Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregels maatschappelijke ontwikkeling en natuureducatie |
Citeertitel | Subsidieregels maatschappelijke ontwikkeling en natuureducatie |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De beleidsregel subsidieverlening jubilea vastgesteld d.d. 26 juni 2007 en geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de nieuwe gemeente Venlo d.d. 20 april 2010 komt met de inwerkingtreding van deze regeling te vervallen.
Algemene subsidieverordening Venlo 2010
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-07-2016 | 13-06-2020 | 2e wijziging betreffende intrekken van: Subsidieregel informele zorg; Subsidieregel Allochtone zelforganisaties; Subsidieregel Geloofsgemeenschappen; Subsidieregel Activiteiten mensen met beperking; Eenmalige subsidies MO; Subsidieregel Jubilea. | 06-07-2016 | Gemeenteblad jaargang 2013 nummer 31 | |
04-07-2013 | 15-07-2016 | 1e wijziging: Jeugdactiviteiten art. 4, 6, 7 (vervallen), 8 (vervallen) en 9 | 25-06-2013 E3-journaal/de Trompetter d.d. 03-07-2013 | Gemeenteblad jaargang 2013 nummer 31 | |
01-01-2012 | 13-06-2020 | nieuwe regeling | 12-07-2011 E3-journaal, 24-08-2011 | onbekend |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;
gelet op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 3 lid 4 van de Algemene subsidieverordening Venlo 2010 (ASV):
vast te stellen de Subsidieregels maatschappelijke ontwikkeling en natuureducatie inhoudende:
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 juli 2011,
Burgemeester en wethouders van Venlo,
de secretaris, de burgemeester
Subsidieregel Jeugdactiviteiten
Op de subsidiëring is van toepassing de Algemene Subsidieverordening Venlo (ASV).
Zoals vermeld in het voormalige beleidsprogramma Achilles (geïntegreerd in het programma ‘Stad van actieve mensen’), moet ieder kind de kans krijgen zich optimaal te ontwikkelen naar volwassenheid, op eigen niveau en in eigen tempo. Daarom geldt als doel het bevorderen van participatie en zelfredzaamheid bij de jeugd (0-23 jaar). Het verlagen van drempels voor deelname aan activiteiten en daarmee het vergroten van kansen vormt een rode draad. Om die reden ondersteunt Venlo jeugd- en jongerenorganisaties.
In de Visie Kind- en jongerenwerk (januari 2007) is dit aangescherpt. De gemeente stimuleert een breed en gevarieerd aanbod van sociaal-culturele activiteiten voor de jeugd. Dit stelt hen in staat om een zinvolle invulling te geven aan de vrije tijd, actiever te worden en talenten te ontwikkelen.
2. Wat wordt met de subsidie beoogd?
Met de subsidie worden verenigingen en stichtingen gefaciliteerd voor de activiteiten, gericht op ontspanning en ontplooiing van de jeugd. Venlo kent op dit gebied een rijke traditie die via het subsidiebeleid wordt gewaardeerd en ondersteund.
Structureel subsidie (hoofdstuk 2 van de ASV).
a. Voor subsidies op basis van deze subsidieregel stelt het college van burgemeester en wethouders jaarlijks een subsidieplafond vast (art. 3 lid 2 ASV). Het subsidieplafond wordt voor aanvang van elk subsidiejaar bekendgemaakt.
b. Het beschikbare subsidieplafond wordt, na aftrek van de subsidie voor de jeugdorganisaties uit gebieden waarin basisscholen zijn gevestigd met > 25% leerlingen met een leerlingengewicht >1, naar evenredigheid verdeeld.
9. Inwerkingtreding en citeertitel
Deze regeling treedt in werking de dag na bekendmaking en wordt aangehaald asl "Subsidieregel Jeugdactiviteiten".
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 25 juni 2013,
De secretaris, de burgemeester,
Als op basis van ingediende subsidieverzoeken de subsidies zijn herberekend, is het niet uitgesloten dat de in artikel 4 vermelde percentages nog worden gecorrigeerd, zodanig dat het beschikbare budget ook daadwerkelijk wordt verdeeld.
Een aantal verenigingen/stichtingen beschikt over een eigen gebouw, met alle lusten en lasten die daaraan verbonden zijn. De kosten hiervan zijn niet eenvoudig te beïnvloeden en bewegen niet mee bij een fluctuatie van activiteiten. De kosten zijn over het algemeen hoger dan de kosten van huur bij derden. Het subsidiepercentage is hierop aangepast. Onder deze categorie vallen ook de verenigingen die om juridische redenen het gebouw in handen hebben gesteld van een gelieerde rechtspersoon, zoals bij enkele scoutingverenigingen.
De meeste jeugdorganisaties hebben bewezen met grote continuïteit hun activiteiten uit te voeren. Het is dan verantwoord om de subsidieverlening te richten op een periode van vier jaar. Op deze manier weet men voor langere tijd waarop men kan rekenen. Voorts bespaart het administratieve lasten voor zowel de organisatie als de gemeente. De 20% afwijking die wordt genoemd kan tot uitdrukking komen in het aantal leden/deelnemers en/of de omvang van het activiteitenpakket. We leggen hier een meldingsplicht bij de organisatie.
De nieuwe subsidieregel die vanaf 1 januari 2012 van kracht is, kan positieve of negatieve effecten hebben omdat de criteria zijn vernieuwd en geüniformeerd. De overgangsregel is bedoeld om dat effect te temperen. In de meerjarenbeschikking wordt hiermee rekening gehouden. Artikel 7 houdt in dat bij een fors verschil van de subsidie 2012 t.o.v. 2011, dat verschil in jaarlijkse stappen van 10% wordt overbrugd totdat het nieuwe niveau is bereikt.
De duur van de overgangsregeling varieert dus met de hoogte van het te overbruggen verschil.
Het kindervakantiewerk in Venlo wordt momenteel geregeld via de stichting Wel.kom. In 2012 kan dat worden voortgezet, maar we geven de stichting de opdracht om in dat jaar hun activiteit aan de vrijwilligersorganisatie(s) over te dragen. Vanaf 2013 kunnen deze dan zelfstandig een beroep doen op de onderhavige subsidieregel.
In de bijlage is vermeld wat hieronder wordt verstaan. Bij de beoordeling wat subsidiabel is zal naar het verleden worden gekeken. De begroting die wordt voorgelegd moet een geloofwaardige raming zijn van de uitgaven en inkomsten.
Subsidieregel Wijkoverleggen en dorpsraden
Op de subsidiëring is van toepassing de Algemene Subsidieverordening Venlo (ASV).
Met het programma ‘Veelzijdige stad in het groen’ wordt gewerkt aan een optimaal, vitaal woon-, werk- en leefklimaat met voldoende cohesie en betrokkenheid. De wijkoverleggen en dorpsraden spelen hierbij een actieve rol. Ze maken onderdeel uit van de wijkgerichte aanpak, waarbij de focus ligt op leefbaarheid en participatie. De gemeente wil de krachten in de wijk stimuleren en benutten door het eigen kunnen van inwoners te versterken en door het bieden van faciliteiten.
2. Wat wordt met de subsidie beoogd?
Met de subsidie worden wijkoverleggen en dorpsraden gefaciliteerd in hun functies, zoals beschreven in de raamovereenkomst wijkgericht werken, nl. activeren, informeren, verbinden, netwerken op inhoud en netwerken op proces. Een en ander is gericht op: contact en ontmoeting, leefbaarheid, fysieke projecten en participatie.
Door de aanvrager wordt een indicatie gegeven van de inzet van de projectgelden.
Structureel subsidie (hoofdstuk 2 van de ASV).
Als na beoordeling van de subsidieaanvragen blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare budget naar evenredigheid verdeeld.
7. Inwerkingtreding en citeertitel
De regeling treedt in werking op 1 januari 2012 en wordt aangehaald als “Subsidieregel wijkoverleggen en dorpsraden”.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 juli 2011,
De secretaris, de burgemeester,
Algemene bestuurs- en organisatiekosten
In het verleden kwam het voor dat binnen een bepaalde wijk de gelden voor projecten van het ene naar het andere wijkoverleg werden verschoven, in goed onderling overleg en rekening houdend met de urgentie die aan bepaalde projecten werd gehecht. Ook in de toekomst blijft dat mogelijk.
In een wijk of dorp zijn allerlei groepen en organisaties actief op uiteenlopend gebied. Ze vullen elkaar aan of versterken elkaar. In meer of mindere mate dragen ze allemaal bij aan de leefbaarheid en de sociale cohesie in de wijk of het dorp. Het wijkoverleg of de dorpsraad neemt in dit geheel een bijzondere positie in, omdat ze expliciet zijn gericht op het geografisch gebied en een goed overzicht hebben van wat er allemaal gebeurt.
In de bijlage is vermeld wat hieronder wordt verstaan.
Op de subsidiëring is van toepassing de Algemene Subsidieverordening Venlo (ASV).
De Visie Venlo 2030 ‘Kompas voor de Stad’ is onder andere gericht op de ontwikkeling van een duurzame samenleving. Zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin zijn Natuur, Groen en Landschap met haar patronen, elementen en karakteristieken, belangrijke onderdelen van deze duurzame samenleving. Initiatieven vanuit verenigingen, stichtingen of andere organisaties zonder winstoogmerk, welke leiden tot behoud of versterking van natuur, groen en landschap en de beleving daarvan kunnen op deze wijze bijdragen aan die duurzame samenleving. Voor de continuïteit van de duurzame samenleving is de jeugdparticipatie van groot belang.
Door natuur- en milieueducatie wordt het besef gecreëerd dat de mens deel uitmaakt van een kwetsbaar ecologisch systeem. Dit besef wordt in de Ruimtelijke Structuurvisie ‘Eenheid in Verscheidenheid’ van 25 maart 2009 als een van de instrumenten beschreven waarmee de ruimtelijke kwaliteiten van Venlo in de toekomstige situatie behouden kunnen worden.
Deze subsidieregel Natuureducatie valt binnen de reikwijdte van de Algemene Subsidieverordening Venlo 2010 en is als onderdeel Onderwijs en educatie daar een uitwerking van.
2. Wat wordt met de subsidie beoogd?
De subsidie beoogd een activiteitenaanbod van vrijwilligersorganisaties dat primair gericht is op natuur- en milieueducatie binnen de gemeente. Dit ter bevordering van de natuurwaarden en de beleving daarvan.
Treedt hierbij een substantiële verandering (>20%) op, dan dient dit te worden gemeld en kan dit leiden tot een nieuwe beschikking.
Structureel subsidie (hoofdstuk 2 van de ASV).
Als na beoordeling van de subsidieaanvragen blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare budget naar evenredigheid verdeeld.
7. Inwerkingtreding en citeertitel
De regeling treedt in werking op 1 januari 2012 en wordt aangehaald als “Subsidieregel Natuureducatie”.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 juli 2011,
De secretaris, De burgemeester,
De subsidie wordt gekoppeld aan het aantal jeugdleden. We zien dit als stimulans om jongeren meer structureel met natuur- en milieueducatie actief te laten zijn. Daarnaast een bedrag voor algemene bestuur- en organisatiekosten, waarmee vooral de vrijwilligersactiviteiten gestimuleerd, gecontinueerd en gewaardeerd worden.
Vastgesteld door het college van burgmeester en wethouders d.d. 12 juli 2011.
Algemene bestuurs- en organisatiekosten
De raming van de kosten staat in verhouding tot de grootte van de organisatie, de omvang van de activiteiten en het aantal deelnemers. Bij de beoordeling van de kosten kan door de gemeente ook gekeken worden naar het uitgavenpatroon in het verleden of naar de begroting van vergelijkbare organisaties. De raming bevat tevens een overzicht van de inkomsten, zoals eigen bijdragen van deelnemers, inkomsten uit acties of buffetexploitatie, sponsorbijdragen, andere subsidies e.d.
Bij de subsidieaanvragen dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe verstrekt formulier. Dit formulier is te vinden op de gemeentelijke website.