Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Velsen

Nota reserves en voorzieningen 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVelsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota reserves en voorzieningen 2007
CiteertitelNota reserves en voorzieningen 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-05-200708-03-2012nieuwe regeling

10-05-2007

niet van toepassing

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota reserves en voorzieningen 2007

 

 

1. Inleiding

Deze nota gaat in op het beleid ten aanzien van de reserves en voorzieningen. Tussen reserves en voorzieningen zit een essentieel verschil, namelijk dat reserves gerubriceerd worden bij het Eigen Vermogen van de gemeente, en dus vrij aanwendbaar zijn, voorzieningen worden gerubriceerd als Vreemd Vermogen. Dit laatste betekent ook expliciet dat er een besteding- en/of terugbetalingsverplichting, bij niet realisatie, op rust.

Daarnaast bestaan er nog twee belangrijke verschillen tussen reserves en voorzieningen:

  • bij reserves kan de bestemming veranderd worden en bij voorzieningen niet.

  • de vorming of wijziging van een reserve loopt via de bestemming van het resultaat terwijl de vorming of wijziging van een voorziening via de exploitatie loopt (en dus al een onderdeel van het resultaat is).

Het Eigen Vermogen bij de gemeente, bestaand uit de Algemene reserve, bestemmingsreserves en resultaat na bestemming, is enigszins vergelijkbaar met het Eigen Vermogen in het bedrijfsleven. In het bedrijfsleven geeft het Eigen Vermogen de solvabiliteit van de onderneming aan. De solvabiliteit is het vermogen van de onderneming om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen. De gemeente rekent niet met een solvabiliteitspercentage, maar met het begrip weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen van de gemeente geeft aan in hoeverre onverwachte risico’s kunnen worden opgevangen.

2. Doel van deze nota

Het doel van deze nota is het duidelijk maken van het beleid en te hanteren spelregels rond reserves en voorzieningen. Achtereenvolgens wordt het wettelijke kader beschreven, de begrippen gedefinieerd en de beleidsuitgangspunten geformuleerd. In de nota wordt niet ingegaan op de financiële positie van de gemeente Velsen; hiervoor zijn de begroting en jaarrekening bedoeld.

3. Wettelijk kader

In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) staan de geldende regels voor reserves en voorzieningen (artikel 42 t/m 45). Deze artikelen treft u aan in bijlage A. In het BBV is het onderscheid tussen reserves en voorzieningen gelegd bij de mogelijkheid dat de raad de bestemming kan wijzigen. Er is sprake van een reserve als de bestemming veranderd kan worden. Er is sprake van een voorziening als de bestemming vast ligt. Nog niet bestede middelen die van derden zijn verkregen voor een specifiek doel, vormen dus een voorziening.

4. Begripsvorming

Reserves

Reserves behoren tot het eigen vermogen. De reserves zijn onder te verdelen in de Algemene Reserve (het vrij besteedbare vermogen van de gemeente) en de bestemmingsreserves. De bestemmingsreserves zijn reserves die bij raadsbesluit zijn afgescheiden van de algemene reserve of door middel van de resultaatbestemming zijn opgevoerd. Ze hebben een vast omlijnde bestemming waar niet zonder additioneel raadsbesluit van afgeweken mag worden.

De volgende typen reserves kunnen worden onderscheiden:

  • a.

    algemene reserves[1]; Deze hebben geen specifieke bestemming en worden vooral aangehouden als financiële buffer voor algemene risico’s.

  • b.

    overige bestemmingsreserves; Dit zijn reserves met een omschreven doel of bestemming.

  • c.

    bestemmingsreserves die dienen om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht (alleen bij gelden die niet specifiek besteed hoeven te worden[2] - bijvoorbeeld OZB of zwembad).

  • d.

    bestemmingsreserves die dienen ter dekking van jaarlijkse kapitaallasten van een investeringsgoed.

Toevoegingen/onttrekkingen

In het BBV is de wijze waarop toevoegingen en onttrekkingen van reserves plaatsvinden als volgt: bij de begroting worden eerst alle baten en lasten van de programma's geraamd, vervolgens wordt het resultaat bepaald en daarna wordt het resultaat bestemd (het principe eerst resultaat dan bestemmen). Dit betekent dat pas na het resultaat van de producten/ programma's, de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves plaats vinden. Bij de jaarrekening vindt een vergelijkbare procedure plaats. Rentetoevoeging is alleen toegestaan via resultaatbestemming.

Voorzieningen

Bij voorzieningen ligt de nadruk op het bestedingterrein. Een voorziening wordt gevormd voor een inschatbaar toekomstig risico, of om te verwachten periodieke kosten te spreiden, of in het geval er gelden van derden worden ontvangen met een vaststaande besteding en/of terugbetalingsverplichting bij niet realisatie. Aan een voorziening kleeft een (voorzienbare) verplichting of een redelijkerwijs in te schatten financieel risico. Voorzieningen worden beschouwd als vreemd vermogen en worden in vier gevallen gevormd:

  • a.

    In geval van verplichtingen en verliezen, waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar welke omvang wel redelijkerwijs geschat kan worden (bijvoorbeeld garantieverplichtingen);

  • b.

    Voor bestaande risico’s met betrekking tot bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs geschat kan worden (bijvoorbeeld schadeclaims van derden en risico’s die samenhangen met de bedrijfsvoering, zoals reorganisaties);

  • c.

    Voor het gelijkmatig verdelen van lasten over een aantal begrotingsjaren (bijvoorbeeld de uitgaven voor groot onderhoud). Het gaat daarbij om te maken kosten die zijn oorsprong vindt in het (lopende) jaar of in een voorafgaand jaar;

  • d.

    Voor nog niet bestede middelen die van derden zijn verkregen waarop een specifieke bestemmingsrichting rust (bijvoorbeeld rijksgelden voor specifieke doeleinden maar ook heffingen die specifiek besteed moeten worden zoals afvalstoffen –en rioolheffing).

Van een voorziening is sprake als het gaat om te kwantificeren financiële verplichtingen of risico’s (als een risico niet kwantificeerbaar is moet dat risico opgenomen worden in de risicoparagraaf bij de begroting). Elke voorziening moet de omvang hebben van de betreffende verplichting of het betreffende risico. Overigens geldt de algemene reserve voor het opvangen van niet te kwantificeren financiële risico’s. Het is van belang om jaarlijks te beoordelen of het niveau van de voorziening op termijn de gewenste dekking zal bieden. Jaarlijks wordt hierover informatie verschaft in het jaarverslag.

Toevoegingen/onttrekkingen

De raad stelt een voorziening in en besluit via de vaststelling van de begroting tot dotaties. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot aanwending rechtstreeks ten laste van de voorziening.

Mutaties in voorzieningen lopen via het resultaatbepalende deel van de exploitatie (en zitten al in het resultaat).

Rentetoevoeging is niet toegestaan.

5. Beleidsuitgangspunten t.a.v. reserves en voorzieningen

De gemeente Velsen hanteert naast de wettelijke regels de volgende beleidsuitgangspunten op het gebied van reserves en voorzieningen:

Rentebeleid

De gemeente Velsen kiest ervoor om geen rente bij te schrijven op de reserves. Er worden echter wel rentekosten in rekening gebracht aan elke gemeentetaak. Deze kosten hangen samen met het beslag dat die taak op het gehele vermogen (inclusief eigen financieringsmiddelen) legt. De gedachte hierbij is dat de financieringswijze geen rol mag spelen bij de kostprijsberekening van een gemeentetaak. De bespaarde rente (er wordt immers geen werkelijke rente betaald over eigen financieringsmiddelen) die dit oplevert wordt aan de exploitatie toegevoegd.

Het aantal reserves en voorzieningen zoveel mogelijk beperken.

Het risico bestaat dat er tal van ”potjes” ontstaan en hierdoor gemakkelijker besluitvorming plaatsvindt tot uitgaven, zonder dat er een integrale afweging aan te pas komt. Daarnaast moet vermeden worden dat er een belangencultus om de “potjes” wordt gecreëerd met als doel de inhoud ervan af te schermen. Reserves en voorzieningen zijn gemeenschapsmiddelen en het is alleen de raad van Velsen die erover beschikt.

Budgetverantwoordelijkheid.

Bij iedere reserve en voorziening hoort een budgethouder. Hij/zij bewaakt de gemeentelijke kaders en adviseert over hoe om te gaan met de desbetreffende reserve of voorziening.

De raad stelt reserves en voorzieningen in en heft ze op

In het BBV staat dat de raad de bestemming aangeeft bij de bestemmingsreserve. Het instellen, opheffen of muteren van een reserve is ook een bevoegdheid van de raad. In de praktijk gebeurt dit bij de vaststelling van de begroting en/of jaarrekening. Indien er sprake is van een behoefte aan een nieuwe reserve of als de behoefte is verdwenen of het doel is gerealiseerd, dan kan de raad hierover tussentijds besluiten (d.m.v. een raadsvoorstel). Voorzieningen kunnen alleen door de raad ingesteld en opgeheven worden.

Bij het instellen van een reserve of voorziening dient de volgende informatie te worden vermeld:

  • het doel waarvoor de voorziening of bestemmingsreserve wordt ingesteld (eenduidig moet

  • zijn welk soort bestedingen uit de reserve worden gefinancierd),

  • beoogde levensduur van de reserve of voorziening (van, tot);

  • de gewenste hoogte van de reserve of de noodzakelijke hoogte van de voorziening;

  • manier waarop de reserve of voorziening wordt gevoed;

Mutaties in voorzieningen lopen via de exploitatie.

Alle kosten met betrekking tot voorzieningen worden in de exploitatie verantwoord. Hierdoor komt in de budgetrapportage tot uitdrukking welke bestedingen werkelijk gemaakt zijn voor een product. Aan het einde van het jaar wordt de voorziening opnieuw bepaald op het niveau dat dekkend is voor de achterliggende verplichtingen of risico`s.

Autorisaties

Met de twee bovenstaande punten zijn de bevoegdheden vastgelegd. Ze kunnen als volgt schematisch worden weergegeven:

 

Instellen / Opheffen

Onttrekking

Toevoeging

Reserves

Raad

Raad

Raad

Voorzieningen

Raad

College

College

Restantbudgetten met een geoormerkt karakter zijn per definitie voorzieningen

Indien sprake is van geoormerkte middelen van derden dan kunnen deze restanten in het jaarverslag (inclusief de jaarrekening) aan de desbetreffende voorziening worden toegevoegd. Voor nieuwe voorzieningen geldt dat deze als het ware in het verslagjaar zijn ingesteld. Formele besluitvorming wordt bij de vaststelling van de jaarstukken gevraagd.

A Bijlage Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten

Artikel 42

  • 1.Het

     eigen vermogen bestaat uit reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde resultaat wordt afzonderlijk opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen in de balans.

Artikel 43

In de balans worden de reserves onderscheiden naar:

  • a)

    de algemene reserve;

  • b)

    bestemmingsreserves die dienen om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht, maar die niet specifiek besteed hoeven te worden;

  • c)

    overige bestemmingsreserves.

Artikel 44

  • 1.

    Voorzieningen worden gevormd wegens:

    • a)

      verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten;

    • b)

      op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.

    • c)

      Kosten, die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot de gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;

  • 2.

    Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden,

  • 3.

    Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.

Artikel 45

Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan.

 

 

Voetnoten

 

[1]

[1] Voor het risico van de grondexploitatie houdt de gemeente Velsen ook een algemene reserve aan.

 

[2]

[2] Daarnaast bestaan er gelden die wel specifiek besteed dienen te worden zoals riool – en afvalstoffenheffing. Deze worden sinds 2004 (BBV) gerubriceerd onder voorzieningen (type d).