is dat een pré. Daarbij wordt er vanuit gegaan dat organisaties samenwerken.

Voor specifiek op de jeugd gerichte activiteiten of specifieke onderdelen van andere festiviteiten of manifestaties wordt een uitzondering gemaakt. Per kern kan een extra subsidie worden gekregen.

 

Festiviteiten als kermis, circus, spellen, zang en muziek kenmerken de Nederlandse cultuur. Ze horen nu eenmaal bij elk dorp of stad dat zichzelf maar enigszins respecteert.

4.9.1 Terugblik

 

Ook in de gemeente Dalfsen vinden vele initiatieven plaats, die leiden tot allerlei festiviteiten. Hiervoor zijn meerdere geschikte accommodaties en terreinen beschikbaar. De Oranje/Festiviteiten verenigingen in de te onderscheiden kernen, met uitzondering van Nieuwleusen, die nimmer een subsidie heeft gevraagd, hebben structureel een subsidie gehad.

Sinds 2004 ontvangen ook de stichting Promotie Ongekend Talent (SPOT) en het Cultuurplatform een subsidie. Aan deze subsidieverlening werd de voorwaarde verbonden dat de activiteiten ook op de jeugd gericht moest zijn. Het Cultuurplatform heeft inmiddels twee cultuurmanifestaties georganiseerd.

Eén in Dalfsen en één in Nieuwleusen. Voor 2005 staat Lemelerveld op het programma.

De stichting Midzomeravondfestival heeft alleen in het jaar 2003 een activiteit georganiseerd.

De stichting Festiviteiten Lemelerveld heeft gevraagd om een hogere subsidie. De gevraagde informatie ter beoordeling van dat verzoek is tot dusverre echter nog niet ontvangen.

Uit de gehouden enquête blijkt de wens om Dalfsen als een culturele gezinde gemeente op de kaart te zetten.

Het beschikbare budget voor de festiviteiten wordt als volgt gevormd.

-subsidies Oranje/Festiviteitenverenigingen

€ 1.802

-subsidie Spot

€ 500

-subsidie Brugconcerten

€ 370

-subsidie Cultuurplatform

€ 4.800

Totaal

€ 7.472

4.9.2 Gemeentelijk beleid

 

De festiviteiten passen goed bij de uitgangspunten van het gemeentelijk cultuurbeleid. De dorpen onderkennen het belang van deze activiteiten, waardoor particulieren en bedrijven bereid zijn om bij te dragen in de kosten. Verder worden de activiteiten ook betaald door de inkomsten uit consumpties en entreegeld. Vanuit deze optiek bezien wordt een geringe subsidie voor de Oranje/festiviteiten verenigingen als voldoende beschouwd. Voor de langere termijn behoeven hier namelijk geen financiële problemen te ontstaan.

Voor de Cultuurmanifestatie en de activiteiten van Spot ligt dit anders. Met de cultuurmanifestatie wordt jaarlijks in één van de dorpen de aandacht gevestigd op cultuuruitingen, zoals kunst, zang en muziek. Spot stelt zich ten doel om ongekend talent uit de gemeente de mogelijkheid te bieden om zich te presenteren. Het is van belang dat deze activiteiten laagdrempelig zijn, zodat geen entreegelden worden geheven. Aan de subsidieverlening worden de voorwaarden verbonden, dat de activiteiten ook op de jeugd moeten zijn gericht en dat de cultuurmanifestatie rouleert over de dorpen Dalfsen, Nieuwleusen en Lemelerveld.

De stichting Brugconcerten organiseert een vijftal klassieke concerten. Deze concerten worden als een bijzondere aanvulling op het culturele aanbod aangemerkt.

Beleidsregels Festiviteiten

Doelstelling

Stimuleren van festiviteiten voor primair de lokale bevolking

Subsidiebasis

Subsidieverordening Welzijn 2003 gemeente Dalfsen

Subsidievorm

Activiteitensubsidie

Subsidiecriteria

 

  • 1.

    de organisatie organiseert activiteiten zonder winstoogmerk

  • 2.

    de activiteiten worden gericht op ontspanning, kunst, muziek, toneel, dans en/of zang

  • 3.

    de activiteit is een gelegenheid voor presentatie van ongekend talent

  • 4.

    de cultuurmanifestatie vindt plaats in Dalfsen, Nieuwleusen of Lemelerveld

Subsidienormen

 

De activiteitensubsidie bestaat uit:

a.een bijdrage aan het Cultuurplatform voor het organiseren van cultuurmanifestatie van

€ 4.800

b.een bijdrage aan SPOT voor het etaleren van ongekend talent van

€ 1.500

c.een bijdrage aan de stichting Brugconcerten van

€ 400

d.een bijdrage aan de Oranje/festiviteitenverenigingen per vereniging van

€ 250

4.10 Overige activiteiten

 

Zowel de Stichting Kunst en Cultuur als de Vereniging Kleine Kernen zijn overkoepelende organisaties, die in Overijssel de cultuurinstellingen ondersteunen bij haar activiteiten. Daarom hebben beide instellingen de afgelopen periode een subsidie gehad. Deze subsidie bedraagt in 2005 respectievelijk € 265 en € 357. Deze bedragen zijn afgesteld op de omvang van de gemeente. De totale gemeenten in Overijssel dragen zorg voor de nodige inkomsten.

Voor onderhavige periode wordt waarde gehecht aan het voortzetten van het bestaande beleid.

Beleidsregels overige activiteiten

Doelstelling

Bevorderen dat de cultuurinstellingen desgevraagd worden ondersteund.

Subsidiebasis

Subsidieverordening Welzijn 2003 gemeente Dalfsen

Subsidievorm

Activiteitensubsidie

Subsidiecriteria

1.het verlenen van ondersteuning aan cultuurinstellingen

Subsidienormen

 

-aan de stichting Kunst en Cultuur Overijssel een subsidie te verlenen van

€ 300

-aan de vereniging Kleine Kernen een subsidie verlenen van

€ 300

5.Financieel overzicht

In dit hoofdstuk zal een overzicht worden gegeven van de budgetten per te onderscheiden activiteit. Hierbij wordt een vergelijk gemaakt tussen de structurele subsidies/budgetten zoals ze in 2005 zijn verleend én de budgetten die nodig zijn om het geformuleerde beleid in deze nota te kunnen uitvoeren. Voor de incidentele subsidies oftewel de projecten zijn de uitgaven over 2004 genomen.

Met dit overzicht worden de financiële effecten van het beleid getoond. Daarbij wordt de kanttekening geplaatst dat de subsidies jaarlijks werden geïndexeerd terwijl de subsidienormen in deze nota t/m het jaar 2007 niet zullen worden aangepast.

Voorziening/Activiteiten

Uitgaven oud beleid

Uitgaven nieuw beleid

1.Bibliotheekwerk

€ 525.766

€ 540.766 + “1,3% L’veld”

2.Cultuur/muziekonderwijs

€ 50.000

€ 50.000

3.Beeldende Kunst

€ 0,70 per verkochte m2 bouwgrond

€ 0,70 per verkochte m2 bouwgrond

4.Amateurkunst

-muziek

-zang

-jeugdkoren

-dans/toneel

-orgelcommissie

-Agnietencollege/basisscholen

-4 mei

Totaal

Projecten

€ 14.587

€ 7.193

------

€ 285

€ 310

€ 640

€ 450

€ 23.465

€ 3.500

€ 16.000

€ 3.000

€ 1.100

€ 800

-------

-------

€ 450

€ 21.350

€ 3.000

5.Cultureel erfgoed etc.

-Historische Kring

-N’jluusn van vrogger

-Westermolen

-IJsselacademie

Totaal

Projecten

€ 9.270

€ 2.565

€ 385

€ 8.032

€ 20.252

€ 1.600

€ 9.270

€ 2.565

€ 385

€ 8.032

€ 20.252

€ 4.000

6.Kunst

-Safe

-Voormalige Synagoge

Totaal

Project Kunstwegen

€ 3.500

€ 2.500

€ 6.000

€ 3.125

€ 3.500

€ 2.500

€ 6.000

€ 3.125

7.Cultuureducatie

-primair onderwijs

-voortgezet onderwijs

Totaal

Projecten

€ 270

€ 750

€ 1.020

€ 3.677

€ 9.334

€ 1.000

€ 10.334

€ 250

8.Streekomroep

€ 9.991

€ 9.991

9.Festiviteiten

-Oranje/Festiviteitenvereniging

-Spot

-Brugconcerten

-Cultuurplatform

Totaal

€ 1.802

€ 500

€ 370

€ 4.800

€ 7.472

€ 1.250

€ 1.500

€ 400

€ 4.800

€ 7.950

10.Overige Activiteiten

-Kunst en Cultuur

-Kleine Kernen

Totaal

€ 264

€ 357

€ 621

€ 300

€ 300

€ 600

Toelichting Financieel Overzicht

Het bedrag aan budget en activiteitensubsidies is voor het nieuwe beleid vastgesteld op een bedrag van € 667.243 per jaar. Voor het oude beleid was dit bedrag € 654.567; een verschil van € 12.676.

Bij deze cijfers zijn de uitgaven voor Kunst niet meegenomen; deze uitgaven worden bepaald door het aantal verkochte m2 bouwgrond en het aantal aan te schaffen kunstwerken.

Om een zuiver vergelijk te maken is bij de vaststelling van het beschikbare budget projectsubsidies cultuureducatie bij “oud beleid” uitgegaan van de beschikbare middelen, ergo € 11.000, in plaats van

€ 1.022.

Van het totaalbedrag “oud beleid”is vervolgens € 640 (in mindering gebracht, omdat deze structurele subsidies zowel onder de amateurkunst (scholen) als cultuureducatie zijn opgenomen. De reden daarvoor is dat middelen van het ene naar het andere deelterrein zijn overgeheveld.

Doordat het beschikbare budget structureel met € 15.000 (bibliotheek) is verhoogd mag worden geconcludeerd dat van de budget en activiteiten subsidies een bedrag van € 2.324 is vrijgespeeld. Dit bedrag is nodig voor de financiering van de projectsubsidies.

 

Voor de uitvoering van de (nieuwe) projecten is in totaal een bedrag van € 10.125 geraamd. In de afgelopen jaren werd voor projecten gemiddeld een bedrag van € 8.225 uitgegeven Dit laatste bedrag is berekend door uit te gaan van het gemiddelde van de verleende projectsubsidies in 2003, 2004 en 2005.

Bij de vaststelling van de uitgaven projectsubsidies zijn de subsidies, die op het terrein van Cultuureducatie zijn uitgegeven niet meegenomen, omdat ze zijn betaald uit het budget cultuureducatie.

Voor de projectsubsidies is € 1.900 meer geraamd dan in de afgelopen jaren. Dat bedrag wordt bijna gedekt door het hierboven aangegeven bedrag van € 2.324. Het restant wordt aangewend voor de overgangsregeling, zie paragraaf 5.1.

 

Voor het bibliotheekwerk is de subsidie voor de exploitatie van de voorziening in De Mozaïek meegenomen onder de uitgaven “oud beleid”. De structurele verhoging van € 15.000 per 2004 is niet meegenomen om daarmee aan te geven dat de subsidie voor dit beleidsveld is verhoogd. Het bedrag van € 15.000 is meegenomen in de (meerjaren)begroting.

 

Het budget amateurkunst (oud beleid) is verhoogd met de budgetten cultuureducatie, die voor het onderwijs werden uitgegeven en het budget orgelcommissie. Totaal: € 950. Het budget van € 10.334 voor cultuureducatie wordt namelijk als voldoende beschouwd; hieruit vloeit voort dat de orgelcommissie niet langer zal worden gesubsidieerd.

Bij de raming amateurkunst is uitgegaan van 6 muziekverenigingen, 11 zangverenigingen, 2 jeugdkoren en 1 dans/toneel vereniging en 1 jeugdafdeling. Wanneer er door meer verenigingen een beroep wordt gedaan op de subsidiemogelijkheden, dan zal het beschikbare budget bij het betreffende onderdeel (bijvoorbeeld de zang) met de daarbij horende norm worden opgedeeld onder het aantal verenigingen dat subsidie aanvraagt (subsidieplafond).

 

Het bedrag van € 4.000 voor projecten op het terrein van het cultureel erfgoed wordt geoormerkt en daardoor onttrokken aan de stelpost projectsubsidies.

 

Het bedrag van € 11.000 voor cultuureducatie is in de (meerjaren)begroting opgenomen.

 

De uitgaven voor de Oranje/Festiviteiten verenigingen zijn ongeveer € 500 hoger.

 

Omdat bij de berekening van de uitgaven “oud beleid” is uitgegaan van de verleende subsidies en bepaalde activiteiten zijn verschoven van het ene naar het andere deelterrein zijn er kleine verschillen te constateren ten opzichte van de begrotingscijfers.

 

Het nieuwe beleid zal worden vertaald in de begroting 2006.

 

5.1 Overgangsregeling

 

In de Kadernota Welzijn 2002 – 2007 is een Overgangsregeling vastgesteld (pag. 30) voor de instellingen, die minder subsidie zullen ontvangen door de harmonisatie van subsidiecriteria. Deze regeling luidt:

Indien als gevolg van de harmonisatieregeling het verschil in het subsidiebedrag op basis van de oude regeling en de nieuwe regeling minder bedraagt dan € 750 per jaar voor een instelling dan wordt voor de harmonisatie geen overgangstermijn gehanteerd.

Bij een verschil van € 750 tot € 5.000 geldt een overgangstermijn van twee jaar, waarbij per jaar de helft van het verschil wordt overbrugd.

Op grond van deze regeling komen de volgende verenigingen in aanmerking voor een subsidie op grond van de Overgangsregeling.

Oranjevereniging Dalfsen

€ 493

DES

€ 560

Sursum Corda

€ 607

Totaal

€ 1.660

Dit bedrag zal uit de middelen van de afdeling Welzijn worden onttrokken.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 31 oktober 2005.

De raad voornoemd,

de voorzitter, de griffier,

L.V. Elfers H.C. Lankman

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Inleiding

Hoofdstuk 2 Betekenis en reikwijdte van het gemeentelijk cultuurbeleid

Hoofdstuk 3 Doelstellingen van het gemeentelijk cultuurbeleid

Hoofdstuk 4 De deelterreinen

4.1 Bibliotheekwerk

4.1.1 Terugblik 2001 t/m 2004

4.1.2 De ontwikkelingen op het terrein van het bibliotheekwerk

4.1.3 Gemeentelijk bibliotheekbeleid 2005 t/m 2007

4.2 Cultuur/Muziekonderwijs

4.2.1 Terugblik 2001 t/m 2004

4.2.2 Ontwikkelingen

4.2.3 Gemeentelijk beleid Cultuur/Muziekonderwijs

Beleidsregels Cultuur/muziekonderwijs

Doelstelling

Subsidiebasis

Subsidiecriteria

Subsidienormen

4.3 Beeldende Kunst

4.3.1 Terugblik gemeentelijk Kunstbeleid

4.3.2 Kunstbeleid voor de komende tijd

4.3.3 Besluitvorming aankoop kunst

4.3.4 Prioriteitenlijst locaties

4.3.5 Het budget

4.3.6 Actiepunten

4.4 Amateurkunst

4.4.1 Terugblik

4.4.2 Gemeentelijk beleid Amateurkunst 2005 t/m 2007

Beleidsregels Amateurkunst

Doelstelling

Subsidiebasis

Subsidievorm

Subsidiecriteria

Subsidienormen

Kanttekeningen

4.5 Cultureel erfgoed/Cultuurtoerisme/Archeologie

4.5.1 Terugblik

4.5.2 Gemeentelijk beleid Cultureel erfgoed

Beleidsregels Cultureel Erfgoed

Doelstelling

Subsidiebasis

Subsidievorm

Subsidiecriteria

Subsidienormen

4.5.3 Cultuurtoerisme

4.5.4 Archeologie

4.6 Kunst

4.6.1 Terugblik

4.6.2 Gemeentelijk Kunstbeleid

Beleidsregels Kunstbeleid

Doelstelling

Subsidiebasis

Subsidievorm

Subsidiecriterium

Subsidienormen

Paragraaf 4.7 Cultuureducatie

4.7.1 Huidig beleid en ontwikkelingen

4.7.2 Gemeentelijk beleid

Beleidsregels Cultuureducatie

Doelstelling

Subsidiebasis

Subsidievorm

Subsidiecriteria

Subsidienormen

4.8 Streekomroep

4.8.1 Terugblik

4.8.2 Gemeentelijk beleid Streekomroep

Beleidsregels Streekomroep

Doelstelling

Subsidiebasis

Subsidievorm

Subsidiecriteria

4.9 Festiviteiten

4.9.1 Terugblik

4.9.2 Gemeentelijk beleid

Beleidsregels Festiviteiten

Doelstelling

Subsidiebasis

Subsidievorm

Subsidiecriteria

Subsidienormen

4.10 Overige activiteiten

Beleidsregels overige activiteiten

Doelstelling

Subsidiebasis

Subsidievorm

Subsidiecriteria

Subsidienormen

5.Financieel overzicht

5.1 Overgangsregeling