Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rioolheffing 2010 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Bij besluit van 4 januari 2010 heeft de gemeenteraad deze regeling geldend verklaard voor het gehele gebied dat vanaf 1 januari 2010 deel uitmaakt van de gemeente Venlo.
Ingetrokken wordt de "Verordening rioolheffing 2009" vastgesteld bij raadsbesluit van 26 november 2008 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Gemeentewet, art. 229 eerste lid, aanhef en onderdeel a
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2009 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 16-12-2009 E3-journaal, 23-12-2009 |
Gelet op artikel 228a van de Gemeentewet.
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
Voor nieuwe gebruikers wordt, afhankelijk van het gebruik van het perceel, zolang geen gegevens als bedoeld in het tweede lid bekend zijn, het aantal kubieke meters water gesteld op het aantal kubieke meters dat in de verbruiksperiode die eindigt in het belastingjaar naar het perceel is toegevoerd of opgepompt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsduur
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
Bij niet-automatische incasso:
in afwijking van het hiervoor onder a genoemde geldt in geval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen minder is dan € 3.000,00, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.
in afwijking van het hiervoor onder a genoemde geldt ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen minder is dan € 3.000,00 dat de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar waarop de aanslagen betrekking hebben overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier bedraagt.
de aanslagen gebaseerd op het afvoeren van meer dan 1.000 m3 water, zoals genoemd in artikel 6 lid 2, moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede termijn een maand later.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de termijnen van dit artikel.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake de heffing en invordering van een bestuurlijke boete. Deze bestuurlijke boete wordt opgelegd ingevolge de Invorderingswet 1990.