Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit mandaat, volmacht en machtiging commissaris van de Koningin Noord-Holland 2011 |
Citeertitel | Besluit mandaat, volmacht en machtiging commissaris van de Koningin 2011. |
Vastgesteld door | commissaris van de koningin |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | mandaat, volmacht, machtiging, commissaris van de Koningin |
Geen
Provinciewet artikel 59a, provinciewet 176
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-10-2013 | 02-10-2013 | intrekking | 24-09-2013 Provinciaal blad, 2013, 121 | 156419-156419 | |
07-06-2011 | 02-10-2013 | Nieuwe regeling | 24-05-2011 Provinciaal blad, 2011, 72 | 2011-16861 |
De commissaris van de Koningin in de Provincie Noord-Holland;
overwegende dat het noodzakelijk is dit besluit op onderdelen in verband met technische wijzigingen aan te passen;
gelet op de artikelen 59a en 176 van de Provinciewet;
Besluit mandaat, volmacht en machtiging commissaris van de Koningin Noord-Holland 2011
Hoofdstuk 1 Vertegenwoordiging provincie buiten rechte
De commissaris van de Koningin verleent volmacht en machtiging tot vertegenwoordiging van de provincie buiten rechte aan:
Hoofdstuk 4 Mandaat en machtiging voor de bevoegdheden van de commissaris van de Koningin als bestuursorgaan
De commissaris van de Koningin verleent aan de sectormanager Kabinet en zijn plaatsvervanger mandaat, volmacht en machtiging voor:
De sectormanager Kabinet kan ten aanzien van de in artikel 7, onderdelen a en b bedoelde aangelegenheden, zo nodig onder het stellen van voorwaarden en beperkingen, schriftelijk rechtstreeks ondermandaat en –machtiging verlenen aan een onder hem ressorterende medewerker.
Hoofdstuk 6 Controle en verantwoording
De functionarissen aan wie (onder)volmacht, (onder)mandaat of (onder)machtiging is verleend, stellen de commissaris van de Koningin in kennis van die krachtens onder) volmacht, (onder)mandaat of (onder)machtiging verrichte handelingen waarvan zij moeten aannemen dat kennisneming door hem van belang is.
Dit besluit regelt de vertegenwoordiging van de provincie als rechtspersoon door de commissaris van de Koningin (hierna: Commissaris) de ondertekening van stukken van Gedeputeerde Staten, en mandaat, volmacht en machtiging voor de bevoegdheden van de Commissaris als bestuursorgaan.
In artikel 176, lid 2 Provinciewet is bepaald dat de Commissaris de vertegenwoordiging van de provincie buiten rechte kan ‘opdragen’ aan iemand anders. Zo’n opdracht wordt verleend door middel van volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen. De gevolmachtigde vertegenwoordigt de provincie dan in plaats van de Commissaris (hij/zij vertegenwoordigt dus niet de Commissaris!). Deze opdracht schept volgens de Memorie van Toelichting niet alleen de bevoegdheid maar ook de plicht om de vertegenwoordigingshandelingen te verrichten.
Meestal zal het gaan om ondertekening namens de provincie van overeenkomsten en aktes bij de notaris. Het gaat altijd om een uitvoeringshandeling, waar een concreet inhoudelijk besluit van Gedeputeerde Staten aan is voorafgegaan. Zo’n besluit kan in mandaat of ondermandaat genomen zijn.
In de meeste gevallen waarin de provincie een overeenkomst aangaat zal een aparte uitvoeringshandeling niet nodig zijn. Dan is door het besluit van Gedeputeerde Staten, neergelegd in een brief of een ander stuk, de overeenkomst al tot stand gekomen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het aanvaarden van offertes en het tekenen van opdrachtbonnen.
Vanwege artikel 10:12 Awb zijn op deze volmacht de bepalingen in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) over mandaat van overeenkomstige toepassing, als die volmacht aan ondergeschikten is verleend. Gedeputeerden zijn geen ondergeschikten; daarom is de man-daatafdeling van de Awb op hun volmacht niet van toepassing. De volmacht aan de gedeputeerden wordt beheerst door de bepalingen daarover in Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
Het takenpakket van de directies is neergelegd in de Inrichtingsplannen van januari 2005 en eventueel later door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvullingen en wijzigingen.
Omdat het vaak gaat om handelingen met belangrijke rechtsgevolgen moet met dergelijke ondervolmachten en –machtigingen zorgvuldig worden omgegaan.
In dit besluit is een bepaling opgenomen over de vertegenwoordiging in rechte. Voorheen was daarvoor geen doorlopende machtiging geregeld, omdat er van uit werd gegaan dat dat niet nodig was. In dergelijke rechtsgedingen is vertegenwoordiging door een advocaat immers voorgeschreven; die hebben geen procesmachtiging nodig. In een enkel geval (civiele gedingen bij de kantonrechter, waarin de provincie gedaagde is, of wanneer de provincie als saneerder optreedt in een bestuursrechtelijke procedure) is vertegenwoordiging door een advocaat echter niet nodig. Vaak betreft het dan spoedzaken waarbij niet gewacht kan worden op een machtiging door de cvdK zelf aan een ambtenaar. Daarom heeft de sectormanager Juridische Dienstverlening machtiging gekregen om de provincie in plaats van de commissaris te vertegenwoordigen in civiele zaken. De sectormanager kan deze bevoegdheid doormachtigen.
Gedeputeerde Staten hebben de Commissaris op grond van artikel 59a Provinciewet toegestaan de ondertekening van besluiten van Gedeputeerde Staten op te dragen aan de secretaris in de hier genoemde gevallen. Zie artikel 12 van het Man-daatbesluit van Gedeputeerde Staten.
Ook besluiten die de portefeuillehouder in bestuurlijk mandaat genomen heeft, kunnen in dezelfde gevallen als hier genoemd door de provinciesecretaris alleen ondertekend worden. Dat is geregeld in artikel 13 van het Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten.
In dit artikel is het mandaat en machtiging geregeld aan de sectormanager Kabinet en zijn plaatsvervanger voor de bevoegdheden van de Commissaris als bestuursorgaan. Hierbij is geen sprake van open mandaat, zoals in het Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten, maar van een benoemd mandaat.
Het gestelde onder b gaat over vertegenwoordiging van de Commissaris (dus niet de provincie; zie artikel 1) buiten rechte.
Vertegenwoordiging van de Commissaris (als bestuursorgaan) in rechte is apart genoemd, onder c. Dit moet overigens wel goed onderscheiden worden van vertegenwoordiging van de provincie (de rechtspersoon) in rechte. Zie daarover ook de paragraaf Algemeen.
De sectormanager Juridische Dienstverlening houdt een register bij van door de Commissaris goedgekeurde (wijzigingen van) mandaat, volmacht en machtigingsbesluiten.