Organisatie | Leerdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voor het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Gemeente Leerdam |
Citeertitel | Verordening op het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Leerdam |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-03-2011 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 03-03-2011 - |
De raad van de gemeente Leerdam;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 1 februari 2011
gelet op de bepalingen van de Wet op de lijkbezorging en de Gemeentewet;
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
de Wet op de lijkbezorging (Wlb).
2. Indeling en administratie van de begraafplaats
De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven, met hun namen, adressen, datum van geboorte en de geldende rechten. In dit register wordt tevens vermeld de datum van overlijden, de dag van de begraving en het genummerde gedeelte van de begraafplaats waarin dat is geschied.
In tegenstelling tot het gestelde in lid 1 van dit artikel is het columbarium op de begraafplaats gelegen aan de Tiendweg te Leerdam uitsluitend toegankelijk voor rechthebbenden en nabestaanden van de in dit columbarium bijgezette overledenen. Voor de toegang tot het columbarium zijn nadere regels opgesteld.
5. Indeling begraafplaats en onderscheid graven
Artikel 11 Soorten graven en grafrechten
Particuliere graven worden naar keuze van de rechthebbende uitgegeven voor een termijn van 20 of 30 jaren. Deze termijn kan, na afloop van de lopende termijn op verzoek van de rechthebbende, telkens met een termijn van 10 of 20 jaar worden verlengd. Een verzoek tot het verlengen van het grafrecht dient vóór het verstrijken van de lopende termijn, doch niet eerder dan 2 jaar voor het verstrijken van die termijn, te worden ingediend.
6. Vereisten voor begraving of bijzetting
Artikel 13 Kennisgeving en verlof tot begraving / crematie
De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden vóór 12.00 uur, schriftelijk kennis aan de gemeente. De zaterdag en de zondag en algemeen erkende feestdagen gelden niet als werkdag.
Artikel 14 Te overleggen documenten
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen 10 jaar afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de resterende termijn tot 10 jaar (minimale grafrusttermijn vlg. Wlb), met een minimale termijn van 5 jaar (minimale termijn voor verlenging vlg. Wlb). De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 18, tweede lid, bedoelde personen.
Artikel 15 Aanwijzing graf en registratienummer
Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:
alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, het personeel van de begraafplaats de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloosgeborene bevat.
Artikel 16 Lijkomhulsels en grafgiften
Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit, staan op de witte lijst van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB).
8. Verlenging en overgang grafrechten
Artikel 18 Overschrijving grafrecht
Een grafrecht kan worden overgedragen door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker kan het grafrecht worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Artikel 20 Sluiting begraafplaats
In het geval dat de gemeenteraad besluit tot gehele of gedeeltelijke sluiting van een begraafplaats, vervallen met ingang van de datum van dat raadsbesluit - in afwijking van het bepaalde in artikel 11 - de op de laatste dag voorafgaand aan de datum van dat raadsbesluit nog geldende rechten tot het begraven in een particulier graf dan wel het bijzetten in een urnengraf.
10. Gedenktekens en grafbeplantingen
Artikel 21 Plaatsen en verwijderen grafbedekking
Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen, alsmede het aanbrengen of onderhoud van heesters of andere beplantingen, kan het college van burgemeester en wethouders nadere regels stellen omschreven in het uitvoeringsbesluit. Deze regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen graven.
Artikel 23 Onderhoud door rechthebbenden
De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de - door welke omstandigheden ook - daaraan toegebrachte schade op eerste aanschrijven te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Indien binnen 1 jaar na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd tot verwijdering van de gedenktekens of beplantingen over te gaan. Het verwijderde blijft gedurende 3 maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, waarbij geldt dat het college van burgemeester en wethouders voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld, onverlet het recht van het college van burgemeester en wethouders tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende of gebruiker over te gaan.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per aangetekende brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt, voor een periode van 5 jaren, door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is of er geen bevestiging van ontvangst wordt ontvangen op de aanschrijving. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en daaruit voortkomende eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.
Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op haar kosten tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
Artikel 25 Particuliere en algemene graven
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende een periode van 1 jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn de beheerder schriftelijk verzoeken bij de ruiming de overblijfselen indien mogelijk bijeen te doen brengen voor herbegraving in een ander graf elders.
De rechthebbende van een particulier (urnen)graf of urnennis kan gedurende een periode van 1 jaar voor beëindiging van het grafrecht de beheerder schriftelijk verzoeken bij de ruiming de overblijfselen indien mogelijk bijeen te brengen of de asbus ter beschikking te houden voor herbegraving of bijzetting elders dan wel om de as te doen verstrooien.
12. Gedeelte voor kerkgenootschappen en / of stichtingen
Artikel 28 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoud graven
Het college van burgemeester en wethouders kan na overleg met het bestuur van een kerkgenootschap of stichting ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap en / of stichting gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens artikel 6, lid 2 en 3, artikel 10, artikel 11, lid 2, 3, 4, 5 en 6, en 23 van deze verordening.
Het bestuur van een kerkgenootschap of stichting kan het college schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op één of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap of de stichting ter beschikking is gesteld.
Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stelt het college het bestuur van het kerkgenootschap of de stichting schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van één of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van het college onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.
Artikel 30 Vestiging nieuw grafrecht
Door vestiging van een nieuw grafrecht of nieuw gebruik van een grafruimte onderwerpt een rechthebbende of een gebruiker zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld, en verplichten zij zich tot tijdige betaling van de daarop gebaseerde kosten.