Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit |
Citeertitel | Verordening op de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-02-2001 | 07-04-2011 | Onbekend | 12-12-2000 Stadsblad, 09-02-2001 | RV 00.0107 |
De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, hierna te noemen de commissie, heeft tot taak, gevraagd of eigener beweging, het schriftelijk uitbrengen van advies aan burgemeester en wethouders:
bij de toepassing van de Monumentenwet 1988 en de Monumentenverordening, alsmede andere zaken aangaande monumenten en stads- en dorpsgezichten; c. bij de toepassing van welstandsbepalingen in de Verordening op het Stadsschoon, alsmede andere zaken waarbij het uiterlijk aanzien van de stad in het geding is of kan zijn.
De leden moeten als specifiek deskundig kunnen worden beschouwd op een of meer van de navolgende gebieden: architectuur, stedenbouw, bouwkunde, geschiedkunde, kunsthistorie, cultuurhistorie, restauratiearchitectuur, landschapsarchitectuur of van beeldende kunst. Van de leden wordt verwacht dat zij onafhankelijk van hun specifieke deskundigheid, vaardig zijn om een bijdrage te leveren aan een integrale afweging bij de beoordeling van de ruimtelijke kwaliteit. Van de leden wordt verwacht dat men Leiden kent en een visie heeft op (ontwikkelingen op het gebied van) de ruimtelijke kwaliteit van Leiden.
Aan de beraadslaging over en aan het uitbrengen van een advies omtrent een aanvraag als bedoeld in artikel 1 mogen de commissieleden (inclusief voorzitter en plaatsvervangende leden) niet deelnemen indien zij in enige hoedanigheid direct of indirect persoonlijk en/of zakelijk bij de aanvraag zijn betrokken.
Aan de aanvrager van een vergunning dan wel aan diens gemachtigde of aan beiden, alsmede aan andere belanghebbenden wordt desgevraagd gelegenheid gegeven zich in de vergadering van de commissie ten aanzien van de behandeling van de aanvraag, waarbij belang bestaat, te laten horen. In het huishoudelijk reglement wordt de wijze waarop van deze mogelijkheid gebruik kan worden gemaakt nader geregeld.
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslissen burgemeester en wethouders, nadat zij de commissie hebben gehoord.