Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling vitaal Gelderland 2008 |
Citeertitel | Subsidieregeling vitaal Gelderland 2008 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | subsidies, zorg en welzijn, verkeer en vervoer, natuur en landschap, huisvesting, economische zaken, milieu, bibliotheken, ouderenzorg |
Geen
Provinciewet, art. 145
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-2010 | 01-01-2011 | Wijziging | 07-07-2010 Provinciaal Blad 2010/71 | PS2009-1012 |
Vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 23 april 2008, nr. PS2008-214 (Provinciaal Blad nr. 2008/42 van 28 april 2008). Op 29 april 2008 met terugwerkende kracht tot 12 maart 2008 in werking getreden. Laatstelijk gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van 30 juni 2010, PS2010-492 (Provinciaal Blad nr. 2010/71 van 8 juli 2010). Op 9 juli 2010 in werking getreden. Vervallen met ingang van 1 januari 2011 met dien verstande dat de regeling van kracht blijft voor subsidies die voor 1 januari 2011 zijn aangevraagd.
Titel 2.1 Provinciaal meerjarenprogramma Vitaal Platteland en plattelandsontwikkelingsprogramma Titel 2.2 Gemeenschapsvoorzieningen en sociale cohesie Titel 2.3 Ruimtelijk beleid Titel 2.4 Regionale uitvoeringsprogramma’s Titel 2.5 Programma Thuisgeven in Gelderland Titel 2.6 Mobiliteit Titel 2.7 Wonen Titel 2.8 Samenwerking Gelderland-Lubelskie Titel 2.9 Regionaal programma EFRO Oost-Nederland 2007-2013 Titel 2.10 INTERREG IVA Duitsland-Nederland Titel 2.11 Sociaal-economisch beleid Titel 2.12 Klimaat Titel 2.13 Tijdelijke maatregelen ter stimulering van de economie Titel 2.14 Bibliotheekvernieuwing Titel 2.15 Groenblauwe diensten
3 Titel 3.1 De aanvraag Titel 3.2 Verplichtingen van de subsidieontvanger Titel 3.3 Voorschotten en voortgang uitvoering Titel 3.4 Subsidievaststelling Titel 3.5 Verplichtingen subsidieontvanger na subsidievaststelling
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.3 Algemene bepalingen subsidieverstrekking
In afwijking van artikel 3.1, derde en vierde lid, van de AsG wordt voor individuele subsidieaanvragen geen goedkeuringsprocedure als bedoeld in artikel 88, derde lid, van het EG-verdrag doorlopen en wordt de subsidieaanvraag geweigerd, tenzij het om activiteiten van buitengewoon provinciaal belang gaat.
Hoofdstuk 2 Bijzondere bepalingen subsidieverstrekking
Titel 2.1 Provinciaal meerjarenprogramma Vitaal Platteland en plattelandsontwikkelingsprogramma
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van activiteiten ter uitvoering van het meerjarenprogramma en het plattelandsontwikkelingsprogramma voor zover zij betrekking hebben op de volgende thema’s:
In afwijking van artikel 3.1, tweede lid, van de AsG kunnen ook subsidies van meer dan € 25.000,-- in het kader van grondverwerving en pachtafkoop ten behoeve van natuur en losse kavelruil op grond van de thema's a en b van artikel 2.1.1 worden vastgesteld zonder voorafgaand besluit tot subsidieverlening.
Titel 2.2 Gemeenschapsvoorzieningen en sociale cohesie op het platteland
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van de bouw van een Kulturhus, de bouw of renovatie van een dorpshuis of een wijkcentrum, alsmede ten behoeve van de bevordering van de sociale cohesie op het platteland.
Artikel 2.2.2 Gebiedsomschrijving
Activiteiten die worden uitgevoerd binnen de bebouwde kom van de plaatsen Apeldoorn, Ede, Doetinchem, Nijmegen, Arnhem, Tiel, Zutphen, Harderwijk, Winterswijk, Doesburg, Culemborg, Zaltbommel en Wageningen komen niet voor subsidie in aanmerking, met uitzondering van de bouw van een Kulturhus.
Titel 2.5 Programma Thuisgeven in Gelderland
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt ter uitvoering van het Programma Thuisgeven in Gelderland ten behoeve van:
Artikel 1.3, tweede lid, aanhef en onder a en b is niet van toepassing op het verstrekken van subsidie ingevolge deze titel.
Artikel 2.6.3 Subsidie voor exploitatiekosten
In afwijking van artikel 1.4, aanhef en onder i kan voor activiteiten bedoeld in artikel 2.6.1 onder c, d en e subsidie worden verstrekt voor exploitatiekosten.
Artikel 2.7.2.1 Begripsomschrijving
Onder Opplussen wordt verstaan: Het aanbrengen van aanpassingen in bestaande eengezinswoningen, waardoor mensen die een beperking hebben of ouder zijn dan 55 jaar langer zelfstandig kunnen blijven wonen.
Titel 2.11 Sociaal-economisch beleid
De subsidie, bedoeld in het vorige lid wordt slechts verstrekt aan rechtspersonen die van Gedeputeerde Staten en de Managementautoriteit, bedoeld in artikel 5, eerste lid van het Besluit EFRO programmaperiode 2007-2013, tezamen een subsidie ontvangen van tenminste 80% van de kosten van de uitvoering van de door deze rechtspersonen opgestelde uitvoeringsplannen.
Titel 2.14 Bibliotheekvernieuwing
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van activiteiten die betrekking hebben op de volgende thema's:
Artikel 2.14.3 Reeds gestarte activiteiten
In afwijking van artikel 1.4, aanhef en onder b en artikel 3.1.2 kan met de activiteit worden gestart voordat de subsidie wordt aangevraagd. Dit artikel is van toepassing op in 2009 ingediende subsidieaanvragen.
Artikel 2.14.4 Gebiedsomschrijving
Activiteiten zoals bedoeld in artikel 2.14.1 aanhef en onder e die worden uitgevoerd binnen de bebouwde kom van de plaatsen Apeldoorn, Arnhem, Culemborg, Doesburg, Doetinchem, Ede, Harderwijk, Nijmegen, Tiel, Wageningen, Winterswijk, Zaltbommel en Zutphen komen niet voor subsidie in aanmerking.
Titel 2.15 Groenblauwe diensten
Artikel 2.15.1 Subsidie aan gemeenten
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan gemeenten ten behoeve van het opstellen en uitvoeren van een gebiedsuitvoeringsprogramma.
Titel 3.2 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 3.2.1 Uitvoering van activiteiten
In afwijking van het eerste en tweede lid dienen activiteiten als bedoeld in titel 2.2 binnen zes maanden na de subsidieverlening te zijn gestart en binnen 36 maanden na de subsidieverlening te zijn voltooid. Gedeputeerde Staten kunnen bij het besluit tot subsidieverlening een andere termijn vaststellen.
Artikel 3.2.2 Opdrachten aan derden
Indien de subsidieontvanger een aanbestedende dienst is dient deze, voor de uitvoering van activiteiten het eigen beleid voor het verstrekken van opdrachten aan derden toe te passen of, bij afwezigheid daarvan, aan te tonen dat zijn wijze voor het verstrekken van opdrachten aan derden naar Europese normen voldoende transparant, objectief en niet discriminatoir is.
Artikel 3.2.4 Informatieverstrekking
De subsidieontvanger doet onmiddellijk mededeling aan Gedeputeerde Staten over alle feiten en omstandigheden, waaronder verzoeken tot faillissement of tot surséance van betaling, waarvan hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat zij invloed kunnen hebben op de aanspraak op subsidie.
Titel 3.3 Voorschotten en voortgang uitvoering
Artikel 3.3.2 Voortgang uitvoering
De subsidieontvanger brengt minimaal eenmaal per jaar, of zo vaak als in de beschikking is bepaald, schriftelijk verslag uit aan Gedeputeerde Staten over de inhoudelijke en financiele voortgang van de activiteiten en legt daarbij over een overzicht van boekingsbescheiden en een overzicht van betaalde facturen van die periode.
In afwijking van het eerste lid kunnen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverstrekking bepalen dat rapportage over de voortgang achterwege kan blijven, als een subsidie wordt verstrekt dat lager is dan het in artikel 5.5, eerste lid, van de AsG genoemde bedrag of subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaand besluit tot subsidieverlening.
Titel 3.5 Verplichtingen subsidieontvanger na subsidievaststelling
Indien met de subsidie verkregen goederen en rechten binnen vijf jaar na de subsidievaststelling worden vervreemd of anderszins aan derden ter beschikking worden gesteld, is de subsidieontvanger, behoudens schriftelijke toestemming van Gedeputeerde Staten, gehouden de verstrekte subsidie terug te betalen.
Hoofdstuk 4 Bijzondere en slotbepalingen
Artikel 4.2 Afwijkingsbevoegdheid
Gedeputeerde Staten kunnen in incidentele gevallen de bepalingen gesteld bij of krachtens deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voorzover toepassing, gelet op het belang van een doelgerichte of evenwichtige subsidieverstrekking, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Gedeputeerde Staten kunnen ambtenaren aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald.
De Subsidieregeling vitaal Gelderland, de Subsidieregeling vitaal Gelderland 2007, de Subsidieverordening Mobiliteit Gelderland, de Subsidieregeling goederenvervoer, de Subsidieregeling Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Gelderland, de Subsidieregeling samenwerking Lublin-Gelderland 1998, de Subsidieregeling Europese programma’s Gelder¬land en de Subsidieregeling medefinanciering Interreg IIIA worden ingetrokken.