Organisatie | Velsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en van het raadsplein van de gemeente Velsen |
Citeertitel | reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en van het raadsplein van de gemeente Velsen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2010 | 01-09-2012 | nieuwe regeling | 08-07-2010 - | R10.071 |
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
b. plaatsvervangend raadsvoorzitter: het raadslid dat op grond van art. 77 eerste lid van de Gemeentewet is aangewezen als waarnemer van de raadsvoorzitter;
f. sessie: op beeld- en/of oordeelsvorming gerichte activiteit tijdens het raadsplein, al dan niet voorbereidend op besluitvorming door de raad; sessies worden beschouwd als commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;
p. initiatiefvoorstel: een voorstel als bedoeld in artikel 147a eerste lid van de Gemeentewet voor een verordening of een ander voorstel.
De raadsvoorzitter, plaatsvervangend raadsvoorzitter en de sessievoorzitter is belast met:
d. hetgeen de Gemeentewet of dit reglement hem verder opdraagt.
HOOFDSTUK 2 Toelating van nieuwe leden; fracties
Artikel 6 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging
De voorzitter roept een toegelaten lid op om in de eerste vergadering, waarin hij zijn functie volgens de Kieswet kan aanvaarden, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.
Bij de benoeming van een wethouder wordt overeenkomstig het eerste lid een commissie ingesteld welke onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Gemeentewet. De werkwijze van deze commissie is overeenkomstig het tweede lid.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Paragraaf 1 – tijdstip – voorbereiding – verslaglegging
De raadsvoorzitter zendt, spoedeisende vergaderingen uitgezonderd, ten minste 10 dagen voor een vergadering de leden van de raad en de steunfractieleden de oproep en bijbehorende vergaderstukken met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken, onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.
Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de agenda voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Van de ter inzage legging wordt melding gemaakt in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 13. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en de steunfractieleden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Indien omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van de raad en de steunfractieleden inzage.
Artikel 13 Openbare kennisgeving
Bij het begin van de raadsvergadering worden, zoveel mogelijk, de besluitenlijst en het schriftelijk verslag van de vorige raadsvergadering vastgesteld. De leden, de voorzitter, de wethouders en de griffier hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien dit verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor het vaststellen van het verslag bij de griffier te worden ingediend.
Het verslag van de raadsvergadering moet inhouden:
d. een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden;
De bij de sessie aanwezige leden van de raad, steunfractieleden, collegeleden en overige deelnemers hebben het recht binnen 7 dagen na toezending van de verslagen van de sessies een voorstel tot wijziging ervan bij de griffier in te dienen indien dit verslag naar hun oordeel onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd is. Bij twijfel over de juistheid van een verslag beslist de voorzitter van de betreffende sessie over de voorgestelde wijziging(en).
Paragraaf 2 Orde van de raadsvergadering
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de raadsvoorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 17 Opening vergadering; quorum
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.
Artikel 19 Primus bij hoofdelijke stemming
Indien over een onderwerp hoofdelijke stemming plaatsvindt, deelt de raadsvoorzitter mede, bij welk lid van de raad, de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Artikel 20 Aantal spreektermijnen
De agendacommissie kan bepalen dat bij een vergadering gebruik wordt gemaakt van maximum spreektijden per fractie. Daarbij kan een onderscheid gemaakt worden naargelang de grootte van de fracties. Bij de agenda voor een dergelijke vergadering wordt vermeld welke spreektijd de verschillende fracties per avond dat vergaderd wordt, maximaal kunnen gebruiken.
Artikel 22 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de raadsvoorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de raadsvoorzitter hem gedurende de vergadering, waarin dit plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de raadsvoorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 24 Deelname aan de beraadslaging door anderen
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort (max. 30 dan wel 60 seconden) te motiveren.
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen
Artikel 27 Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de raadsvoorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 28 Stemming over amendementen en moties
Artikel 29 Stemming over personen
Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
Artikel 30 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Artikel 31 Beslissing door het lot
Paragraaf 4 Orde van de Carrousel
Artikel 32 Beeldvormend en oordeelsvormend karakter
De agendacommissie stelt voor de afzonderlijke sessies doel en wijze van behandeling, evenals het voorgesteld resultaat vast in een bespreekvoorstel. Het bespreekvoorstel maakt onderdeel uit van de bij de agenda behorende stukken.
Artikel 37 Resultaat van een sessie
De artikelen 21 tot en met 24 zijn van overeenkomstige toepassing op de orde van de Carrousel.
Ieder lid van de raad kan tot het begin van de raadsvergadering amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Artikel 42 Voorstellen van orde
De agendacommissie plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, afhankelijk van de aard van het voorstel voor de Carrousel of voor de raadsvergadering. Indien bij ontvangst van een initiatiefvoorstel de schriftelijke oproep voor de eerstkomende vergadering reeds verzonden is, wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de raadsvoorzitter spoedeisende gevallen, uiterlijk om 16.00 uur op de dinsdag voorafgaand aan de raadsvergadering schriftelijk bij de raadsvoorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De raadsvoorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en het college. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 46 Vragen van inlichtingen
Indien een lid van de raad van het college of de burgemeester over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid en 180, derde lid, van de Gemeentewet verlangt, wordt het verzoek om inlichtingen via de griffier schriftelijk ingediend bij het college of de burgemeester.
De verlangde inlichtingen worden door het college binnen 15 werkdagen schriftelijk via de griffier aan alle raadsleden gestuurd. Indien beantwoording niet mogelijk is binnen deze 15 dagen wordt daarvan door het college tijdig schriftelijk mededeling gedaan aan de raadsleden via de griffier. De vragen en de verstrekte inlichtingen worden door de griffier op de website gepubliceerd.
HOOFDSTUK 5 Begroting en rekening
Artikel 47 Procedure begroting
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de raad vaststelt.
Artikel 48 Procedure jaarrekening
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de raad vaststelt.
HOOFDSTUK 6 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 49 Verslag; verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om voor het sluiten van de raadsvergadering verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door een raadslid gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de agendacommissie ten behoeve van agendering in een sessie.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. Indien de raad dit toestaat worden de gevraagde inlichtingen mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of daaropvolgende vergadering gegeven. De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de vergadering waarin de antwoorden worden gegeven.
HOOFDSTUK 7 Besloten vergadering
Het verslag van een besloten raadsvergadering wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 53 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
HOOFDSTUK 8 Toehoorders en pers
Artikel 56 Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderruimtes van raadsvergadering en Carrousel, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering respectievelijk sessie het gebruik van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering of hinder opleveren, zonder toestemming van de raads- of sessievoorzitter, niet toegestaan.