Organisatie | Haaren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels subsidiëring amateuristische kunstbeoefening |
Citeertitel | Beleidsregels subsidiëring amateuristische kunstbeoefening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Dit is gedelegeerde regelgeving van de Algemene Subsidieverordening Haaren.
Onbekend
N.V.T.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-1998 | 01-02-2013 | Nieuwe regeling | 29-07-1998 Nieuwsbode, 29-07-1998 | B&W voorstel 16-06-1998 |
De gemeenteraad bepaalt of een organisatie op grond van deze beleidsregels in aanmerking komt voor subsidie. In ieder geval zijn voor subsidiëring uitgesloten:
Een aanvraag tot subsidievaststelling dient voor 1 mei van de periode voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, ingediend te worden en omvat de volgende gegevens:
De subsidievaststelling geschiedt door burgemeester en wethouders voorafgaand aan het tijdvak waarvoor om subsidie is verzocht. De door de raad bepaalde clusterbudget wordt naar rato van het aantal jeugdleden per 1 januari van het jaar van indiening van de subsidieaanvragen over de aanvragers verdeeld.
De volgende hoofdstukken en artikelen uit de "Algemene subsidieverordening gemeente Haaren" zijn niet van toepassing:
Voor organisaties voor amateuristische kunstbeoefening die niet zijn genoemd en opgenomen in bijlage I van deze beleidsregels wordt het subsidie voor de jaren 1999, 2000 en 2001 als volgt berekend.a. Een vast bedrag ad f. 46,42 wordt vermenigvuldigd met het aantal jeugdleden per 1 januari van het jaar van indiening van de subsidieaanvraag.
Aan organisaties voor amateuristische kunstbeoefening voor zover deze zijn genoemd en opgenomen in bijlage I kan door burgemeester en wethouders op verzoek een aanvullend subsidie worden vastgesteld indien het aantal jeugdleden ten opzichte van het totaal aantal jeugdleden op 1 januari 1998 met meer dan 20% is gestegen. Het aanvullend subsidie wordt als volgt berekend.a. een vast bedrag ad f. 46,42 wordt vermenigvuldigd met de helft van het ten opzichte van 1 januari 1998 toegenomen aantal jeugdleden.
Voor organisaties voor amateuristische kunstbeoefening voor zover deze zijn genoemd en opgenomen in bijlage I kan door burgemeester en wethouders het in bijlage 1 genoemde subsidie worden verminderd indien het aantal jeugdleden ten opzichte van het totaal aantal jeugdleden op 1 januari 1998 met meer dan 20% is afgenomen. De vermindering van het subsidie wordt als volgt berekend.a. Een vast bedrag ad f. 46,42 wordt vermenigvuldigd met de helft van het ten opzichte van 1 januari 1998 afgenomen aantal jeugdleden.