Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Breda

Verordening Cliëntenparticipatie de Brug

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBreda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Cliëntenparticipatie de Brug
CiteertitelVerordening Cliëntenparticipatie de Brug
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsociale zaken

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Cliëntenraad Breda.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet investeren in jongeren, art. 12 lid 1 onderdeel d
  2. Wet werk en bijstand, art. 47
  3. Wet Sociale Werkvoorziening, art. 2 lid 3
  4. Gemeentewet, art. 147
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-200901-10-200901-01-2015Wijziging

01-10-2009

Het Stadsblad Breda, 23-12-2009

35388
18-09-200824-12-2009Nieuwe regeling

11-09-2008

Het Stadsblad Breda, 17-09-2008

32626

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Cliëntenparticipatie de Brug

De raad van de gemeente Breda;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen;

 

gelet op de artikelen 147 en 192 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

De Verordening Cliëntenparticipatie De Brug met toelichting vast te stellen.

Artikel 1 Doelstelling

De Cliëntenraad De Brug (verder: Cliëntenraad) behartigt de specifieke behoeften en belangen van Bredase burgers, (potentiële) cliënten van De Brug (verder: de doelgroep), in de voorbereiding, vaststelling en uitvoering van integraal beleid op het terrein van werk, inkomen en zorg. De Cliëntenraad laat zich over de specifieke behoeften en belangen van de doelgroep ondermeer adviseren door het Cliëntenforum van De Brug en door (ervarings-) deskundigen.

Artikel 2 Taken

  • 1.

    De Cliëntenraad heeft tot taak het geven van gevraagd en ongevraagd advies aan het college en de raad over de invoering en de (wijze van) uitvoering van integraal beleid op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet Investeren in Jongeren (WIJ), de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en andere wettelijke en gemeentelijke regelingen, die betrekking hebben op de doelgroep.

  • 2.

    De Cliëntenraad vervult zijn adviesfunctie met inachtneming van zijn doelstelling en het bepaalde in deze verordening.

  • 3.

    De Cliëntenraad stelt jaarlijks een werkplan op met aandacht voor te ondernemen activiteiten, te volgen opleidingen, in te schakelen (ervarings-)deskundigen en communicatie voor en naar de doelgroep.

  • 4.

    In dit werkplan wordt opgenomen hoe de Cliëntenraad de adviezen van het Cliëntenforum betrekt in de advisering richting college en de raad.

  • 5.

    Binnen 6 maanden na installatie stelt de Cliëntenraad het eerste werkplan vast. Vervolgens stelt de Cliëntenraad ieder jaar in januari een werkplan vast.

Artikel 3 Samenstelling en benoeming

  • 1.

    De Cliëntenraad heeft een oneven aantal leden van minimaal 7 en maximaal 11 leden en evenveel plaatsvervangende leden.

  • 2.

    De Cliëntenraad wordt gevormd door cliënten van De Brug, en/of hun vertegenwoordigers van belangenorganisaties en vertegenwoordigers vanuit de cliëntenraden van het UWV WERKbedrijf.

  • 3.

    Cliënten en belangenorganisaties worden geselecteerd namens het college na openbare werving.

  • 4.

    De selectie vindt plaats op basis van een opgestelde profielschets.

  • 5.

    De leden en de plaatsvervangend leden worden door het college benoemd.

  • 6.

    De leden, die als vertegenwoordiger namens een belangenorganisatie optreden, worden op basis van schriftelijke voordracht van de aangewezen organisaties, door het college benoemd.

  • 7.

    De in het derde lid bedoelde organisaties dienen een cliënt van De Brug voor te dragen.

  • 8.

    Als het afvaardigen van een geschikte cliënt van De Brug niet mogelijk is, is een voordracht van een niet-cliënt door de organisatie toegestaan.

  • 9.

    Een lid of plaatsvervangend lid dient in alle gevallen in de gemeente Breda woonachtig te zijn.

  • 10.

    Het lidmaatschap of plaatsvervangend lidmaatschap van de Cliëntenraad is niet verenigbaar met het lidmaatschap van:

    • a.

      de raad;

    • b.

      een andere door het gemeentebestuur van Breda ingestelde bestuurscommissie;

    • c.

      een andere door het management van het UWV WERKbedrijf ingestelde bestuurscommissie, anders dan de eigen cliëntvertegenwoordiging.

  • 11.

    Het college deelt de betrokkene schriftelijk mede, dat hij/zij is benoemd tot lid respectievelijk plaatsvervangend lid van de Cliëntenraad. De benoemde deelt binnen 14 dagen aan het college mee, of hij de benoeming aanvaardt.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter van de Cliëntenraad is onafhankelijk en wordt door het college benoemd na een openbare werving.

  • 2.

    Artikel 3, tiende lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    De Cliëntenraad wijst uit zijn midden een vice-voorzitter aan.

Artikel 5 Secretaris

De Cliëntenraad benoemt een van de leden tot secretaris van de raad.

Artikel 6 Lidmaatschap

  • 1.

    De benoeming van de voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden geschiedt voor de duur van drie jaar.

  • 2.

    De voorzitter, de leden en plaatsvervangend leden kunnen maximaal één maal worden herbenoemd.

  • 3.

    Zowel de voorzitter als de individuele leden kunnen te allen tijde ontslag vragen.

  • 4.

    Het college kan, de Cliëntenraad gehoord hebbend, te allen tijde aan een lid ontslag verlenen.

  • 5.

    Voor de benoeming van een lid in een tussentijdse vacature is de in artikel 3 vastgestelde procedure van overeenkomstige toepassing.

  • 6.

    Het college kan afwijken van het gestelde in dit artikel, om de continuïteit van de Cliëntenraad te waarborgen.

Artikel 7 Einde lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van de Cliëntenraad eindigt:

    • a.

      door beëindiging van de zittingsperiode in de Cliëntenraad;

    • b.

      voor zover het een cliënt van De Brug betreft, door het niet langer cliënt zijn van De Brug;

    • c.

      door het besluit van een belangenorganisatie om een lid niet meer af te vaardigen;

    • d.

      door overlijden;

    • e.

      door tussentijds ontslag, als bedoeld in het derde of het vierde lid van artikel 6;

    • f.

      door het aanvaarden van een onverenigbare functie, als genoemd in artikel 3, tiende lid.

  • 2.

    Het college kan afwijken van het gestelde onder a tot en met c en e tot en met f in dit artikel, om de continuïteit van de Cliëntenraad te waarborgen.

Artikel 8 Overleg met de Cliëntenraad

  • 1.

    Ter realisatie van een goede invulling van het gestelde in artikel 47 van de WWB, artikel 12 WIJ, artikel 2, lid 3 van de WSW, en de artikelenl 1 en 2 van deze verordening, heeft de directeur Sociale Zaken namens het college minimaal 2 maal per jaar overleg met de Cliëntenraad. De vestigingsmanagers van UWV WERKbedrijf en de Bredase Samenwerkende Bedrijven (BSW) kunnen hierbij worden uitgenodigd.

  • 2.

    De agenda van dit overleg wordt uiterlijk bij aanvang van het overleg in gezamenlijkheid vastgesteld.

  • 3.

    De Cliëntenraad wordt tijdens het periodieke overleg over de aan de orde zijnde ontwikkelingen geïnformeerd en uiterlijk tijdens dit overleg van de eventuele schriftelijke stukken ter zake voorzien.

Artikel 9 Vergaderingen Cliëntenraad

  • 1.

    De Cliëntenraad stelt met betrekking tot de gang van zaken tijdens en de wijze van verslaglegging van haar vergaderingen een huishoudelijk reglement op. Dit huishoudelijk reglement is openbaar.

  • 2.

    De vergaderingen van de Cliëntenraad zijn openbaar. De Cliëntenraad kan besluiten dat omtrent een of meerdere onderwerpen in beslotenheid zal worden beraadslaagd en/of besloten.

  • 3.

    Een plaatsvervangend lid kan deelnemen aan alle vergaderingen van de Cliëntenraad, maar kan uitsluitend bij afwezigheid van het lid deelnemen aan het besluitvormingsproces van de Cliëntenraad.

Artikel 10 Besluitvorming

  • 1.

    Het door de Cliëntenraad aan het college uitbrengen van een advies geschiedt met een meerderheid van de stemmen van de ter vergadering aanwezige leden of plaatsvervangende leden.

  • 2.

    Een ter vergadering aanwezig lid of plaatsvervangend lid kan vorderen, dat in het verslag wordt aangetekend dat niet met het advies kan worden ingestemd.

  • 3.

    Als bij een voorstel geen stemming wordt verlangd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 4.

    De voorzitter heeft geen stemrecht.

Artikel 11 Advisering

  • 1.

    Het college vraagt aan de Cliëntenraad advies over daarvoor, gelet op het bepaalde in artikel 1 en 2, in aanmerking komende onderwerpen.

  • 2.

    De Cliëntenraad betracht in voorkomende gevallen geheimhouding over het door het college gevraagde advies.

  • 3.

    De Cliëntenraad adviseert uiterlijk binnen zes weken.

  • 4.

    Als het niet mogelijk is om binnen de in het tweede lid genoemde termijn een advies uit te brengen, dan wordt dit vóór de afloop van die termijn schriftelijk aan het college medegedeeld met opgave van de redenen voor deze vertraging. De mededeling dient voorts de termijn te vermelden, waarbinnen het advies wordt uitgebracht.

  • 5.

    Alle adviezen van de Cliëntenraad worden schriftelijk en ondertekend door de voorzitter aan het college medegedeeld.

  • 6.

    Als het college besluit af te wijken van een advies van de Cliëntenraad, brengen zij dit met redenen omkleed ter kennis van de Cliëntenraad.

Artikel 12 Evaluatie

  • 1.

    De Cliëntenraad toetst, in een jaarlijks uit te brengen verslag, de resultaten van zijn functioneren in relatie tot de doelstellingen zoals vastgesteld in het werkplan.

  • 2.

    De Cliëntenraad rapporteert de resultaten van de in het eerste lid bedoelde evaluaties schriftelijk aan het college. Het college brengt deze resultaten ter kennis van de raad.

Artikel 13 Informatie en faciliteiten

  • 1.

    Door het college wordt aan de Cliëntenraad tijdig informatie verstrekt ten behoeve van het nakomen van het gestelde in artikel 1 en 2 van deze verordening.

  • 2.

    De Cliëntenraad kan zich laten adviseren door het digitale Cliëntenforum.

  • 3.

    Tenminste twee maal per jaar wordt dit cliëntenforum digitaal bevraagd over beleid op het terrein werk, inkomen en zorg.

  • 4.

    Indien nodig kan de Cliëntenraad zich laten adviseren door (ervarings-)deskundigen.

  • 5.

    Ter bevordering van de deskundigheid van de Cliëntenraad kan op verzoek van een meerderheid van de Cliëntenraad ambtelijke ondersteuning ter vergadering worden gevraagd.

  • 6.

    Het college stelt vergaderruimte beschikbaar.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1.

    In alle gevallen waarin het bepaalde in deze verordening niet voorziet met betrekking tot de werkwijze van de Cliëntenraad, beslist de Cliëntenraad.

  • 2.

    In alle overige gevallen waarin het bepaalde in deze verordening niet voorziet, beslist het college, gehoord de Cliëntenraad.

  • 3.

    Op zowel de voorzitter als de leden van de Cliëntenraad is de gemeentelijke “Verordening rechtspositie raads- en commissieleden” van toepassing.

  • 4.

    De verordening als genoemd in artikel 14, lid 3 is niet van toepassing op leden die namens het UWV WERKbedrijf deelnemen aan de Cliëntenraad; voor deze leden geldt de regeling vacatiegelden van het UWV WERKbedrijf.

  • 5.

    De Cliëntenraad komt op basis van een, door het college goed te keuren begroting, in aanmerking voor een vergoeding van uitvoeringskosten.

  • 6.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Cliëntenparticipatie De Brug”.

  • 7.

    Deze verordening treedt één dag na publicatie in het Stadsblad in werking. Met ingang van datzelfde moment wordt de “Verordening Cliëntenraad Breda” ingetrokken.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 11 september 2008

, voorzitter.

, griffier.

Toelichting behorende bij de Verordening Cliëntenparticipatie De Brug

In onderstaande toelichting wordt ingegaan op een aantal artikelen die toelichting behoeven.

 

Artikel 1

Burgers die gebruik moeten maken van de sociale zekerheid worden geconfronteerd met een stelsel van wet-en regelgeving dat van grote invloed is op hun bestaanszekerheid. Cliënten hebben zeker rechten, maar ook verplichtingen. Daarover moeten zij goed geïnformeerd worden en tevens moeten zij voldoende ondersteuning krijgen. Naast het op de hoogte brengen van hun rechten en plichten, moeten cliënten ook geïnformeerd worden over hun kansen en mogelijkheden als het gaat om re-integratie, werk, inkomen en zorg. Belemmeringen moeten daarbij zoveel mogelijk weggenomen worden. Hiervoor is een op lokaal niveau op de cliënt afgestemde dienstverlening vereist. De gemeente (directie Sociale Zaken en de BSW) en het UWV WERKbedrijf spelen hierin gezamenlijk een belangrijke rol. Evenzeer is het van belang om cliënten aan het woord te laten.

 

De Brug is één locatie voor werk, inkomen en zorg. Breda kent één bedrijfsverzamelgebouw. In dit bedrijfsverzamelgebouw worden Bredase burgers bediend op het terrein van werk, inkomen en zorg. Cliënten van de gemeente (Sociale Zaken en de BSW) en van het UWV WERKbedrijf hebben allen te maken met De Brug en zijn faciliteiten. De beleidsterreinen van de gemeente en het UWV Werkbedrijf kennen raakvlakken. Vanuit deze ketenbenadering kan daarom integrale cliëntenparticipatie plaatsvinden in de vorm van een Cliëntenraad De Brug en het digitale Cliëntenforum De Brug.

 

De Cliëntenraad wordt gevormd uit cliënten van de gemeente Breda en/of hun vertegenwoordigers namens een belangenorganisatie, die een goede afspiegeling vormen van alle burgers die gebruik maken van De Brug. Cliënten van De Brug kunnen zijn:

  • -

    burgers met een uitkering op grond van sociale zekerheid (WWB, WIJ, WW, WIA, Wajong, Anw);

  • -

    burgers met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm;

  • -

    werkzoekenden (nuggers);

  • -

    burgers die sw-geïndiceerd zijn of sw-plaatsing hebben.

 

Burgers met een SW-indicatie worden gevraagd mee te denken over het beleid dat de gemeente rondom de vernieuwde WSW voert. De WSW beoogt dat personen die voor de sociale werkvoorziening (verder: sw) zijn geïndiceerd zoveel mogelijk op reguliere arbeidsplaatsen gaan werken, passend bij hun capaciteiten en ambities. Hiervoor wordt de sturing en regie nadrukkelijk in handen gelegd van de gemeente. Door cliëntenparticipatie te verankeren in de WSW kunnen deze burgers meedenken over beleidskeuzes.

 

Het digitale Cliëntenforum bestaat uit cliënten die op vrijwillige basis hun advies op een snelle en eenvoudige wijze digitaal kunnen uitbrengen via www.debrugbreda.nl. Op die manier voeden cliënten de Cliëntenraad direct met suggesties en ideeën voor beleid, maar signaleert ook knelpunten in de uitvoering van het beleid. Het raadplegen van een cliëntenforum draagt bij aan het beter betrekken van de achterban bij cliëntenparticipatie.

Het digitale cliëntenforum wordt georganiseerd door de gemeente. Zowel de Cliëntenraad, als de gemeente en het UWV WERKbedrijf kan gebruik maken van de mogelijkheid advies te vragen en te krijgen.

De gemeente Breda voert de regie over de cliëntenparticipatie vanuit zijn wettelijke bevoegdheid op grond van artikel 47 WWB, artikel 12 WIJ en artikel 2, lid 3 WSW. De directie Sociale Zaken is de trekker van de Cliëntenraad; het UWV WERKbedrijf participeert op lokaal niveau. Laatstgenoemde organisatie levert vertegenwoordiging vanuit eigen regionale cliëntenraden. Dit zorgt voor een goede afstemming met de eigen achterban. Het UWV WERKbedrijf legt de regie en eindverantwoordelijkheid bij de gemeente Breda. Daar waar college of gemeente staat, kan in de meeste gevallen ook lokaal management van UWV WERKbedrijf gelezen worden.

Artikel 2

De Cliëntenraad heeft een adviserende taak met betrekking tot het arbeidsmarktbeleid (participatiebeleid en WSW-beleid), het inkomensbeleid en het armoedebeleid. De belangen van jongeren, SW-geïndiceerden, nuggers en Anw-ers worden nadrukkelijk meegewogen. De Cliëntenraad is niet bevoegd adviezen uit te brengen met betrekking tot de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Deze taak is opgedragen aan Wmo-klankbordgroep en begeleidingscommissie Wmo.

 

De cliëntenparticipatie bestaat uit een Cliëntenraad, die zich laat ondersteunen door een Cliëntenforum. Het digitale Cliëntenforum is een aanvulling op de Cliëntenraad. Dit Cliëntenforum bestaat uit cliënten die vrijwillig tenminste 2 maal per jaar digitaal worden benaderd met vragen van de Cliëntenraad op bovengenoemde terreinen. Ook de gemeente en het UWV Werkbedrijf kunnen het Cliëntenforum benaderen. Zij stellen de Cliëntenraad vooraf in kennis van de te stellen vragen en achteraf van de verkregen antwoorden.

Artikel 3

Artikel 3 regelt de samenstelling en benoeming van de leden van de Cliëntenraad. Het college neemt hierbij vooraf vastgestelde kwaliteitseisen in acht. Via een openbare werving worden leden geworven. Hiervoor wordt een advertentie geplaatst in het Stadsblad, waarin een profielschets wordt gegeven. Leden en belangenorganisaties moeten aantonen contacten met de doelgroep te onderhouden, over deskundigheid te beschikken en de belangen van de doelgroep te kunnen vertegenwoordigen.

 

De Cliëntenraad wordt bij voorkeur gevormd uit cliënten van de gemeente (inclusief SW-geïndiceerden) en het UWV WERKbedrijf, die individueel of door met name genoemde organisaties kunnen worden voorgedragen. Sociale Zaken onderzoekt of een cliënt via een participatieplaats kan deelnemen aan de Cliëntenraad. Door het primaat bij de benoeming van geschikte cliënten te leggen kan worden bereikt dat hun belangen rechtstreekser worden behartigd. Het zet de belangenorganisaties tevens aan om actief en gericht contacten te onderhouden met de doelgroep die zij vertegenwoordigen. Namens het UWV WERKbedrijf nemen twee vertegenwoordigers van de cliëntenraden UWV WERKbedrijf deel.

 

Het college benoemt de leden en de plaatsvervangend leden. Het college beoordeelt daarbij de voordrachten vanuit de organisaties. Dit vanuit de gedachte dat de organisaties bij voorkeur een geschikte cliënt als lid dienen voor te dragen. Het college wijst belangenorganisaties aan na de selectieprocedure.

 

De organisaties dienen in hun voordracht, bij een andere voordracht dan een cliënt van De Brug, aan te geven welke inspanningen zij hebben verricht om wél een cliënt te kunnen aanleveren. Mocht het ondanks deze inspanningsverplichting, met vermelding van redenen, een organisatie niet lukken een cliënt als (plaatsvervangend) lid voor te dragen, dan is een voordracht van een niet-cliënt of vertegenwoordiger van die organisatie toegestaan.

 

Artikel 4

In dit artikel is aangegeven dat de voorzitter onafhankelijk dient te zijn. Dit wordt gewaarborgd door het feit dat hij:

  • -

    géén cliënt van De Brug mag zijn:

  • -

    niet mag worden benoemd vanuit de leden van de Cliëntenraad;

  • -

    geen relatie mag hebben met de organisaties die leden voor de Cliëntenraad mogen voordragen;

  • -

    geselecteerd wordt op basis van een openbare vacature in een plaatselijk dagblad;

  • -

    op persoonlijke titel door het college wordt benoemd.

De zittingsduur van de voorzitter is gelijk aan die van de leden en plaatsvervangend leden. Dit geldt ook voor de mogelijkheid van herbenoembaarheid en de onverenigbaarheid van functies. De voorzitter heeft een adviserende taak, maar heeft geen stemrecht.

 

Artikel 5

De secretaris is een lid van de Cliëntenraad.

 

Artikel 6

In dit artikel is geregeld dat de voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden voor de duur van drie jaar, éénmaal te verlengen met drie jaar, kunnen worden benoemd.

Om de continuïteit van de Cliëntenraad te waarborgen kan het college afwijken van de duur van het lidmaatschap.

 

Artikel 7

Om de continuïteit van de Cliëntenraad te waarborgen kan het college afwijken van de redenen einde van het lidmaatschap.

 

Artikel 8

In dit artikel is aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan de verplichting van artikel 47 WWB, artikel 12 WIJ en artikel 2, lid 3 WSW met betrekking tot het periodiek te voeren overleg, het opstellen van de agenda van dit overleg en het voorzien in de informatiebehoefte van de Cliëntenraad. Het college hanteert als uitgangspunt dat de schriftelijke stukken 10 werkdagen vóór een vergadering worden verstrekt.

 

Artikel 9

In dit artikel wordt aangegeven hoe de Cliëntenraad vergadert en hoe verslag wordt gelegd van de vergaderingen. Dit stelt de Cliëntenraad in een huishoudelijk reglement vast. Bij het opstellen van dit reglement dient de Cliëntenraad rekening te houden met het bepaalde in het tweede en derde lid, te weten dat:

  • a.

    de vergaderingen openbaar dienen te zijn;

  • b.

    een plaatsvervangend lid uitsluitend bij afwezigheid van het lid aan het besluitvormingsproces van de Cliëntenraad mag deelnemen.

 

In het reglement moet ook worden bepaald op welke wijze de afvaardiging uit de Cliëntenraad verslag doet aan de leden van de Cliëntenraad van het periodieke overleg met de directeur Sociale Zaken en/of BSW (eventueel bijgestaan door de vestigingsmanager UWV WERKbedrijf).

Gelet op het openbare karakter van de vergadering mag een plaatsvervangend lid een vergadering van de Cliëntenraad ook bijwonen als het lid aanwezig is. De strekking van het tweede en derde lid in het onderlinge verband gelezen is echter, dat een plaatsvervangend lid bij gelijktijdige aanwezigheid van het lid niet mag deelnemen aan de beraadslagingen en het besluitvormingsproces.

Artikel 11

In dit artikel wordt ingegaan op de wijze waarop de Cliëntenraad gevraagde en ongevraagde adviezen dient te geven. Zoveel als mogelijk wordt de Cliëntenraad in het conceptstadium bij de beleidsvorming betrokken. Voorts is de termijn aangegeven waarbinnen een gevraagd advies moet worden uitgebracht. De Cliëntenraad heeft een geheimhoudingsplicht zolang beleidsnota’s nog niet openbaar zijn. In vertrouwelijkheid zijn de vertegenwoordigers van belangenorganisaties in de Cliëntenraad bevoegd hun achterban te raadplegen 9

Artikel 13

In dit artikel wordt de informatieplicht van de gemeente aan de Cliëntenraad geregeld. Het gaat daarbij om informatie die noodzakelijk is voor het functioneren van de Cliëntenraad.

Hierbij valt o.m. te denken aan:

  • .

    concept of vastgestelde beleidsnota’s;

  • .

    ontvangen circulaires van ministeries;

  • .

    kabinetsvoorstellen m.b.t. wijziging van uit te voeren wetten.

 

Uit een landelijke evaluatie over cliëntenparticipatie blijkt dat cliëntenraden moeite hebben met het bereiken van hun achterban en dat ook de continuïteit van de cliëntenraad door het verloop van leden niet gewaarborgd is. Om de continuïteit te waarborgen en cliënten te betrekken bij advisering over beleid wordt voorgesteld een cliëntenforum te vormen.

 

Cliënten kunnen (op vrijwillige basis) reageren richting de Cliëntenraad. De Cliëntenraad kan ook vragen stellen aan het Cliëntenforum. Op die manier voeden cliënten de cliëntenraad direct met suggesties en ideeën voor beleid. Dit draagt bij aan het beter betrekken van de achterban bij cliëntenparticipatie.

 

Ter bevordering van de deskundigheid wordt voorgesteld de Cliëntenraad op hun verzoek ambtelijk te ondersteunen. Een beleidsmedewerker van de gemeente neemt deel aan de vergaderingen en geeft voorlichting over beleidsvraagstukken. Verder wordt voorgesteld om drie maal per jaar een themabijeenkomst te organiseren. Aan de vergaderingen neemt tevens de onafhankelijke arbeidsadviseur van De Brug deel.

Daarnaast wordt bepaald dat het college kosteloos vergaderruimte ter beschikking stellen.

 

Artikel 14

De “Verordening rechtspositie raads- en commissieleden” bepaalt dat presentiegelden aan individuele leden en plaatsvervangende leden worden uitbetaald en niet aan de belangenorganisaties zelf. Deze verordening is te raadplegen via www.breda.nl.

 

Het UWV Werkbedrijf vergoedt de vacatiegelden, secretariaat-, post-, en telefoonkosten van de betreffende eigen leden. Dit betreft een maandelijkse vergoeding.

In de praktijk zal de hoogte van de te ontvangen vergoedingen van de gemeente en van het . UWV Werkbedrijf weinig van elkaar verschillen. In ieder geval rechtvaardigt het verschil in vergoeding het aanpassen van de regelingen van grote organisaties als de gemeente het UWV Werkbedrijf niet.

 

Indien leden een WWB-uitkering ontvangen, wordt het presentiegeld gezien als een onkostenvergoeding. Een deel van deze onkostenvergoeding, tot een maximumbedrag van

€ 1.500,- netto per jaar wordt vrijgelaten. D.w.z. dat een deel van het ontvangen presentiegeld, tot € 1.500,- per jaar, niet op de uitkering wordt ingehouden (gekort).

 

De Cliëntenraad kan, op basis van een namens het college goed te keuren begroting, de volgende uitvoeringskosten declareren:

  • -

    Scholing, opleiding, documentatie en voorlichting

  • -

    Secretariaats- en bestuurskosten

  • -

    Porto- en telefoonkosten

  • -

    Representatiekosten

  • -

    Kosten onvoorzien

Deze begroting wordt voorafgaand aan het volgende begrotingsjaar ingediend.