Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting en gebruiksretributies 2008 (Verordening precariobelasting en gebruiksretributies 2008) |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | 2007/08 |
Geen
Gelet op de artikelen 216, 228 en 229, eerste lid, onderdeel a. van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | Art. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en tarieventabel | 04-11-2016 | RIS295194, 2016 | ||
01-01-2015 | 01-01-2017 | tarieventabel | 18-12-2014 Gemeenteblad 218, 2014 | rv 126, 2014 | |
01-01-2014 | 01-01-2015 | tarieventabel | 28-11-2013 Gemeenteblad nr. 50, 2013 | rv 159, 2013 | |
01-03-2013 | 01-01-2014 | art 1, 3, 6, 7, 10 en de tarieventabel | 14-02-2013 Gemeenteblad nr. 9, 2013 | rv 15, 2013 | |
01-01-2013 | 01-03-2013 | art 4. en de tarieventabel | 22-11-2012 Gemeenteblad nr. 40, 2012 | rv 102, 2012 | |
01-01-2010 | 01-01-2013 | tarieventabel | 05-11-2009 Posthoorn, 18-11-2009 | rv 121 2009 | |
01-01-2009 | 01-01-2010 | tarieventabel | 30-10-2008 Posthoorn, 19-11-2008 | rv 193 2008 | |
01-01-2008 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 01-11-2007 Posthoorn, 19-12-2007 | rv 146 2007 |
Voor de toepassing van deze verordening en van de daarbij behorende tarieventabel wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien sprake is van een melding degene die de melding heeft verricht, of degene ten behoeve van wie de melding is verricht of diens rechtsopvolger, aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waaronder het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarief
De precariobelasting voor de in artikel 2 bedoelde feiten wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de periode waarop de vergunning betrekking heeft, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing.
Indien de gemeente een melding heeft ontvangen voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de periode waarop de melding betrekking heeft, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing.
Artikel 7 Belasting-/heffingstijdvak
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
Indien na het opleggen van een aanslag of nota aannemelijk wordt gemaakt, dat het belastbare feit zich slechts gedurende een gedeelte van het voor de berekening van de belasting in aanmerking genomen heffingstijdvak voordoet of zal voordoen, bestaat aanspraak op ontheffing indien deze € 10,00 of meer bedraagt. De ontheffing wordt voor zover het betreft:
De maand respectievelijk de week waarin de belastingplicht eindigt telt mee, indien de belastingplicht voor de 16e van die maand respectievelijk voor de 4e dag van die week eindigt.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 22 november 2012.
De griffier, mr. H.L.G. Seuren en de voorzitter, J.J. van Aartsen.
Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting 2008
Ter zake van het hebben van de volgende voorwerpen (in de grond) zijn de daarbij genoemde bedragen verschuldigd: