Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Montferland

Kaderverordening subsidies Montferland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMontferland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingKaderverordening subsidies Montferland
CiteertitelKaderverordening subsidies Montferland
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200701-01-2016Nieuwe regeling

29-06-2006

Montferland Journaal

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Kaderverordening subsidies Montferland

De raad van de gemeente Montferland,

gezien het voorstel van het college van d.d. 16 mei 2006;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

BESLUIT:

vast te stellen:

Kaderverordening inhoudende regels inzake de verstrekking van subsidies door het college van

burgemeester en wethouders van Montferland

Artikel 1 Reikwijdte

Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college van burgemeester en wethouders, hierna te noemen het college, behoudens indien die subsidie wordt verstrekt krachtens een andere verordening.

Artikel 2 Beleidsterreinen

Het college kan subsidies verstrekken voor activiteiten welke passen in de volgende beleidsterreinen:

  • a.

    welzijn, onderwijs, sport, cultuur, emancipatie, kinderopvang;

  • b.

    woonklimaat, leefklimaat, natuur- en landschapsinrichting, beheer van de openbare ruimte,milieu;

  • c.

    werk en economie;

  • d.

    bereikbaarheid en mobiliteit;

  • e.

    werkloosheidsbestrijding, inburgering, bijstand;

  • f.

    veiligheid, internationale samenwerking en algemene bestuurlijke aangelegenheden;

  • g.

    recreatie en toerisme;

  • h.

    burgerparticipatie;

  • i.

    plattelandsontwikkeling;

  • j.

    inzameling oud papier;

  • k.

    promotie.

Artikel 3 nadere regels

Onverminderd titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht kunnen door het college, binnen de door de raad vastgestelde kadernota, terzake van de verstrekking van subsidie nadere regels worden gesteld met betrekking tot:

  • a.

    Modellen vast te stellen voor aanvraagformulieren en de daarbij vereiste te overleggen gegevens en bescheiden.

  • b.

    de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt en wie daarvoor in aanmerking komt;

  • c.

    het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;

  • d.

    de aanvraag van een subsidie en de besluitvorming daarover;

  • e.

    de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend;

  • f.

    de verplichtingen van de subsidieontvanger;

  • g.

    de vaststelling van de subsidie;

  • h.

    intrekking en wijziging van de subsidieverlening of -vaststelling;

  • i.

    de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten;

  • j.

    andere criteria en modellen voor de verstrekking van subsidie.

Artikel 4 weigeringsgronden

De subsidieverlening kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen in ieder geval worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

  • 1.

    de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de 1. gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente;

  • 2.

    gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie is aangevraagd;

  • 3.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • 4.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden - hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden - kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • 5.

    subsidieverstrekking anderszins niet past binnen het beleid van de gemeente.

Artikel 5 subsidieplafond

Het college is bevoegd tot het vaststellen van een subsidieplafond voor een daarbij te bepalen jaarlijks tijdvak voor de verschillende activiteiten waarvoor op grond van deze verordening subsidie kan worden verstrekt en kan daarbij bepalen hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

Artikel 6 verplichtingen en begrotingsvoorbehoud

  • 1

    Aan een krachtens deze verordening verleende subsidie kunnen verplichtingen worden verbonden.

  • 2

    Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 7 beslistermijnen

  • 1

    In de gevallen waarin een aanvraag om subsidie betrekking heeft op het kalenderjaar of kalenderjaren volgend op dat waarin de aanvraag is ingediend, wordt op de aanvraag beslist binnen uiterlijk twaalf weken na de dag waarop de gemeentebegroting voor het eerstvolgende

    kalenderjaar door de raad is vastgesteld.

  • 2

    In alle andere gevallen geldt dat binnen twaalf weken na indiening van een aanvraag wordt beslist, tenzij het college bij nadere regels hiervoor een andere termijn heeft vastgesteld.

Artikel 8 vergoeding van met subsidie behaald vermogensvoordeel

  • 1

    In de gevallen bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, is de subsidieontvanger aan het college een vergoeding van de vermogensvorming verschuldigd.

  • 2

    De vergoeding bedraagt maximaal het bedrag waarmee subsidiëring door de gemeente heeft bijgedragen aan de vermogensvorming in verhouding tot de andere middelen die daaraan hebben bijgedragen. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de eigendommen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat bij verlies of beschadiging van eigendommen wordt uitgegaan van het bedrag, dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger is ontvangen. Indien het onroerend goed betreft, geschiedt de waardebepaling door één of drie onafhankelijke deskundigen.

Artikel 9 per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen

  • 1

    Afdeling 4.2.8. van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op budgetsubsidies.

  • 2

    Bij besluit van het college kan afdeling 4.2.8. van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing worden verklaard op andere subsidieverstrekkingen dan budgetsubsidies.

  • 3

    In afwijking van het bepaalde in artikel 4:60 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de aanvraag van de subsidie, bedoeld in het eerste en tweede lid, vóór 1 mei van het jaar voor de aanvang van het boekjaar ingediend.

  • 4

    Het college kan de subsidieontvanger verplichten een e 4. galisatiereserve te vormen.

  • 5

    Het college kan aanvullend aan het in artikel 3 bepaalde nadere regels stellen over de toepassing van afdeling 4.2.8. van de Algemene wet bestuursrecht, ondermeer, met betrekking tot de egalisatiereserve, financieel verslag, accountantscontrole en activiteitenverslag.

Artikel 10 toezicht

  • 1

    Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening aan de subsidieontvanger opgelegde verplichtingen zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

  • 2

    Aan subsidies op grond van deze verordening is de verplichting verbonden dat de subsidieontvanger aan een toezichthouder alle medewerking verleent die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.

Artikel 11 hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen de bepalingen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken indien en voor zover strikte toepassing leidt tot een onredelijk of onbillijk gevolg.

Artikel 12 bijzondere gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet of onvoldoende voorziet beslissen Burgemeester en wethouders.

Artikel 13 inwerkingtreding en intrekking oude verordeningen

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag volgende op die waarin de bekendmaking ingevolge van artikel 139 van de Gemeentewet heeft plaatsgevonden.

  • 2

    Ingetrokken worden:

    • a.

      de algemene subsidieverordening Welzijn gemeente Bergh, vastgesteld door de raad van Bergh op 13 maart 2002, en de deelsubsidieverordeningen zorg, educatie,recreatie, sociaal-cultureel werk, vormende en bewustmakende activiteiten, algemeen, alsmede de algemene uitgangspunten van subsidieverstrekking eveneens vastgesteld door de raad van de gemeente Bergh op 13 maart 2002;

    • b.

      verordening subsidieregeling ophalen oud papier Bergh, vastgesteld door de raad van Bergh op 25 januari 2001;

    • c.

      de algemene subsidieverordening Didam en de verordeningen met betrekking tot de subsidieverlening op de terreinen sport; sportieve recreatie; sociaal cultureel werk enjeugd en jongerenwerk; ouderenwerk; kunst en cultuur, maatschappelijke hulp- en dienstverlening, emancipatie- en opbouw/actiewerk; allen vastgesteld door de raadvan Didam op 19 april 2000, en nadien gewijzigd bij besluit van op 20 december 2001.

Artikel 14 Citeerartikel

Deze verordening kan aangehaald worden als “Kaderverordening subsidies Montferland”.

’s-Heerenberg, 29 juni 2006

De raad van de gemeente Montferland,

De griffier, E.H.A. Peters, wnd. griffier

De voorzitter, mw. C.C. Leppink-Schuitema