Organisatie | Moerdijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Subsidieverordening Moerdijk |
Citeertitel | Algemene Subsidieverordening Moerdijk |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2009 | 01-07-2009 | Onbekend | 16-07-2009 De Moerdijkse Bode 28/7/2009 | 175459 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 :1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Wet: Algemene wet bestuursrecht (Awb);
b. Raad: De gemeenteraad van Moerdijk;
c. College: Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk;
d. Subsidie: De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten, van de aanvrager, anders dan als betaling voor het aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.
e. Budgetsubsidie: Subsidie, waarbij de instelling of organisatie een gemaximeerd taakstellend bedrag krijgt verleend voor een periode van minimaal één jaar en maximaal vier jaar om een tevoren overeengekomen activiteitenaanbod uit te voeren;
f. Startsubsidie: Een incidentele subsidie die wordt verleend voor de kosten die zijn gemaakt om als rechtspersoon te kunnen fungeren.
g. Projectsubsidie: Een projectsubsidie is een bijdrage in de kosten van eenmalige activiteiten die aanvullend zijn op het al bestaande aanbod van activiteiten in het culturele en maatschappelijk leven in de gemeente.
h. Waarderingsubsidie: Een structurele subsidie waarmee activiteiten worden beloond, die in belangrijke mate bijdragen aan het culturele en maatschappelijke leven in de gemeente, zonder deze naar aard en inhoud te beïnvloeden;
i. Flexpot: Een subsidie voor een bepaalde activiteit met een incidenteel karakter. Het betreft hier activiteiten voor cultuur, jeugd en sport welke niet onder de reikwijdte van de projectsubsidie vallen, maar toch als waardevol worden beschouwd.
j. Activiteitenaanbod: Een document, waarmee een instelling voor enig subsidiejaar haar voorgenomen activiteiten en de daarvoor verlangde subsidie voor de gemeente in beeld brengt.
Deze verordening is niet van toepassing op:
a. geldelijke steun aan al dan niet met derden door de gemeente ingestelde en door of namens haar beheerde fondsen;
b. geldelijke steun in de vorm van contributies;
c. buitenwettelijke subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onderdelen a en b van de wet;
Hoofdstuk 2 De subsidieaanvraag
De aanvrager overlegt bij de aanvraag de volgende gegevens en bescheiden:
a. een beschrijving van de aard en omvang van de activiteiten zoals bedoeld in artikel 4:62 van de wet en de daarmee beoogde doelstellingen;
b. een begroting als bedoeld in artikel 4:63 van de wet van de aan de activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven, voorzien van een toelichting van de aanvrager;
c. de laatst opgemaakte jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel de balans en de staat van baten en lasten en de toelichting daarop of, als deze bescheiden ontbreken, een verslag over de financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvraag. De jaarrekening of het verslag van de financiële positie moet voorzien zijn van een accountantsverklaring (de subsidieaanvraag bedraagt minimaal € 35.000,--);
Artikel 2:3 De projectsubsidie
De aanvrager overlegt bij de aanvraag de volgende gegevens en bescheiden:
a. een beschrijving van de aard en omvang van de activiteiten als bedoeld in artikel 4:62 van de wet en de daarmee beoogde doelstellingen;
b. een begroting als bedoeld in artikel 4:63 van de wet, van de aan de activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven, voorzien van een toelichting van de aanvrager
Artikel 2:4 de waarderingssubsidie
De aanvrager overlegt bij de aanvraag de volgende gegevens en bescheiden:
a. een beschrijving van de aard en omvang van de activiteiten als bedoeld in artikel 4:62 van de wet en de daarmee beoogde doelstellingen;
b. een begroting als bedoeld in artikel 4:63 van de wet van de aan de activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven, voorzien van een toelichting van de aanvrager
De aanvrager overlegt bij de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden:
a. een beschrijving van de aard en omvang van de activiteiten als bedoeld in artikel 4:62 van de wet en daarmee beoogde doelstellingen;
b. een begroting als bedoeld in artikel 4:63 van de wet van de aan de activiteiten verbonden in- komsten en uitgaven, voorzien van een toelichting van de aanvrager.
Artikel 2:6 Niet tijdig of onvolledig indienen van de subsidieaanvraag
Indien een aanvraag bedoeld in artikel 2.1 tot en met artikel 2.4 niet tijdig is ingediend, kan het college besluiten deze niet in behandeling te nemen.Dit geldt eveneens ten aanzien van aanvragen die weliswaar tijdig maar niet volledig zijn ingediend. De aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld het verzuim binnen vier weken te herstellen. Indien daaraan binnen de gestelde termijn niet is voldaan, zal de aanvraag niet in behandeling worden genomen
Hoofdstuk 3 De beslissing op de aanvraag tot verlening
Artikel 3:1 Beslistermijn subsidieverlening budgetsubsidie en waarderingssubsidie
Het college beslist op een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 en artikel 2.4 voor 31 december van het jaar waarin de subsidie is aangevraagd
Artikel 3:2 Beslistermijn subsidieverlening startsubsidie, projectsubsidie en subsidie flexpot
Het college beslist op een aanvraag als bedoeld in de artikel 2.2, artikel 2.3 en artikel 2.5 binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag.
Artikel 3:3 Tijdvak periodieke subsidie
Het tijdvak dat wordt vermeld in de beschikking tot het verlenen van subsidie in de vorm van een periodieke aanspraak op financiële middelen is ten hoogste vier jaar.
De subsidie kan naast de in de artikel 4:25, tweede lid, en artikel 4:35 van de wet genoemde gronden in ieder geval worden geweigerd indien naar het oordeel van het college:
a. de te subsidiëren activiteiten van de aanvrager niet gericht zijn op een belang gelegen in de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente;
b. de subsidieverstrekking niet past binnen door de gemeenteraad of college vastgesteld beleid;
c. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;
d. de gelden in een eerder subsidiejaar niet of in onvoldoende mate besteed zijn voor het doelwaarvoor de subsidie beschikbaar was gesteld;
e. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;
f. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij eigen middelen,
g. de aanvrager de maatschappelijke behoefte aan de activiteiten niet aannemelijk kan maken;
h. een doublure ontstaat met activiteiten van een al door de gemeente gesubsidieerde (rechts)persoon;
i. de door de aanvrager aan de deelnemers van de activiteiten gevraagde eigen bijdrage zo laag is gesteld, dat door een redelijke verhoging hiervan subsidieverlening achterwege kan blijven;
j. h. de aanvrager failliet of in surséance van betaling verkeert, dan wel een verzoek daartoe bij derechtbank is ingediend
Hoofdstuk 4 Verplichtingen subsidieontvanger
Artikel 4:1 Uitvoeringsovereenkomst
Aan de beschikking tot verlening van budgetsubsidies kan het voorschrift worden verbonden dat een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de wet wordt gesloten.
Artikel 4:5 Meldingsplicht bij budgetsubsidies
De ontvanger van een budgetsubsidie informeert het college onverwijld over:
a. aanmerkelijke verschillen die zijn of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten en de begrote uitgaven en inkomsten gedurende het boekjaar, onder vermelding van de oorzaak van de verschillen;
b. het oprichten van dan wel deelnemen in een rechtspersoon;
c. het wijzigen van de statuten;
d. het in eigendom verwerven, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen, indien zij mede zijn verworven door middel van de subsidiegelden, dan wel de lasten daarvan (rente en aflossing) mede worden bekostigd uit de subsidiegelden;
e. het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien deze goederen geheel of gedeeltelijk zijn verworven door middel van de subsidie dan wel de daaraan verbonden uitgaven daarvoor mede zijn bekostigd uit de subsidie;
f. het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van geldlening;
g. het aangaan van overeenkomsten waarbij de subsidieontvanger zich verbindt tot zekerheids-stelling met inbegrip van zekerheidsstelling voor schulden van derden of waarbij hij zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt of zich voor een derde sterk maakt;
h. het vaststellen of wijzigen van tarieven voor door de subsidieontvanger in de gewone uitoefening van zijn gesubsidieerde activiteiten te verrichten prestaties;
i. het ontbinden van de rechtspersoon;het doen van aangifte tot zijn faillissement of het aanvragen van zijn surséance van betaling
Artikel 4:6 Vergoeding vermogenswaarden van subsidies
Voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming is de subsidieont-vanger een vergoeding verschuldigd aan het college in geval:
a. de gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd;
b. de subsidieverlening of subsidievaststelling wordt ingetrokken;
c. de subsidieontvanger voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen vervreemdt of bezwaart, of de bestemming daarvan wijzigt;
Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de zaken en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, metdien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen
Hoofdstuk 5 De subsidievaststelling
Artikel 5:1 De subsidievaststelling van budgetsubsidies
De aanvraag gaat vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag als bedoeld in artikel 5:6 en artikel 5:7 of indien van toepassing een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 5:8. In de beschikking tot subsidieverlening en of uitvoeringsovereenkomst wordt aan de verslaglegging eisen gesteld met betrekking tot inhoud en vorm
Artikel 5:6 Het activiteitenverslag
Het activiteitenverslag beschrijft de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend, vergelijkt de nagestreefde en gerealiseerde doelstellingen en geeft een toelichting op de verschillen.
Artikel 5:7 Het financieel verslag
Het financieel verslag beschrijft de uitgaven die met de subsidie zijn gedaan, vergelijkt deze met de bij de subsidieaanvraag ingediende begroting en geeft een toelichting op de verschillen.
Artikel 5:8 Accountantsverklaring bij budgetsubsidies
Bij de verlening van de subsidie kan worden bepaald, dat de opdracht aan de accountant tevens strekt tot een onderzoek naar de naleving van verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn en de doelmatigheid van de bestedingen. In dat geval wordt bij de verlening van de subsidie aanwijzingen gegeven over de reikwijdte en intensiteit van de controle. De accountant legt de uitslag van dit onderzoek vast in een schriftelijke verklaring
Indien de subsidieontvanger na vaststelling van de subsidie een niet-goedkeurende accountants-verklaring overlegt, is het college bevoegd de beschikking tot vaststelling van de subsidie geheel of gedeeltelijk in te trekken en de vastgestelde en inmiddels betaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen
Artikel 5:9 Niet tijdig overleggen van de accountantsverklaring
Indien de subsidieontvanger redelijkerwijs niet in staat is binnen de in artikel 5:1 genoemde termijn bij de aanvraag tot subsidievaststelling een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 5.8 te overleggen, is het college desondanks bevoegd een beslissing op deze aanvraag te nemen. In dat geval wordt na vaststelling van de subsidie de vereiste accountantsverklaring alsnog zo spoedig mogelijk (uiterlijk binnen drie maanden) door de subsidieontvanger overgelegd. Deze verplichting wordt verbonden aan de beschikking tot subsidievaststelling.
Artikel 5:10 Niet tijdig of onvolledig indienen van aanvraag tot vaststelling subsidie
Indien een aanvraag bedoeld in de artikelen 5.1, 5.3, 5.4 en 5.5 niet tijdig is ingediend, kan het college besluiten de verleende subsidie op nul te stellen en terug te vorderen.Dit geldt eveneens voor aanvragen die weliswaar tijdig maar niet volledig zijn ingediend. De aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld het verzuim binnen vier weken te herstellen. Indien daaraan binnen de gestelde termijn niet is voldaan, kan de verleende subsidie op nul worden gesteld en worden teruggevorderd
Hoofdstuk 6 Intrekken en wijzigen subsidie
Artikel 6:1 Intrekken en wijzigen subsidie
Het college kan op grond van de artikelen 4:48, 4:49 en 4:50 van de wet de subsidieverlening of -vaststelling intrekken of wijzigen als:
a. conservatoir beslag op het vermogen of een deel van het vermogen van de subsidieontvanger is gelegd;
b. de subsidieontvanger surséance van betaling is verleend of in staat van faillissement is verklaard;
c. als de activiteit of een deel van de activiteit in strijd is met de wet en/of fundamentele rechtsbeginselen
Het college kan met inachtneming van een redelijke termijn, zolang de subsidie niet is vastgesteld,een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen als deactiviteiten waarvoor de subsidie is verleend niet hebben plaatsgevonden, de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden, verplichtingen en prestaties en de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, of voorzover de subsidieverlening onjuist is of voorzover veranderende omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegende mate tegen voortzetting van voortzetting van de subsidie verzetten
Hoofdstuk 7 Betaling en terugvordering
Het college kan voorschotten verstrekken op te verstrekken subsidies. Bij de subsidieverlening wordt aangegeven of en op welke manier die voorschotten uitbetaald worden.Bij de subsidievaststelling worden betaalde voorschotten verrekend met het bedrag van de subsidie.
De subsidie wordt binnen acht weken na de subsidieverlening betaald, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. De subsidie kan in gedeelten worden betaald indien dat bij wettelijk voorschrift is bepaald. Indien de subsidie niet op een wettelijk voorschrift berust, kan in het geheel wordenbetaald indien bij de subsidieverlening is bepaald hoe de gedeelten worden berekend en op welke tijdstippen zij worden betaald.
Artikel 7:3 Opschorting en terugvordering
De verplichting tot betaling van de subsidie of een voorschot wordt opgeschort indien het college het voornemen bekend heeft gemaakt de subsidieverlening of subsidievaststelling ten nadele van de subsidieontvanger in te trekken of te wijzigen.Een onverschuldigd betaald subsidiebedrag of subsidievoorschot kan worden teruggevorderd tot vijf jaar na de subsidievaststelling, de intrekking of wijziging daarvan.
Hoofdstuk 8 Beleidsterreinen die voor subsidie in aanmerking komen
Hoofdstuk 9 Slot- en overgangsbepalingen
Op de subsidieontvanger die ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening reeds met naam en subsidiebedrag vermeld staat in de gemeentebegroting is, indien en zolang van deze vermelding ook na dat tijdstip nog sprake is, het bepaalde in artikel 1.2 lid 2, sub c niet van toepassing.