Organisatie | Westvoorne |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening 2011 |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | verstrekken subsidies |
Geen
Gemeentewet, artikel 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-09-2011 | 20-02-2018 | Onbekend | 20-09-2011 Westvoornse Courant | Onbekend |
Algemene subsidieverordening 2011
De raad van de gemeente Westvoorne;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 augustus 2011;
gelet op de artikelen 149 van de Gemeentewet en titel 4.2. van de Algemene wet
besluit vast te stellen de volgende verordening;
Algemene subsidieverordening 2011
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder een:
Waarderingssubsidie: een subsidie die verstrekt wordt als waardering voor het uitvoeren van activiteiten,
ongeacht de feitelijke kosten.
Stimuleringssubsidie: een subsidie ter stimulering voor de uitvoering van activiteiten specifiek voor jeugdleden.
Budgetsubsidie: een subsidie die verstrekt wordt ter
uitvoering van activiteiten, waarbij vooraf het aantal
subsidiejaren, de objectieve subsidiecriteria en de wijze waarop de bijstelling van het budget plaatsvindt, is
Structurele subsidie: een subsidie voor een activiteit met een voortdurend of periodiek karakter.
Incidentele subsidie: een subsidie voor uitvoering of stimulering van activiteiten, die het karakter hebben van een éénmalige activiteit of een experiment of project van bepaalde tijd. De subsidie kan voor ten hoogste vier jaren worden verstrekt.
Deze verordening is van toepassing op alle subsidiëringen door de gemeente, indien en voor zover er geen door de gemeente uit te voeren bekostigingsregeling van het Rijk, de provincie of een Gemeenschappelijke Regeling van toepassing is.
De bevoegdheid om te besluiten een aanvraag niet verder in behandeling te nemen of om
een subsidie te weigeren in een van de gevallen, genoemd in artikel 3.4, is gedelegeerd aan het college.
Door middel van beleidsregels kunnen activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt nader worden bepaald, alsmede andere criteria, die voor die verstrekking gelden. Deze beleidsregels worden vastgesteld door het college.
Artikel 1.6 Rechtspersoonlijkheid
Een subsidie wordt, analoog aan artikel 4:66 van de Awb, slechts verleend aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.
Artikel 1.7 Algemene subsidievoorwaarden
Er worden slechts activiteiten gesubsidieerd die georganiseerd worden door
instellingen die zijn gevestigd in de gemeente Westvoorne. In bijzondere gevallen kan aan instellingen van buiten de gemeente subsidie worden verstrekt indien zij naar het oordeel van het college aantoonbaar activiteiten organiseren ten behoeve van de
De subsidieverlening kan, naast de in artikelen 4:25 lid 2 en 4:35 van de Awb genoemde gevallen worden geweigerd indien naar het oordeel van het college er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:
de aanvrager zelf in de kosten kan voorzien, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden of een combinatie daarvan, tenzij het college van oordeel is dat de activiteiten dermate in het gemeentelijk belang zijn dat van dit beleidsuitgangspunt kan worden afgeweken. Onder middelen van derden moeten ook worden verstaan het eigen vermogen en het batig saldo dat ontstaat door giften e.d. van gelieerde rechtspersonen, donateurs of andere geldschieters.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Het college kan onverminderd het bepaalde in artikel 4:37 van de Awb een instelling verplichtingen opleggen die betrekking hebben op:
Artikel 4.4 Wijziging van omstandigheden
De subsidieontvanger brengt wijzigingen in de statuten, reglementen, bestuurssamenstelling en de financiële positie, voor zover zij weet of behoort te weten dat de wijziging van belang is voor de beoordeling van de aanvraag, verlening of vaststelling van de subsidie, onverwijld schriftelijk ter kennis van het college.
De ontvanger van een subsidie stelt na afloop van de subsidieperiode of de activiteit(en), waarvoor een eenmalige subsidie is verleend, een verslag vast dat inzicht geeft in de aard, duur en omvang van de met behulp van subsidiëring verrichte activiteiten.
Voor een ontvanger van een budgetsubsidie is in het verslag een vergelijking opgenomen van de verrichte activiteiten met de in het jaarprogramma welzijn voorgenomen activiteiten.
Bovendien vermeldt het verslag of de verrichte activiteiten van verantwoorde kwaliteit (doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht) zijn geweest.
Artikel 4.7 Medewerking aan onderzoeken van de lokale rekenkamer
Gesubsidieerde instellingen zijn krachtens artikel 184 van de Gemeentewet, artikel 4:38 lid 2 van de Awb, alsmede op grond van artikel 2, lid 2 van de Verordening Rekenkamercommissie Gemeente Westvoorne 2005 verplicht hun medewerking te verlenen aan onderzoeken van de Rekenkamercommissie Westvoorne.
Hoofdstuk 5 Subsidievaststelling
Artikel 5.2 Over te leggen bescheiden
Om te kunnen beoordelen of de gesubsidieerde activiteiten rechtmatig en doelmatig zijn uitgevoerd, worden bij de aanvraag de volgende gegevens overgelegd, tenzij in het besluit tot subsidieverlening is bepaald dat met minder bescheiden kan worden volstaan:
indien de subsidieontvanger ingevolge wettelijk voorschrift verplicht is tot het opstellen van een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt in plaats van het financieel verslag de jaarrekening overgelegd. De jaarrekening is voorzien van een verklaring van een accountant, als bedoeld in artikel 393, eerste lid, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Deze accountantsverklaring wordt uiterlijk 1 mei van het jaar volgend op het subsidiejaar overgelegd.
Het college kan de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen, indien na afloop van de termijn voor de indiening van de aanvraag tot vaststelling als bedoeld in artikel 5.1 geen aanvraag is ingediend of indien het besluit tot subsidieverlening tussentijds is ingetrokken. De ambtshalve vaststelling vindt uiterlijk plaats op 1 augustus na de termijn als bedoeld in artikel 5.1.
TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING (Asv) 2011
vastgesteld in de openbare raadsvergadering op 20 september 2011
De keuze is gemaakt om de meeste bepalingen uit de subsidie-titel (titel 4.2) van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet in de verordening op te nemen behalve enkele kernbepalingen. Het inhoudelijk subsidierecht wordt gevormd via beleidsregels. Het uitgangspunt is dat door het gemeentebestuur verstrekte subsidies een wettelijke grondslag krijgen in de Asv. In bijzondere gevallen kan een specifieke verordening in het leven worden geroepen. Dit soort situaties kan zich voordoen indien er een duidelijke reden is om van de regelingen van de Asv af te wijken.
Een dergelijke reden kan zijn dat de termijnen van aanvraag en verstrekking van subsidie anders dienen te liggen dan in de Asv bepaald, indien een wet in formele zin eist dat er een aparte verordening in het leven wordt geroepen voor deze specifieke subsidies of indien het onderwerp van een dergelijke subsidie zo bijzonder is dat dit zich niet goed leent voor regeling in de Asv.
Het primaat ligt, in het Kader van de Wet dualisering gemeentebestuur, bij het college. Uiteraard behoudt de raad het budgetrecht, alsmede het recht om op hoofdlijnen het subsidiebeleid te bepalen.
In het dualistische systeem kan de gemeenteraad vooraf kaders stellen voor het beleid met zijn budgettaire en regelgevende functie en achteraf de uitvoering controleren met alle hem ter beschikking staande controle-instrumenten. Het college neemt de uitvoering van het beleid op zich. De gemeenteraad stelt de algemene kaders vast waarbinnen de subsidies verleend moeten worden. Het college mag binnen dat kader subsidies verstrekken, vaststellen, wijzigen en intrekken. De controle van het gebruik van de bevoegdheden kan op de gebruikelijke weg geschieden, bij de behandeling van de jaarrekening.
3. Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1.1, sub i subsidiebegrip
Uitgangspunt is de wettelijke definitie uit artikel 4:21 Awb.
De Algemene subsidieverordening (Asv) heeft als uitgangspunt dat die geldt voor alle subsidiebesluiten. Het college kan hierop een uitzondering maken.
Het subsidieplafond is bedoeld om te voorkomen dat er subsidiebedragen moeten worden betaald waarvoor geen of onvoldoende gelden beschikbaar zijn. Het budgetrecht blijft het primaat van de raad. Binnen die geldelijke kaders kan het college werken met subsidieplafonds en nader uit te werken verdelingscriteria.
Artikel 1.7: Algemene uitgangspunten
Subsidies worden verstrekt op grond van gemeentelijk beleid en / of op basis van het geld dat in de begroting is gereserveerd.
Artikel 3.4: Weigeringsgronden
De Awb kent twee soorten weigeringsgronden:
De raad heeft de bevoegdheid nadere weigeringsgronden op te nemen. Daartoe biedt dit artikel de juridische basis.
De opsomming (a t/m h) die onder weigeringsgronden genoemd wordt, is niet limitatief.
Het college kan derhalve ook weigeren op andere gronden.
De gevraagde subsidie kan bijvoorbeeld ook worden geweigerd:
Over het algemeen zullen instellingen (bestemmings)reserves moeten kunnen opbouwen.
Dit wordt meestal ook geaccepteerd en kan in bepaalde gevallen zelfs als voorwaarde worden gesteld. Er kunnen zich echter situaties voordoen dat de gevraagde subsidie niet meer in verhouding staat tot de opgebouwde reserves. In dat geval moet het mogelijk zijn om hiermee rekening te houden bij het vaststellen van de hoogte van de subsidie.
In feite is dit ook geregeld in artikel 3.4 (inzake weigeringsgronden) sub c waarin is bepaald dat subsidie kan worden geweigerd wanneer de aanvrager zelf in de kosten van de activiteiten kan voorzien, bijvoorbeeld uit eigen middelen.
Artikel 5.3: Aanvraag tot vaststelling en de beslistermijn
Het is de bedoeling dat de subsidiebesluiten worden genomen door het college binnen de budgetten die de raad verstrekt. De Awb opent de mogelijkheid tot een sterke vereenvoudiging van de afdoening van aanvragen. Artikel 4:43 regelt de mogelijkheid om bij één en hetzelfde besluit de subsidie te verlenen en het bedrag daarvan vast te stellen. Conform spraakgebruik wordt dit samengestelde besluit in de verordening aangeduid als ‘enkele subsidievaststelling’. In beleidsregels kan worden vastgesteld wanneer deze procedure van toepassing is.
De Algemene wet bestuursrecht kent een aparte afdeling over betaling en terugvordering, namelijk 4.2.7.
Vrijwilligersorganisaties die structureel worden gesubsidieerd, ontvangen in april van het betreffende subsidiejaar 80% voorschot op de verleende subsidie. De vaststelling van de subsidie dient 12 weken na afloop van het subsidie tijdvak of na beëindiging van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend te worden aangevraagd (in afwijking van artikel 4:47 Awb). Dit betekent dat voor vaststelling van subsidies per kalender omstreeks de tweede helft van maart de vaststelling dient te worden aangevraagd. Na de vaststelling van de subsidie (besluit van het college binnen 13 weken na de aanvraag tot vaststelling) wordt de resterende 20% binnen 4 weken uitbetaald.