Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Breda

Verordening op de ambtelijke bijstand 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBreda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de ambtelijke bijstand 2003
CiteertitelVerordening op de ambtelijke bijstand 2003
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpalgemeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Spelregels gemeenteraad Breda.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-06-200329-08-2017Nieuwe regeling

05-06-2003

Het Stadsblad Breda, 18-06-2003

19948

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand 2003

 

 

Paragraaf 1 Begripsbepaling

Artikel 1  

  • -

    Griffier: de griffier als bedoeld in artikel 107 van de gemeentewet

  • -

    Griffie: de griffie als bedoeld in artikel 107 e van de gemeentewet.

  • -

    Secretaris: de secretaris als bedoeld in artikel 102 van de gemeentewet

  • -

    Ambtelijk apparaat: de ambtelijke organisatie van het college

  • -

    Bijstand: de ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van de gemeentewet.

Paragraaf 2 Ambtelijke bijstand

Artikel 2 Verzoek om informatie

  • 1.

    Een raadslid wendt zich tot ambtenaren van de griffie of het ambtelijk apparaat met een verzoek om:

    • a.

      Feitelijke informatie van geringe omvang,

    • b.

      Inzage in of afschriften van documenten die openbaar zijn.

  • 2.

    Indien het verzoek om informatie, als bedoeld in het eerste lid, is ingediend bij de griffie kan deze voor het verkrijgen van de gevraagde informatie een beroep doen op het ambtelijk apparaat.

  • 3.

    De betrokken ambtenaar draagt er zorg voor dat de in het eerste lid bedoelde informatie zo spoedig mogelijk wordt gegeven.

  • 4.

    Indien de betrokken ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie als bedoeld in het eerste lid, dan legt hij het verzoek voor aan de griffier indien het een ambtenaar van de griffie betreft, dan wel aan de secretaris indien het een ambtenaar van het ambtelijk apparaat betreft. De griffier respectievelijk de secretaris beslist daarop.

Artikel 3 Verzoek om andere bijstand

  • 1.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand bij het opstellen van initiatiefvoorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 2.

    De griffier draagt er zorg voor dat de in het eerste lid bedoelde bijstand zo spoedig mogelijk wordt verleend.

  • 3.

    Indien de in het eerste lid bedoelde bijstand niet door de griffie kan worden verleend, kan de griffier de secretarisverzoeken één of meer ambtenaren van het ambtelijk apparaat aan te wijzen die de gevraagde technische bijstand en informatie zo spoedig mogelijk verlenen.

  • 4.

    De secretaris meldt aan de griffier welke ambtenaren door hem zijn aangewezen als bedoeld in het derde lid.

  • 5.

    Voor de door ambtenaren verleende bijstand als bedoeld in het derde lid worden geen kosten in rekening gebracht.

Artikel 4 Afwijzing verzoek

  • 1.

    Een ambtenaarverleent bijstand, tenzij:

    • a.

      Het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad.

    • b.

      Dit het belang van de gemeente kan schaden.

    • c.

      De taakuitoefening van de betrokken ambtenaar hierdoor aanmerkelijk zou worden belemmerd.

  • 2.

    Indien een ambtenaar van oordeel is dat de door een raadslid verlangde bijstand strijdigheid oplevert met één van de in het eerste lid genoemde gronden of daaromtrent twijfelt, legt hij dit ter beoordeling voor aan de griffier indien het een ambtenaar betreft van de griffie, dan wel aan de secretaris indien het een ambtenaar betreft van het ambtelijk apparaat, die daarop beslist of de bijstand op grond van het eerste lid moet worden geweigerd.

  • 3.

    Indien de bijstand door de secretaris wordt geweigerd, dan deelt de secretaris dat door tussenkomst van de griffier schriftelijkmet redenen omkleedt mee aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

  • 4.

    Indien de bijstand is afgewezen als bedoeld in het tweede lid kan het verzoekende raadslid de afwijzing ter beoordeling voorleggen aan de burgemeester, die daarop zo spoedig mogelijk beslist.

Artikel 5 Kwaliteit bijstand

  • 1.

    Indien een raadslid niet tevreden is over de door een ambtenaar geleverde bijstand, doet hij hiervan mededeling aan de griffier.

  • 2.

    Indien de klacht als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op een ambtenaar van het ambtelijke apparaat legt de griffier de klacht voor aan de secretaris.

  • 3.

    Indien overleg tussen het raadslid en de griffier en, in gevallen als bedoeld in het tweede lid, ook de secretaris, niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing van de in het eerste lid bedoelde klacht, wordt de klacht voorgelegd aan de burgemeester, die daarop zo spoedig mogelijk beslist.

Paragraaf 3 Slotbepalingen

Artikel 6 Onvoorziene situaties

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet is de burgemeester bevoegd om na overleg met de fractievoorzitters een beslissing te nemen.

Artikel 7 Titel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening op de ambtelijke bijstand 2003’.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking één dag na haar vaststelling.