Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening parkeerbelastingen 2010 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2010 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 24-03-2010 E3-journaal, 31-03-2010 |
Gelet op artikel 225 van de Gemeentewet.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
bezoekersparkeerkaart: een kaart waarmee degene die woont respectievelijk degene die een beroep of bedrijf uitoefent in een van de in artikel 4 van deze verordening beschreven betaald parkeergebieden parkeertijd kan kopen voor het parkeren bij parkeerapparatuur met uitzondering van parkeertijd in parkeergarages en parkeerterreinen;
De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Voor de volgende gebieden kan door het college van burgemeester en wethouders een bewoners- c.q. zakelijkbelanghebbendeparkeerabonnement worden afgegeven:
het gedeelte van de gemeente dat begrensd wordt door de Maas, Professor Gelissensingel ten noorden van de Molensingel, de spoorlijn, Koninginneplein, Keulsepoort, Parade, Sint Jorisstraat, Grote Kerkstraat, Sint Martinusstraat (het gedeelte ten zuiden van de Goltziusstraat) en Puteanusstraat met inbegrip van deze straten, deze singels, kaden, wegen, pleinen en poorten behoudens de Puteanusstraat en de Sint Martinusstraat (het gedeelte ten zuiden van de Goltziusstraat);
het gedeelte van de gemeente dat begrensd wordt door de Eindhovenseweg, Professor Gelissensingel, Molensingel, Zuidsingel, Sloterbeekstraat, Roermondsepoort alsmede de Jan Teunissenplein, Sinselveldhof, Dr. Cuyperstraat, met inbegrip van deze straten, deze singels, kaden, wegen, pleinen en poorten, met uitzondering van de Eindhovenseweg en Professor Gelissensingel en evenmin de Sloterbeekstraat ten zuidoosten van de Zuidsingel;
het gedeelte van de gemeente dat begrensd wordt door de Deken van Oppensingel, Goltziusstraat, Sint Martinusstraat (het gedeelte ten zuiden van de Goltziusstraat), Grote Kerkstraat, Sint Jorisstraat, Parade en Keulsepoort met inbegrip van deze straten, singels, kaden, wegen, pleinen en poorten behoudens de Parade, Grote Kerkstraat en de Sint Jorisstraat;
het gedeelte van de gemeente dat begrensd wordt door de Maas, Puteannusstraat, Goltziusstraat, Krefeldseweg, Gasthuiskampstraat, Craneveldstraat, Sint Urbanuspad, Dokter Aletta Jacobsstraat, Hogeschoorweg (het gedeelte ten zuiden van de Craneveldstraat), Wilhelminapark en de Sint Urbanusweg (het gedeelte ten zuiden van de Groeneweg) met inbegrip van deze straten, singels, kaden, wegen, pleinen en poorten behoudens de Goltziusstraat, Krefeldseweg, Gasthuiskampstraat en Craneveldstraat;
het gedeelte van de gemeente dat begrensd wordt door de Burgemeester van Rijnsingel, Kaldenkerkerweg, Heutzstraat en Stalbergweg, met inbegrip van deze straten, singels, kaden, wegen, pleinen en poorten behoudens de Burgemeester van Rijnsingel ten noorden van de Belletablestraat, de Kaldenkerkerweg ten oosten van de Prinsenstraat en de Stalbergweg ten oosten van de Van Schelbergenstraat.
het gedeelte van de gemeente dat begrensd wordt door de Pontanusstraat, Kloosterstraat, 1e Graaf van Loonstraat, Urbanusstraat, Pepijnstraat, van Bornestraat, Ruijsstraat, Witherenstraat, Steegstraat en Maasbreesestraat met inbegrip van deze straten, singels, kaden, wegen, pleinen en poorten behoudens de Ruijsstraat, de zuidzijde van de Steegstraat, de Maasbreesestraat.
Het aantal per bedrijfsadres af te geven zakelijkbelanghebbendeparkeerabonnementen wordt bepaald aan de hand van het aantal (voltijds)werknemers. Het aantal werknemers blijkt uit een uittreksel van de Kamer van Koophandel tenzij blijkt dat de feitelijke situatie anders is. Per drie (voltijds)werknemers kan één zakelijkbelanghebbendeparkeerabonnement worden verstrekt met dien verstande dat per bedrijfsadres maximaal 10 zakelijkbelanghebbendeparkeerabonnementen kunnen worden afgegeven.
Bij de aanvraag van een zakelijkbelanghebbendeparkeerabonnement dient een kentekenbewijs van het voertuig, een uittreksel van de Kamer van Koophandel waaruit blijkt dat op het adres inderdaad een bedrijf is gevestigd en waaruit tevens het aantal op dat adres bij dat bedrijf werkzame (voltijds)werknemers blijkt, een werkgeversverklaring inhoudende dat men op het onderhavige adres werkzaam is en een legitimatiebewijs te worden overgelegd. Ingeval van leasevoertuigen dient een houderschapsverklaring te worden overlegd.
Artikel 6 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 8 Bepalingen omtrent aanvang en eindigen van de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak
Indien de belastingplicht in de loop van het tijdvak waarvoor het abonnement is aangegaan eindigt, wordt op aanvraag ontheffing verleend. Belasting is dan verschuldigd over een kwartaal of over even zoveel kwartalen als er in dat jaar reeds begonnen zijn respectievelijk over een maand of over even zoveel maanden als er in dat kwartaal reeds begonnen zijn, met dien verstande dat de belasting nimmer hoger is dan het tarief van het te beëindigen abonnement.
Artikel 9 Wijze van heffing en termijnen van betaling
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de gestelde termijnen van dit artikel.
Artikel 10 Bevoegdheid tot aanwijzen
De aanwijzing van de plaatsen waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, geparkeerd mag worden, geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 11 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling
Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken, kan het voertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.
de kosten voor opslag en afgifte bedragen € 40,00, waarin inbegrepen de bewaarkosten voor de eerste 24 uur (of gedeelte daarvan). Bewaarkosten voor de volgende dagen bedragen € 14,00 per dag (of gedeelte daarvan). Een voertuig met aanhanger wordt voor de toepassing van de kosten voor overbrenging beschouwd als twee voertuigen.
Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelastingen.
Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening parkeerbelastingen 2010 vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Tarieventabel behorende bij de “Verordening parkeerbelastingen 2010”
I. Het tarief voor het parkeren als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, bedraagt voor:
A. Parkeerplaatsen bij parkeerapparatuur, met uitzondering van parkeergarages
B. Parkeerplaatsen in een parkeergarage
C. Abonnementen bewonerbelanghebbenden
D. Abonnementen zakelijkbelanghebbenden
Met dien verstande dat per bezoekersparkeerkaart per jaar voor maximaal € 100,00 parkeertijd kan worden gekocht. Per woon- of bedrijfsadres wordt maximaal een bezoekersparkeerkaart afgegeven. | ||
II. Het tarief voor een vergunning als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, bedraagt voor:
Gedeelten van de in deze tabel genoemde eenheden van tijdseenheid worden voor volle eenheden gerekend.