Organisatie | Montferland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Fraudeverordening 2010 |
Citeertitel | Fraudeverordening 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | geen |
Geen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2010 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 24-06-2010 Montferland Journaal, 06-07-2010 | geen |
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; Gelet op artikel 147 Gemeentewet, artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB), artikel 12 lid 1c van de Wet investeren in jongeren (WIJ), artikel 35 lid 1c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers (Ioaw), artikel 35 lid 1c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) stelt dat met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het kader van het financieel beheer regels gesteld dienen te worden, die in een verordening worden neergelegd;
Artikel 1. Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
fraude/oneigenlijk gebruik: het door opzettelijk aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, verkrijgen van overheidsuitkeringen, weliswaar in overeenstemming met den bewoordingen van de regelgeving, maar in strijd met de doelstellingen en strekkingen daarvan.’
Artikel 2 Voorlichting en communicatie
Het college stelt nadere regels vast omtrent de voorlichting en communicatie. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college de belanghebbende informeert over de regelgeving en de daarin vervatte rechten en plichten die aan het aanvragen en ontvangen van bijstand verbonden zijn.
Het college onderzoekt door middel van controles zoals bijvoorbeeld bestandsvergelijkingen, huisbezoeken, gesprekken met cliënten en validatie en verificatie van gegevens, de rechtmatigheid van een aanvraag, lopende uitkering/inkomensvoorziening of beëindiging. Op basis van deze onderzoeken neemt het college een besluit met betrekking tot de rechtmatigheid van de bijstandsverlening en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.
Hoofdstuk 3. Bestrijding van misbruik
Artikel 4. Oplegging van een maatregel
Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige dan wel geen inlichtingen heeft verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, inkomensvoorziening of uitkering, legt het college een maatregel op conform hetgeen hierover is bepaald in de maatregelverordening, onverminderd de terugvordering van de eventueel ten onrechte verstrekte bijstand.
Artikel 5. Justitiële aangifte
Indien het benadelingsbedrag het bedrag overschrijdt, genoemd in de richtlijnen van het Openbaar Ministerie, wordt, onverminderd de mogelijkheid de bijstand/inkomensvoorziening te verlagen en de ten onrechte verstrekte bijstand, inkomensvoorziening of uitkering terug te vorderen, door of namens het college Proces-Verbaal opgemaakt en per direct aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie.
Artikel 6. Uitzonderingssituaties
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de uitkeringsgerechtigde afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
artikel 7. Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.