Organisatie | Medemblik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand incl. 1ste wijziging |
Citeertitel | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand incl. 1ste wijziging |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
In gevallen waar deze verordening niet of niet naar redelijkheid voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2012 | intrekking | 24-05-2012 De Medemblikker Courant 07-06-2012 | IVR-12-00552 | |
08-10-2011 | 01-08-2011 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 22-09-2011 De Medemblikker Courant 29-09-2011 | IVR-11-00280 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.
2. In deze verordening wordt verstaan onder:
a. de wet: de Wet werk en bijstand;
b. gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21, onderdeel c, van de wet;
c. verzorgingsbehoevende: degene die is aangewezen op verzorging ter voorkoming van opname in een verpleeg- of verzorgingstehuis;
1. De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 27 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 27 jaar of ouder zijn doch jonger dan 65 jaar zijn.
2. De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing artikel 18, eerste lid, van de wet onverlet.
Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm
1. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.
2. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning één of meer anderen hun hoofdverblijf hebben.
3. Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:
a. thuiswonende kinderen van 18 jaar of ouder die een in aanmerking te nemen inkomen hebben van ten hoogste het normbedrag van levensonderhoud voor hoger onderwijs genoemd in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering 2000 en
b. verzorgingsbehoevenden die door belanghebbende worden verzorgd.
Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag
1. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die een woning delen met één of meer anderen.
2. Het derde lid van artikel 3 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5 Verlaging woonsituatie
De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:
a. 15 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten zijn verbonden;
b. 10 procent van de gehuwdennorm indien de belanghebbende niet beschikt over een vaste woon- of verblijfadres.