Organisatie | Drechterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening betreffende het instellen en instandhouden van een rekenkamercommissie |
Citeertitel | Verordening rekenkamercommissie gemeente Drechterland 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën en economie |
financiën en economie
Gemeentewet, artikel 81o
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-10-2011 | nieuwe regeling | 26-09-2011 de Middenstander, 5 oktober 2011 | 2011-38 |
overwegende dat als gevolg van de gemeentelijke herindeling Medemblik per 1 januari 2011 de samenwerking met de gemeenten Wervershoof en Andijk, voor wat betreft de instandhouding van een gemeenschappelijke rekenkamercommissie, is komen te vervallen;
dat de resterende gemeenten Drechterland en Enkhuizen, tezamen met Stede Broec de intentie hebben uitgesproken opnieuw te voorzien in het instellen en instandhouden van een lokale rekenkamercommissie;
gelezen het voorstel van de voorzitter en griffier van 18 juli 2011;
gehoord het presidium dd. 25 juli 2011;
gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;
I. de Verordening betreffende het instellen en instandhouden van een rekenkamercommissie vast te stellen;
In deze verordening wordt verstaan onder:
Rekenkamercommissie: de organisatie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, evenals de doelmatige voorbereiding en uitvoering ervan in de deelnemende gemeenten;
HOOFDSTUK 2 TAAK, SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE GEMEENTELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE
Artikel 2 Taak van de gemeentelijke rekenkamercommissie
De gemeentelijke rekenkamercommissie doet onderzoek naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijke beleid, alsmede naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.
Artikel 3 Benoeming en samenstelling gemeentelijke rekenkamercommissie
De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.
Artikel 5 Einde van het lidmaatschap
Het lidmaatschap van de voorzitter en de leden eindigt:
b. Bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap / voorzitterschap van de rekenkamercommissie;
c. Wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
d. Indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;
Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de voorzitter en de externe leden van rekenkamercommissie
De leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding per bijgewoonde vergadering. Deze is gelijk aan twee maal de geldende vergoeding voor raads- en commissie-leden volgens het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dat jaarlijks door de Minister van Binnenlandse Zaken wordt vastgesteld.
Artikel 10 Onderzoeksopdracht en bevoegdheden
Gemotiveerde verzoeken tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan door de gemeenteraad van de deelnemende gemeenten zowel gezamenlijk als afzonderlijk. De commissie informeert de raad over wat er met het verzoek wordt gedaan. Indien de commissie niet aan het verzoek voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.
De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van een gemeentelijk bestuursorgaan en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De secretaris van de rekenkamercommissie kan de rekenkamercommissie daarbij vertegenwoordigen.
Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de secretaris van de rekenkamercommissie en de door de rekenkamercommissie aangewezen deskundigen.
HOOFDSTUK 3 WERKWIJZE VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE
Artikel 11 Uitvoering van het onderzoek en rapportage
De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen, de zienswijze van betrokkenen en de reactie van de rekenkamercommissie op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en de overige betrokkenen, aan de gemeenteraad aangeboden.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drechterland van 26 september 2011
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.
Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de Gemeentewet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie.
Uitgegaan wordt van een rekenkamercommissie met uitsluitend externe leden.
De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie.
Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.
Bij de beoordeling van onverenigbaar zijn van functies worden de artikelen 13 en 15 van de Gemeentewet als uitgangspunt genomen.
In dit artikel is vastgelegd dat de externe leden en de voorzitter voor hun werkzaamheden een vergoeding ontvangen. Om jaarlijkse discussie over indexering te voorkomen is voor de leden gekozen voor een technische koppeling aan het Rechtspositiebesluit, gebaseerd op het gezamenlijk aantal inwoners van de drie gemeenten. De voorzitter ontvangt een vaste vergoeding van bruto € 450 per maand.
De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.
De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat beschikbaar is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.
Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als vergaderfrequentie, agendering, stemmingen, de verhouding secretaris-voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts geregeld.
De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. Het in handen van de commissie leggen van de uitwerking van de vraagstelling en de vaststelling van de onderzoeksopzet bevordert de onafhankelijkheid. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen, maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen.
Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek voor het vormen van objectieve oordelen over voldoende en relevante gegevens kan beschikken, is het van belang over zo ruim mogelijke bevoegdheden tot het inwinnen van informatie te beschikken. Daarom is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van de gemeentelijke bestuursorganen en van alle ambtenaren van beide gemeenten.
Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden eruit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamercommissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen.
Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.
Ook kan de rekenkamercommissie variatie aanbrengen in de manier waarop de uitkomsten van onderzoek naar buiten worden gebracht. Naast rapporten kan worden gedacht aan het organiseren van conferenties en workshops of zelfs het publiceren van handreikingen. Vanzelfsprekend zal hieraan een rapportage ten grondslag liggen.
De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris/onderzoeker. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren.