Paragraaf 7 Subsidies buurtbusvervoer
De aanvraag
Artikel 7.1
- 1
Buurtbusverenigingen en vervoerbedrijven kunnen bij Gedeputeerde Staten een aanvraag voor subsidie indienen voor het starten van een buurtbusproject, voor zover dit een gebied betreft waar de provincie Gelderland de bevoegde autoriteit is met betrekking tot interlokaal openbaar vervoer.
- 2
Gedeputeerde Staten kunnen op eigen initiatief een buurtbusproject starten.
- 3
Gedeputeerde Staten beoordelen de aanvraag met inachtneming van de criteria van artikel 7.2, na kennisgenomen te hebben van het advies van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten waarop het buurtbusproject betrekking heeft en het vervoerbedrijf van het gebied waarin het buurtbusproject geлxploiteerd zal worden.
- 4
Indien de aanvraag betrekking heeft op de uitvoering van een buurtbusproject in een gebied dat zich uitstrekt tot buiten de in het eerste lid genoemde grenzen, plegen Gedeputeerde Staten overleg met de openbaarvervoerautoriteiten van het aangrenzende gebied.
- 5
Gedeputeerde Staten stellen het vervoerbedrijf in kennis van hun besluit een buurtbusproject te starten.
- 6
Gedeputeerde Staten kunnen een termijn vaststellen waarbinnen het vervoerbedrijf het door hen vastgestelde aantal buurtbussen aan het project beschikbaar stelt.
Toetsingscriteria buurtbusprojecten
Artikel 7.2
- 1
Het gebied waarin een buurtbusproject wordt geлxploiteerd, voldoet aan het omtrent het regionet gestelde in de Netwerknota Openbaar Vervoer.
- 2
De buurtbus mag geen afbreuk doen aan ander openbaar vervoer, gereden volgens een vaste dienstregeling.
- 3
Per buurtbus dienen zich minimaal 15 vrijwilligers als chauffeur beschikbaar te stellen.
- 4
De vrijwilligers organiseren zich in een vereniging, welke is opgericht bij notariлle akte als bedoeld in artikel 2:27 van het Burgerlijk Wetboek.
- 5
De vrijwillige buurtbuschauffeurs zijn in het bezit van:
- a.
- b.
een geldige geneeskundige verklaring als bedoeld in artikel 74 van het Besluit personenvervoer 2000.
- 6
De aanvrager van een buurtbusproject maakt aannemelijk dat er behoefte is aan vervoer.
- 7
De beoogde dienstregeling dient met maximaal twee buurtbussen per buurtbus-vereniging te kunnen worden uitgevoerd.
Subsidiëring van buurtbusverenigingen
Artikel 7.3
- 1
Gedeputeerde Staten verlenen subsidie aan buurtbusverenigingen ter bekostiging van vrijwilligerswerk ten behoeve van buurtbusprojecten die door Gedeputeerde Staten zijn erkend.
- 2
In afwijking van het in het eerste lid gestelde bedraagt de subsidie in het eerste jaar een twaalfde maal het aantal maanden vanaf de datum dat het project van start is gegaan en wordt als voorschot betaald binnen acht weken na de start van het project.
- 3
Gedeputeerde Staten verlenen subsidie voor het aantal jaren dat gelijk is aan de duur van het contract of de concessie van het vervoerbedrijf dat het regulier openbaar vervoer in dit gebied verricht.
- 4
Een buurtbusvereniging overlegt aan Gedeputeerde Staten:
- a.
in maart van ieder kalenderjaar een overzicht van de voor het project verrichte uitgaven en verkregen inkomsten van het afgelopen jaar;
- b.
één keer per kwartaal een overzicht van het aantal vervoerde reizigers per maand.
- 5
Een buurtbusvereniging verstrekt aan Gedeputeerde Staten op hun verzoek gegevens die naar hun oordeel noodzakelijk zijn voor het maken van berekeningen van het gebruik en de kosten van buurtbusvervoer.
Subsidiëring van vervoerbedrijven
Artikel 7.4
- 1
Gedeputeerde Staten verlenen subsidie aan vervoerbedrijven ter bekostiging van de exploitatie van buurtbussen voor zover deze worden ingezet in het kader van door Gedeputeerde Staten erkende buurtbusprojecten. Gedeputeerde Staten verlenen voorschotten in maandelijkse termijnbedragen, elk ter hoogte van een dertiende van de verleende bijdrage, waarbij in de maand april twee termijnbedragen worden betaald.
- 2
Vervoerbedrijven waarmee Gedeputeerde Staten (financiлle) afspraken omtrent de exploitatie van buurtbusprojecten contractueel of in een concessie hebben vastgelegd, komen niet in aanmerking voor subsidie als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
- 3
Gedeputeerde Staten verlenen subsidie voor het aantal jaren dat gelijk is aan de duur van het contract of de concessie van het vervoerbedrijf dat het regulier openbaar vervoer in dit gebied verricht.
- 4
Een vervoerbedrijf overlegt, in maart van ieder kalenderjaar, aan Gedeputeerde Staten een overzicht waarin per buurtbus de inkomsten en uitgaven inzichtelijk worden gemaakt.
- 5
De opbrengsten uit losse kaartverkoop, gegenereerd door een buurtbus, komen ten gunste van het vervoerbedrijf.
Beheer en exploitatie van buurtbussen
Artikel 7.5
- 1
De buurtbusvereniging stelt na overleg met het vervoerbedrijf de dienstregeling op.
- 2
De dienstregeling wordt door Gedeputeerde Staten vastgesteld.
- 3
De uitvoering van de dienstregeling vindt plaats onder de dagelijkse verantwoordelijkheid van de buurtbusvereniging.
- 4
Een buurtbus is ingericht voor het vervoer van maximaal acht personen, de bestuurder niet daartoe gerekend.
- 5
Het vervoerbedrijf heeft als beheerder en exploitant van een buurtbus de plicht te zorgen voor:
- a.
de veiligheid en de toegankelijkheid van de buurtbus;
- b.
keuringen en rijvaardigheidstesten voor vrijwillige chauffeurs;
- c.
de stalling en reiniging van de buurtbus;
- d.
het onderhoud en de reparatie van de buurtbus;
- e.
beschikbaarheid van het benodigd aantal buurtbussen voor het uitvoeren van de dienstregeling;
- f.
het bekendmaken van de dienstregeling en het zorgen voor de verspreiding ervan.
- 6
In situaties waarin bij deze uitvoeringsregeling niet is voorzien, nemen Gedeputeerde Staten een beslissing.
Voorwaarden voor beëindiging van buurtbusprojecten
Artikel 7.6
- 1
Gedeputeerde Staten kunnen ambtshalve of op voorstel van een buurtbusvereniging een buurtbusproject beлindigen indien:
- a.
niet meer wordt voldaan aan ййn of meerdere van de in artikel 7.2 genoemde criteria;
- b.
een project op grond van herstructurering van het regionale aanbod van collectief vervoer of ten gevolge van aanbesteding van een regionale concessie in het gebied waar de desbetreffende buurtbus rijdt, wordt geпntegreerd in of vervangen door een ander collectief vervoersysteem, zulks ter beoordeling van Gedeputeerde Staten;
- c.
het project anderszins in aanmerking komt voor vervanging door een andere openbaar-vervoervoorziening, of
- d.
het aantal reizigers minder is dan gemiddeld 300 reizigers per buurtbus per maand, gedurende ten minste drie opeenvolgende maanden, juli en augustus niet meegerekend. Dit geldt niet voor de eerste twee jaar na de start van een buurtbusproject.
- 2
Gedeputeerde Staten plegen voorafgaand aan hun besluit in ieder geval overleg met de buurtbusvereniging over de beлindiging.
- 3
Ambtshalve beлindiging van een buurtbusproject vindt, voor zover in de betreffende situatie lid 1 sub a of d van toepassing is, niet eerder plaats dan drie maanden nadat Gedeputeerde Staten het besluit tot opheffing hebben genomen.
Vervoerbewijzen en tarieven
Artikel 7.7
- 1
Gedeputeerde Staten stellen de tarieven en modellen van vervoerbewijzen die geldig zijn op de buurtbus vast.
- 2
Naast de vastgestelde modellen als bedoeld in het eerste lid, verklaren Gedeputeerde Staten tevens de OV-jaarkaart, de Studenten OV-jaarkaart, de Veluwe Reis Pas en maandtrajectkaarten geldig.
Verplichtingen bestaande buurtbusprojecten
Artikel 7.8
Op het moment van inwerkingtreding van deze uitvoeringsregeling moeten bestaande buurtbus-projecten voldoen aan alle verplichtingen in deze uitvoeringsregeling.
Paragraaf 8 Subsidies Infrastructurele openbaar-vervoervoorzieningen
Planstudies en voorzieningen
Artikel 8.1
De subsidie wordt verstrekt ten behoeve van planstudies en voorzieningen die voldoen aan door Gedeputeerde Staten vast te stellen eisen.
Aanpassing van bestaande treinstations en hun omgeving
Artikel 8.2
- 1
De subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van voorzieningen op treinstations en in het directe toegangsgebied ervan. Deze voorzieningen dienen ten goede te komen aan integratie van verschillende vervoersmodaliteiten, onder voorwaarde dat ten minste een van die vervoersmadaliteiten onder de verantwoordelijkheid valt van de provincie Gelderland.
- 2
De subsidie als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 66% van de investeringskosten met een maximum van €350.000,-- per voorziening.
- 3
Met de uitvoering van de voorziening dient binnen een naar het oordeel van Gedeputeerde Staten aanvaardbaar geachte termijn na dagtekening van de beschikking tot verlening van de subsidie een aanvang te zijn gemaakt.
Nieuwe of te verplaatsen treinstations
Artikel 8.3
- 1
De subsidie kan worden verstrekt ten behoeve van planstudies van stations.
- 2
De subsidie als bedoeld in het eerste lid bedraagt 66% van de investeringskosten met een maximum van €200.000,-- per station.
- 3
Met de daadwerkelijke realisering van de planstudie dient binnen een naar oordeel van Gedeputeerde Staten aanvaardbaar geachte termijn na dagtekening van de beschikking tot verlening van de subsidie een aanvang te zijn gemaakt.
Het treffen van infrastructurele maatregelen op de routes van het snelnet ter verbetering van de doorstroming van het openbaar vervoer
Artikel 8.4
- 1
De subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van voorzieningen die de kwaliteit of de snelheid van het openbaar vervoer verhogen.
- 2
De subsidie als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 90% van de investeringskosten. Het feitelijke percentage is afhankelijk van het belang van de voorziening voor het openbaar vervoer en de staat van onderhoud.
- 3
De voorziening dient binnen een naar het oordeel van Gedeputeerde Staten aanvaardbaar geachte termijn doch uiterlijk binnen zes maanden na dagtekening van de beschikking tot verlening van de subsidie te zijn gerealiseerd.
De aanleg of verbetering van transferpunten op de routes van het snelnet
Artikel 8.5
- 1
De voorziening moet voldoen aan door Gedeputeerde Staten vastgestelde functionele en vormgevingseisen.
- 2
Indien bij de inrichting van een transferpunt niet volledig wordt voldaan aan de in het eerste lid gestelde eisen, zal het subsidiepercentage, in afwijking van het in het derde lid gestelde, 35% bedragen met een maximum van €10.000,--.
- 3
De subsidie als bedoeld in het eerste lid bedraagt 50% van de investeringskosten met een maximum van €45.000,-- per voorziening, inclusief ten behoeve van de voor de voorziening noodzakelijk aan te leggen in- en uitvoegstroken of andere voor het transferpunt benodigde aanpassing van de weginfrastructuur.
- 4
De voorziening dient binnen een naar het oordeel van Gedeputeerde Staten aanvaardbaar geachte termijn doch uiterlijk binnen zes maanden na dagtekening van de beschikking tot verlening van de subsidie te zijn gerealiseerd.
Het treffen van infrastructurele maatregelen en de aanleg of verbetering van halteplaatsen op de routes van het regionet
Artikel 8.6
- 1
De subsidie wordt uitsluitend verleend voor voorzieningen die de kwaliteit van het regionet verhogen.
- 2
Over de voorgenomen voorziening dient overeenstemming te zijn met de betrokken openbaar-vervoerbedrijven.
- 3
Haltevoorzieningen dienen te voldoen aan functionele eisen.
- 4
De subsidie voor de aanpassing van de weginfrastructuur en verkeersregelinstallaties bedraagt 50% van de investeringskosten met een maximum van €30.000,-- per voorziening.
- 5
De subsidie voor haltevoorzieningen, inclusief noodzakelijke aanpassing van de weginfrastructuur, bedraagt 35% van de investeringskosten met een maximum van €10.000,-- per haltevoorziening.
- 6
De voorziening dient binnen een door Gedeputeerde Staten aanvaardbaar geachte termijn te zijn gerealiseerd.
De aanleg of verbetering van langeafstandstransferia
Artikel 8.7
- 1
De subsidie kan worden verstrekt ten behoeve van planstudies of realisering van de lange afstandstransferia. Deze voorziening dient ten goede te komen aan integratie van verschillende vervoersmodaliteiten, onder voorwaarde dat ten minste ййn van die vervoersmodaliteiten onder de verantwoordelijkheid valt van de provincie Gelderland.
- 2
De subsidie bedraagt 66% van de investeringskosten met een maximum van €350.000, per transferium.
- 3
Met de uitvoering van de voorziening dient binnen een naar het oordeel van Gedeputeerde Staten aanvaardbaar geachte termijn na dagtekening van de beschikking tot verlening van de subsidie een aanvang te zijn gemaakt.
De aanleg of verbetering van natuur- en recreatietransferia voor zover op deze transferia een openbaarvervoervoorziening aanwezig is
Artikel 8.8
- 1
De subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor maatregelen ter stimulering van het gebruik van het openbaar vervoer van en naar natuur- en recreatiegebieden.
- 2
Onderdeel van een dergelijk transferium is de inrichting van hoogwaardige openbaar-vervoervoorzieningen.
- 3
De subsidie voor grote transferia bedraagt maximaal 50% van de investeringskosten met een maximum van E 90.000,-- per transferium.
- 4
De subsidie voor kleine transferia bedraagt maximaal 50% van de investeringskosten met een maximum van E 20.000,-- per transferium.
- 5
De voorziening dient binnen een door Gedeputeerde Staten aanvaardbaar geachte termijn te worden gerealiseerd.
De plaatsing van zuilen en panelen voor reisinformatie voor reizigers van het openbaar vervoer bij transferpunten en bushaltes
Artikel 8.9
- 1
De subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van het plaatsen van informatiezuilen en informatiepanelen bij transferpunten en halteplaatsen.
- 2
De voorziening moet voldoen aan door Gedeputeerde Staten vastgestelde functionele en vormgevingseisen.
- 3
De subsidie als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 100% van de investeringskosten.
- 4
De voorziening dient binnen een naar het oordeel van Gedeputeerde Staten aanvaardbaar geachte termijn, doch uiterlijk binnen zes maanden na dagtekening van de beschikking tot verlening van de subsidie te zijn gerealiseerd.