Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oisterwijk

Winkeltijdenverordening gemeente Oisterwijk 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOisterwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWinkeltijdenverordening gemeente Oisterwijk 2009
CiteertitelWinkeltijdenverordening gemeente Oisterwijk 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpondernemen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Winkeltijdenwet, Gemeentewet art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-07-200904-01-2013nieuwe regeling

02-07-2009

nieuwsklok 16-07-2009

ALG013253

Tekst van de regeling

Intitulé

Winkeltijdenverordening gemeente Oisterwijk 2009 versie definitief

De raad van de gemeente Oisterwijk, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk d.d.

12 mei 2009.

gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet, besluit vast te stellen de Winkeltijdenverordening gemeente Oisterwijk 2009.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet

  • b.

    feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag en tweede kerstdag.

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen 8 weken.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

  • 1.

    Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling

  • 1.

    De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

Artikel 6 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voorzover deze betrekking hebben op de zondag, nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste of tweede kerstdag, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen, beurzen, kunstateliers en galeries.

Artikel 7 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Artikel 7 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.

Artikel 8 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voorzover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 2.

    De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 9 Toerisme

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag een ontheffing verlenen van de verboden, vervat in artikel 2, eerste lid van de wet, in verband met de toeristische aantrekkingskracht van Oisterwijk.

  • 2.

    Een ontheffing kan worden verleend voor winkels op campings/recreatieterreinen in de gemeente Oisterwijk en voor winkels in het gebied dat wordt begrensd door de spoorlijn – Gemullehoekenweg – Voorste Stroom en Moergestelseweg.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan voorschriften verbinden aan de ontheffing.

Artikel 10 Overgangsbepaling en inwerkingtreding

  • 1.

    De ontheffingen die op grond van de oude verordening zijn verleend worden geacht ontheffingen te zijn op grond van de nieuwe verordening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op de publicatie van de vaststelling van deze verordening.

  • 3.

    De Verordening winkeltijden gemeente Oisterwijk 1997 wordt ingetrokken op het moment dat de Winkeltijdenverordening gemeente Oisterwijk 2009 in werking treedt.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Winkeltijdenverordening gemeente Oisterwijk 2009'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 juli 2009.

de voorzitter, de griffier,

Hans Janssen Ineke Depmann

 

 

 

 

 

Toelichting Winkeltijdenverordening gemeente Oisterwijk 2009 De toelichting bestaat uit twee delen. Het eerste deel van de toelichting (deel A) betreft de toelichting op de verordening, zoals deze door de raad van de gemeente Oisterwijk is vastgesteld.

Deel B betreft een algemene toelichting op de regelingen op het gebied van winkeltijden. De Winkeltijdenwet, het vrijstellingenbesluit winkeltijden en de modelverordening winkeltijden van de VNG worden in dit deel besproken.

A Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de Winkeltijdenwet. Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag.

Artikel 2 van de Winkeltijdenwet luidt als volgt:

  • 1.

    Het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben:

    • a.

      op zondag;

    • b.

      op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19 uur, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, op 24 december na 19 uur, op eerste en tweede Kerstdag en op 4 mei na 19 uur;

    • c.

      op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur.

  • 2.

    Het is voorts verboden op de in het eerste lid bedoelde dagen en tijden in de uitoefening van een bedrijf, anders dan in een winkel, goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren.

Artikel 2 Beslistermijn

Dit artikel geeft aan binnen welke termijn het college van burgemeester en wethouders een besluit neemt en dat het college de mogelijkheid heeft om die termijn te verlengen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college burgemeester en wethouders. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Dit artikel geeft aan in welke gevallen het college de bevoegdheid heeft om een verleende ontheffing in te trekken of te wijzigen.

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling Op maximaal twaalf zon- en feestdagen per jaar kan afgeweken worden van het sluitingsverbod. Het college van burgemeester en wethouders hebben deze bevoegdheid gedelegeerd gekregen van de gemeenteraad. Voor de toepassing van het artikel kan de gemeente in afzonderlijke delen gesplitst worden.

Artikel 6 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

Het artikel is gebaseerd op artikel 4 van de wet. Het stellen van voorschriften en beperkingen is mogelijk. Artikel 4 van de Winkeltijdenwet zegt namelijk dat van de verboden in artikel 2 van de Winkeltijdenwet ontheffing kan worden verleend voor afzonderlijke situaties. Artikel 7 Verbod straatverkoop van bepaalde goederen op zon- en feestdagen De vrijstelling betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken. Artikel 8 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur Artikel 7 van de Winkeltijdenwet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur te reguleren. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarin het verbod niet geldt of door vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing verleend worden. De modelverordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon en leefomgeving en de openbare orde. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend. In het Vrijstellingenbesluit is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 22.00 en 06.00 uur op werkdagen wordt door de verordeningsbepaling geregeld.

Artikel 9 Toerisme

De grondslag van het artikel is artikel 3, derde lid, onder a van de wet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders.

In deze verordening is er voor gekozen om burgemeester en wethouders de bevoegdheid te geven ontheffing te verlenen op basis van de verordening. De reden hiervoor is dat daardoor ingespeeld kan worden op de actuele situatie en behoefte. Er is aansluiting gezocht bij de vergelijkbare bepaling in de oude verordening. Dit betekent dat ontheffing verleend kan worden voor winkels op campings/recreatieterreinen en voor winkels in het gebied dat wordt begrensd door de spoorlijn – Gemullehoekenweg – Voorste Stroom en Moergestelseweg.

Artikel 10 Overgangsbepaling en in werking treden

Artikel 10 Overgangsbepaling en in werking treden De wet kent geen overgangsregeling. Aangezien de regeling op grond van de Winkelsluitingswet en de Winkeltijdenwet voor toerisme niet veranderd is, is een overgangsbepaling opgenomen in de verordening.

Hierin is geregeld dat de ontheffingen die op grond van de oude verordening zijn verleend geacht worden ontheffingen te zijn op grond van de nieuwe verordening. Betrokkenen hoeven dan geen nieuwe ontheffing aan te vragen en de gemeente kent minder bestuurslasten en ontheffingen. Het tijdstip van in werking treden van de verordening zal om de bestaande ontheffingen en vrijstellingen te kunnen laten doorlopen moeten worden gekoppeld aan het tijdstip van intrekken van de oude verordening.

B. Algemene toelichting Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in werking getreden. Deze wet stelt ruimere regels voor de openingstijden van winkels. De Winkelsluitingswet 1976 en het bijbehorende vrijstellingenbesluit zijn op dat moment ingetrokken. De tekst van de Winkeltijdenwet en het bijbehorende Vrijstellingenbesluit zijn gepubliceerd in het Staatsblad van 28 maart 1996, onder nummer 182 en 183. Uitgangspunten Winkeltijdenwet De Winkeltijdenwet kent andere uitgangspunten dan de Winkelsluitingswet. Zo is gekozen voor meer keuzevrijheid van de detaillist bij de openstelling van de winkel. De detaillist krijgt meer ruimte om de openingstijden af te stemmen op behoeften van (potentiële) klanten. Daarnaast is gekozen voor ruimere bevoegdheden voor de gemeente om ook buiten de wettelijke openingstijden winkelopening toe te staan. De basisgedachte hierbij is dat daarbij aan de hand van plaatselijke omstandigheden kan worden bezien of langere openingstijden toelaatbaar zijn. Met deze uitgangspunten hangt een minder vergaande wettelijke regulering van winkeltijden samen. Deze deregulering vormt, naast de keuzevrijheid van de detaillist en de decentralisatie, het derde uitgangspunt van de wet. In concreto komen deze uitgangspunten neer op de volgende hoofdlijnen in de Winkeltijdenwet:

Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 en 22.00 uur. Gemeenten mogen gedurende deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels.

  • 1.

    Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum meer verbonden.

  • 2.

    Gedurende de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen echter vrijstellingen en ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op 24 december en 4 mei gaat dit nachtregime in om 19.00 uur.

  • 3.

    Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling van deze verplichte sluiting verlenen. Als feestdagen worden hierbij aangemerkt nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste en tweede kerstdag.

1.1 Ruimere openstellingmogelijkheden winkels In de Winkeltijdenwet is winkelopening toegestaan op werkdagen tussen 06.00 uur en 22.00 uur. De openstelling van winkels gedurende deze uren is ongelimiteerd. Binnen dit tijdsbestek kunnen gemeenten ook geen beperkingen aan de openstelling van winkels opleggen. Hiermee samenhangend komt de verplichting voor winkeliers te vervallen om een door de gemeente gewaarmerkte aankondigingkaart van de openingstijden bij de ingang van de winkel aan te brengen. De winkelier kan aldus binnen dit tijdsbestek geheel naar eigen inzicht de winkel openstellen. Ook in de Winkeltijdenwet geldt als algemene regel dat op zon en feestdagen winkels gesloten zijn. Deze regel is evenals onder het regime van de Winkelsluitingswet 1976 niet van toepassing op winkeliers die een geloofsovertuiging aanhangen welke de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag houdt. Deze winkeliers dienen dan wel op hun eigen religieuze rustdag hun winkel gesloten te houden. In het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is daarbij bovendien voorzien in vrijstellingen van de verplichte zondagssluiting voor winkels die al van oudsher ook op zondag geopend zijn. Uitgebreidere informatie over het vrijstellingenbesluit staat in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. De wet is niet alleen van toepassing op winkels, maar ook op andere vormen van detailhandel, zoals de ambulante handel. 1.2 Gemeentelijke bevoegdheden Zoals aangegeven is in de Winkeltijdenwet gekozen voor ruimere bevoegdheden voor de gemeente om ook buiten de wettelijke tijden winkelopening toe te staan. Deze bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in: 1.2.1 Bevoegdheden op werkdagen De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na 22.00 uur winkelopening toe te staan (art. 8). In de Winkeltijdenwet is ervoor gekozen om de bevoegdheid om op werkdagen buiten de wettelijke openingstijden ook openstelling van winkels toe te staan, bij de gemeente neer te leggen. Dit betekent niet alleen dat de gemeente hiertoe ruimere mogelijkheden krijgt, maar tevens dat in een winkeltijdenverordening een bepaling moet voorzien om de detailhandelsactiviteiten mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden.

1.2.2 Bevoegdheden op zon en feestdagen De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid de bevoegdheid om per kalenderjaar maximaal twaalf zon en feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders. Feestdagen Artikel 2, eerste lid, onder b, van de wet noemt zowel de feestdagen (nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag en eerste en tweede kerstdag) als de dagen waarop een zogenoemd 19.00uur regime geldt (Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december; hierna te noemen: 19uur dagen). Het begrip feestdagen is gedefinieerd in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet en in artikel 1, onder b, van de modelverordening Winkeltijden. De 19uur dagen vallen daar niet onder. Nu in artikel 3, eerste lid van de Winkeltijdenverordening, slechts gesproken wordt over zon en feestdagen, betekent dit dat de 19 uur dagen niet als 'koopzondagen' kunnen worden aangewezen indien zij op een zondag vallen. Voor Goede Vrijdag ontstaat dit probleem uiteraard niet, omdat deze dag altijd op een vrijdag valt.

Avondwinkels De wet voorziet in artikel 3, vierde lid, in een bevoegdheid van de gemeente om in een verordening aan een avondwinkel een ontheffing te verlenen voor opening op zon- en feestdagen tussen 16.00 en 24.00 uur. Per 15.000 inwoners van de gemeente mag slechts één avondwinkel worden aangewezen. In gemeenten met minder dan 15.000 inwoners mag aan één winkel een dergelijke ontheffing worden verleend. Deze bepaling komt in plaats van de avondwinkelbepaling in de Winkelsluitingswet 1976. Evenals onder de Winkelsluitingswet 1976 dienen deze avondwinkels zich hoofdzakelijk te richten op de verkoop van eet en drinkwaren, met uitzondering van sterke drank in de zin van artikel 1 van de Drank en Horecawet. Een avondwinkel in de zin van de Winkeltijdenwet kan dus op zondagen, feestdagen en 19uur dagen geopend zijn. In afwijking van de bepalingen in de Winkelsluitingswet 1976 mogen betrokken winkels thans op werkdagen ook gedurende de reguliere winkeltijden, dus tussen 06.00 uur en 22.00 uur, onbeperkt geopend zijn. Daarnaast kan nog vrijstelling of ontheffing worden verleend voor de uren tussen 22.00 uur en 06.00 uur.

Keuze gemeente Oisterwijk

De gemeente Oisterwijk heeft er voor gekozen om geen avondwinkels toe te staan, omdat het slechts zou kunnen gaan om 1 winkel, gelet op het inwonersaantal van de gemeente. Het principe ‘wie het eerst komt het eerst maalt’ wordt niet eerlijk bevonden. Daarnaast spelen overwegingen omtrent handhaving en openbare orde en veiligheid ook een rol. 1.2.3 Bevoegdheden voor specifieke situaties: toerisme en grensverkeer De gemeente behoudt de bevoegdheid (artikel 3, derde lid, onder a) om bij verordening voor het plaatselijke toerisme een vrijstelling te verlenen. Deze vrijstelling kan worden verleend voor de gehele gemeente of een deel daarvan. Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de vrijgestelde winkelopening. Deze bevoegdheid is uitgewerkt in artikel 9 van de verordening. Zondagopening van campingwinkels/winkels op recreatieterreinen kan dus op dit artikel worden gebaseerd. Het terrein waarop de camping ligt kan worden aangewezen als toeristisch gebied. Daarnaast zijn de gebieden Kerkeind en Lindeind aangewezen als toeristisch gebied. Hetgeen overeenkomst met de vergelijkbare bepaling in de oude verordening. Evenals onder de Winkelsluitingswet 1976 heeft de gemeente de mogelijkheid om voor grensoverschrijdend verkeer een vrijstelling te verlenen aan winkels in de nabijheid van grensovergangen langs daarop aansluitende doorgaande wegen. Van deze laatste bevoegdheid is bij het opstellen van de verordening voor de gemeente Oisterwijk geen gebruik gemaakt, omdat er geen sprake is van winkels in de nabijheid van grensovergangen.

1.2.4 Overige bevoegdheden Ongewijzigd zijn de bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders om bij plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijstelling van de verplichte winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan het college op grond van een verordening op verzoek een ontheffing verlenen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen. Alle op grond van de verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend en kunnen aan voorschriften worden gebonden. Kunstateliers en galeries In artikel 4 van het oude Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet 1976 was een regeling opgenomen voor kunstateliers en galeries. Dit Besluit is op 1 juni 1996 vervallen. Onder de Winkeltijdenwet bestaat geen afzonderlijke regeling meer. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de wet, zoals uitgewerkt in artikel 7, eerste lid van de modelverordening (= artikel 6 van de Winkeltijdenverordening gemeente Oisterwijk 2008), kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen voor de zon- en feestdagen voor afzonderlijke situaties. De wet laat hierin de gemeenten beleidsvrijheid. Indien wordt besloten tot het verlenen van ontheffing voor kunstateliers en galeries, kan het tweede lid van artikel 7 van de modelverordening worden aangevuld met 'kunstateliers en galeries'.

1.3 Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet In het Vrijstellingenbesluit worden aan enkele vormen van detailhandel landelijke vrijstellingen verleend van de in de Winkeltijdenwet opgenomen verboden van openstelling. Hierbij worden landelijke vrijstellingen voor de gehele week en landelijke vrijstellingen voor alleen zon en feestdagen onderscheiden. Voor de bij de laatste categorie betrokken detailhandelsactiviteiten kunnen voor de werkdagen op lokaal niveau vrijstellingen en ontheffingen worden verleend. Aan dit onderscheid ligt de keuze ten grondslag om het zwaartepunt bij de mogelijkheid voor het verlenen van vrijstellingen bij de gemeenten te leggen. Voor een beperkt aantal detailhandelsactiviteiten wordt het beschikken over een vrijstelling gedurende de gehele week echter van dergelijk landelijk belang geacht, dat hiervoor landelijke vrijstellingen zijn opgenomen. Het betreft de detailhandel in instellingen voor de volksgezondheid, verkeer en vervoer en de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften. Aangezien de bevoegdheid van gemeenten om detailhandel op zon- en feestdagen toe te staan beperkt blijft tot twaalf dagen per jaar, voorziet het besluit ook in landelijke vrijstellingen voor enkele soorten detailhandel, die van oudsher op zon- en feestdagen plaatsvindt. Het betreft deels winkels die gewoonlijk ook op werkdagen na 22.00 uur geopend zijn. Om de openstelling van deze winkels dan mogelijk te maken, kan in de verordening een vrijstelling of mogelijkheid voor het verlenen van een ontheffing worden opgenomen. 1.3.1 Vrijstellingen geldende op zon- en feestdagen en op werkdagen De gedurende de gehele week van kracht zijnde vrijstellingen zijn volgens het Vrijstellingenbesluit alleen van toepassing op:

  • ·

    Instellingen van volksgezondheid (apotheken en winkels in en op het terrein van zieken en verpleeghuizen). De colleges van B en W krijgen daarbij de bevoegdheid om op verzoek een ontheffing te verlenen voor verkooppunten van uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten, op ten hoogste 250 meter afstand van de publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis. Deze ontheffing mag gelden vanaf een half uur voor de aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.

  • ·

    Instellingen van verkeer en vervoer (winkels in NS-stationsgebouwen, luchtvaartterreinen voor intercontinentaal verkeer, shops in benzinestations en wegrestaurants en verkoop ten behoeve van de beroepsscheepvaart). De colleges van B en W krijgen daarbij de bevoegdheid op verzoek een ontheffing te verlenen aan winkels gericht op reizigers, op knooppunten van openbaar vervoer en voor het verkopen van bloemen en planten op een afstand van ten hoogste 100 meter daarvan.

  • ·

    Instellingen voor de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften.

1.3.2 Vrijstellingen geldende uitsluitend voor zon- en feestdagen Vrijstellingen voor uitsluitend de zon en feestdagen worden in het Vrijstellingenbesluit verleend voor:

  • ·

    Bepaalde soorten winkels (winkels in musea; winkels waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, via een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband worden verkocht; videotheken).

  • ·

    Openstelling van winkels anders dan voor verkoop, zoals indien noodzakelijk voor het betreden van een restaurant of lunchroom en voor fietsenwinkels voorzover noodzakelijk voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • ·

    Straatverkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken. Indien de plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de gemeenteraad bij verordening bepalen dat deze vrijstelling niet geldt voor de betrokken gemeente of een of meer delen daarvan.

  • ·

    Verkoop van bloemen en planten gedurende de openingstijden op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats.

  • ·

    Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen bij voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard vanaf een uur voor aanvang tot een uur na afloop.

  • ·

    Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen in of op het terrein van sportcomplexen.

  • ·

    Winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten worden verkocht. Winkels in fotoartikelen, indien betreden noodzakelijk is voor het maken van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • ·

    Verkoop van bloemen en planten op dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • ·

    Verkoop van brood en gebak voor hen die zich aan de Ramadan houden tussen twee uur voor zonsondergang en zonsondergang gedurende de Ramadan.

  • ·

    Verkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken, religieuze artikelen en souvenirs, alsmede bloemen en planten, in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht.

  • ·

    Verkoop van feestartikelen op zondag waarop carnaval wordt gevierd, vanaf 12.00 uur en op zon- en feestdagen waarop in de gemeente een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

1.4 Handhaving Evenals onder het regime van de Winkelsluitingswet 1976 blijft de controle op de naleving van de regels in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Economische Controledienst (ECD) wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.

* * *