Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haaren

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaaren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2009
CiteertitelVerordening reinigingsheffingen 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2008, ingangsdatum heffing 01-01-2008

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet art. 147, lid 1
  2. Gemeentewet art. 149
  3. Gemeentewet art. 229, lid 1, aanhef en onderdelen a en b
  4. Wet milieubeheer art. 15.33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200920-11-2013Nieuwe regeling

18-12-2008

De Leije, 07-01-2009

B&W voorstel 18 nov. 2008
22-12-200531-12-2006Intrekking

24-11-2005

De Leije, 14-12-2005

B&W voorstel 25-10-2005

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2009

De raad van de gemeente Haaren;

 

In zijn openbare vergadering van 18 december 2008;

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2008;

 

Gelet op de behandeling in de Raadscommissie van 4 december 2008;

 

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

 

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2009.

Hoofdstuk I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

  • a.

    minicontainer: een vanwege de gemeente uitgezette inzamelmiddel met een bepaald volume;

  • b.

    verzamelcontainer: een vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainer bestemd voor daartoe aangewezen percelen;

  • c.

    gft-afval: groente-, fruit- en tuinafval;

  • d.

    restafval: huishoudelijk afval niet zijnde gft-afval;

  • e.

    grof huishoudelijk restafval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een huishouden vrijkomen, doch die te groot of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de gecontracteerde inzameldienst te worden aangeboden;

  • f.

    grof tuinafval: tuinafval dat met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomt, doch dat te groot of te zwaar is om op dezelfde wijze als gft-afval aan de gecontracteerde inzameldienst te worden aangeboden;

  • g.

    bedrijfsafval: afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen, die naar aard, omvang en samenstelling gelijk zijn te stellen aan huishoudelijke afvalstoffen, aan de gecontracteerde inzameldienst in minicontainers worden aangeboden en tegelijkertijd met de inzameling van de huishoudelijke afvalstoffen kunnen worden meegenomen.

Hoofdstuk II AFVALSTOFFENHEFFING

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en belastingtarieven

De afvalstoffenheffing wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in afdeling 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de afvalstoffenheffing bedoeld in hoofdstuk 1 van afdeling 1 van de tarieventabel is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in hoofdstuk 1 van afdeling 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in hoofdstuk 2 van afdeling 1 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.4 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht voor de afvalstoffenheffing bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.4 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de afvalstoffenheffing verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht voor de afvalstoffenheffing bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.4 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde afvalstoffenheffing als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien in de loop van het belastingjaar wisseling van minicontainers plaatsvindt, wordt de afvalstoffenheffing bedoeld in onderdeel 1.1.2 van de tarieventabel voor de onderscheiden minicontainers naar tijdsgelang geheven. Bij een wisseling van een minicontainer vóór de zestiende van een kalendermaand is over die maand de afvalstoffenheffing verschuldigd voor de nieuw beschikbaar gestelde minicontainer. Bij een wisseling van een minicontainer na de vijftiende van een kalendermaand is over die maand de afvalstoffenheffing verschuldigd voor de minicontainer die wordt ingewisseld.

  • 5.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in hoofdstuk 2 van afdeling 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de belastingaanslagen voor de op grond van hoofdstuk 1 van afdeling 1 van de tarieventabel geheven afvalstoffenheffing worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen, of als het aanslagbiljet maar één belastingaanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 1.000,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de belastingaanslagen moeten worden betaald in zes termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking van artikel 9, eerst lid, van de Invorderingswet 1990 moet de op grond van hoofdstuk 2 van afdeling 1 van de tarieventabel geheven afvalstoffenheffing worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk III REINIGINGSRECHTEN

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De reinigingsrechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaven van heffing en belastingtarieven

De reinigingsrechten worden geheven aan de hand van en naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in afdeling 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 13 Belastingjaar

Met betrekking tot de reinigingsrechten bedoeld in hoofdstuk 1 van afdeling 2 van de tarieventabel is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 14 Wijze van heffing

  • 1.

    De reinigingsrechten bedoeld in hoofdstuk 1 van afdeling 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Het reinigingsrecht bedoeld in hoofdstuk 2 van afdeling 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    Het reinigingsrecht bedoeld in onderdeel 2.1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht voor het reinigingsrecht bedoeld in onderdeel 2.1.1 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht voor het reinigingsrecht bedoeld in onderdeel 2.1.1 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien in de loop van het belastingjaar wisseling van minicontainers plaatsvindt, wordt het reinigingsrecht bedoeld in onderdeel 2.1.2 van de tarieventabel voor de onderscheiden minicontainers naar tijdsgelang geheven. Bij een wisseling van een minicontainer vóór de zestiende van een kalendermaand is over die maand het reinigingsrecht verschuldigd voor de nieuw beschikbaar gestelde minicontainer. Bij een wisseling van een minicontainer na de vijftiende van een kalendermaand is over die maand het reinigingsrecht verschuldigd voor de minicontainer die wordt ingewisseld.

  • 5.

    Het reinigingsrecht bedoeld in hoofdstuk 2 van afdeling 2 is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 16 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de belastingaanslagen voor de op grond van hoofdstuk 1 van afdeling 2 van de tarieventabel geheven reinigingsrechten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen, of als het aanslagbiljet maar één belastingaanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 1.000,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de belastingaanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking van artikel 9, eerst lid, van de Invorderingswet 1990 moet het op grond van hoofdstuk 2 van afdeling 2 van de tarieventabel geheven reinigingsrecht worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk IV AANVULLENDE BEPALINGEN

Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten.

Artikel 18 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening reinigingsheffingen 2008” van 1 november 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening reinigingsheffingen 2009”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2008.

 

griffier                                              voorzitter

 

 

 

 

 

Mr. P.J.F. Bemelmans                  F.H.G.M. Ronnes 

TARIEVENTABEL 1  

Behorende bij de "Verordening reinigingsheffingen 2007". 

AFDELING 1

MAATSTAVEN EN TARIEVEN AFVALSTOFFENHEFFING

 

Hoofdstuk 1

Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing voor het periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen

 

1.1.1

De afvalstoffenheffing bedraagt per perceel per jaar

€ 122,00.

1.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1 bedraagt de afvalstoffenheffing per maand van het belastingjaar voor het gebruik van een:

 

1.1.2.1

minicontainer van 60 liter, bestemd voor restafval

€ 3,05;

1.1.2.2

minicontainer van 140 liter, bestemd voor restafval

€ 5,85;

1.1.2.3

minicontainer van 240 liter, bestemd voor restafval

€ 10,70.

1.1.3

Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 bedraagt de belasting, indien het aantal ledigingen van de restafvalcontainer per jaar uitstijgt boven de 12, voor de 13e en volgende ledigingen, per lediging:

 

1.1.3.1

van een minicontainer van 60 liter, bestemd voor restafval

€ 3,05;

1.1.3.2

van een minicontainer van 140 liter, bestemd voor restafval

€ 5,60;

1.1.3.3

van een minicontainer van 240 liter, bestemd voor restafval

€ 8,65

1.1.4

In afwijking van de onderdelen 1.1.1, 1.1.2 en 1.1.3 bedraagtde afvalstoffenheffing bij inzameling van huishoudelijkeafvalstoffen door middel van voor gemeenschappelijk gebruik beschikbaar gestelde minicontainers of rolcontainers, per perceel per jaar

 €198,00

1.1.5

In afwijking van de onderdelen 1.1.1, 1.1.2 en 1.1.4 bedraagt de afvalstoffenheffing bij personen waar de regeling inzameling van huishoudelijk restafval in bijzondere omstandigheden van toepassing is, per perceel per jaar voor restafval.

 

 

Hoofdstuk 2

Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

 

1.2.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de afvalstoffenheffing voor het omwisselen van een minicontainer, anders dan vanwege schade aan de container of vanwege verhuizing, wijziging van gezinssamenstelling, medische indicatie, per wisseling

€ 30,00.

1.2.1.1

Onverminderd het bepaalde in 1.2.1 is het omwisselen van een minicontainer in de hieronder genoemde gevallen gratis:- oplevering nieuwbouw- verhuizing hele gezin- geboorte (doorgegeven binnen 6 maanden)- overlijden (doorgegeven binnen 6 maanden)- medische indicatie- jaarlijkse wisseling (doorgeven voor 1 november betreffende jaar)- container is gescheurd- chip is kapot

 

1.2.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 en onderdeel 1.2.1 bedraagt de afvalstoffenheffing:

 

1.2.2.1

voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op door of namens de gemeente ingerichte afvalbrengpunten (milieustraten):

 

1.2.2.1.1

voor grof huishoudelijk afval per 0,25 m3 of een gedeelte daarvan

€ 5,00;

1.2.2.1.2

voor schoon puin per 0,25 m3 of een gedeelte daarvan

€ 5,00;

1.2.2.1.3

voor hout per 0,25 m3 of een gedeelte daarvan

€ 5,00;

1.2.2.1.4

voor autobanden

 

 

voor personenautobanden zonder/met velg (max. 5 stuks/persoon)

gratis

 

voor asbest ingepakt in folie en aangeleverd met aanmeldbrief

gratis

 

voor papier en karton

gratis

 

voor glas (verpakkingsglas en vlak glas)

gratis

 

voor kleding en schoeisel

gratis

 

voor metalen

gratis

 

voor blad en gras

gratis

 

voor drankkartons

gratis

 

voor klein chemisch afval

gratis

 

voor koelkasten en diepvriezers

gratis

 

voor televisies en personal computers

gratis

 

voor snoeihout

gratis

1.2.2.2

voor het laten ophalen van afval als genoemd in onderdeel 1.2.2.1, met uitzondering van wit- en bruingoed:

€ 20,00.

 

per 0,25 m3 of een gedeelte daarvan verhoogd met:

€ 5,00;

1.2.2.3

voor het laten ophalen van wit- en bruingoed

€ 20,00.

 

AFDELING 2

Maatstaven en tarieven reinigingsrecht en bedrijfsafval

 

Hoofdstuk 1

Maatstaven en tarieven reinigingsrechten voor het periodiek inzamelen van bedrijfsafvalstoffen

 

2.1.1

Het reinigingsrecht voor het periodiek aanbieden van bedrijfsafval in een van gemeentewege beschikbaar gestelde minicontainer bedraagt per perceel per jaar

€ 122,00.

2.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.1.1 bedraagt het reinigingsrecht per maand van het belastingjaar voor het gebruik van een:

 

2.1.2.1

minicontainer van 60 liter, bestemd voor restafval

 € 3,05;

2.1.2.2

minicontainer van 140 liter, bestemd voor restafval

 € 5,85;

2.1.2.3

minicontainer van 240 liter, bestemd voor restafval

 € 10,70.

 

 

 

Hoofdstuk 2

Maatstaf en tarief overig reinigingsrecht

 

2.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt het reinigingsrecht voor het omwisselen van een minicontainer, anders dan vanwege schade aan de container, per wisseling

€ 30,00.

2.2.1

Onverminderd het bepaalde in 2.2 is het omwisselen van een minicontainer in de hieronder genoemde gevallen gratis:

 

Indien over de rechten bedoeld in deze afdeling omzetbelasting is verschuldigd, worden deze verhoogd met het daarvoor geldende wettelijke percentage.

 

Behoort bij raadsbesluit van 18 december 2008.

 

Griffier                                                Voorzitter

 

 

 

Mr. P.J.F. Bemelmans                    F.H.G.M. Ronnes