Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente 's-Gravenhage

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2008 (Verordening hondenbelasting 2008)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente 's-Gravenhage
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2008 (Verordening hondenbelasting 2008)
CiteertitelVerordening hondenbelasting 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp2007/11

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200901-01-2015art. 5

30-10-2008

Posthoorn, 19-11-2008

rv 195 2008
01-01-2008nieuwe regeling

01-11-2007

Posthoorn, 19-12-2007

rv 149 2007

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2008 (Verordening hondenbelasting 2008)

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'hondenbelasting' wordt een directe belasting geheven terzake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2. Als houder van een hond wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • a.

    die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;

  • b.

    die door de Stichting Hulphond Nederland als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;

  • c.

    die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid van genoemd besluit;

  • d.

    die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden-en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • e.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt per kalenderjaar:

    a.voor een eerste hond€ 111,96
    b.voor een tweede hond€ 175,44
    c.voor iedere hond boven het aantal van twee€ 222,48
  • 2. In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van Beheer op kynologisch gebied in Nederland, € 332,52 per kennel.

  • 3. Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijk aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing en aanwijzing lid van een huishouden

  • 1. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De aanwijzing van een lid van een huishouding als bedoeld in artikel 2, derde lid, vindt plaats door het aan dit lid opleggen van de aanslag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.

  • 1. De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog kalendermaanden overblijven. Daarbij telt bij de aanvang van de belastingplicht voor de zestiende van een kalendermaand die maand mee.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00. Daarbij telt bij beëindiging van de belastingplicht na de vijftiende van een kalendermaand die maand niet mee voor de ontheffing.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. De belasting moet worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening hondenbelasting 1998 van 10 november 1997, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 2 november 2006, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2008, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening hondenbelasting 2008’.