Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Kwaliteitsregels Peuterspeelzalen 2007 |
Citeertitel | Verordening Kwaliteitsregels Peuterspeelzalen 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | 2007/03 |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-05-2011 | diverse artikelen | 18-12-2008 Posthoorn, 31-12-2008 | rv 237 2008 | |
01-03-2007 | nieuwe regeling | 25-01-2007 Posthoorn, 07-02-2007 | rv 10 2007 |
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 3 Kwaliteitsniveau van het peuterspeelzaalwerk
De houder geeft in de melding aan het college aan voor welk kwaliteitsniveau van het peuterspeelzaal-werk hij kiest, waarbij de volgende kwaliteitsniveaus worden onderscheiden:
Artikel 5 Verbod op het in exploitatie nemen van een peuterspeelzaal
Het is verboden een peuterspeelzaal in exploitatie te nemen indien uit het onderzoek van de toezicht-houder, bedoeld in artikel 18, eerste lid, blijkt dat niet aan de eisen van de verordening wordt voldaan.
HOOFDSTUK 3 De kwaliteitseisen
De houder organiseert het peuterspeelzaalwerk op zodanige wijze, voorziet de peuterspeelzaal zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personeel en materiaal, draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling en voert een zodanig pedagogisch beleid, dat een en ander leidt of moet leiden tot verantwoord peuterspeelzaalwerk.
Artikel 12 Aantal beroepskrachten of begeleiders per groep
Indien de houder heeft gekozen voor kwaliteitsniveau 1: ‘spelen, ontmoeten en ontwikkelen’ zijn er in elke groep tenminste twee begeleiders in de peuterspeelzaal aanwezig en er is één beroepskracht voor ten minste 50% van de openingsuren beschikbaar ten behoeve van de begeleiders in de peuterspeelzaal en ten behoeve van de externe contacten.
Artikel 13 Overeenkomst tussen houder en ouder/verzorger
Opvang in een peuterspeelzaal geschiedt op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen de houder en de ouder/verzorger.
Artikel 14 Informatieplicht aan ouders/verzorgers
De houder van een peuterspeelzaal informeert de ouder/verzorger schriftelijk voorafgaand aan het aangaan van in artikel 13 genoemde overeenkomst in ieder geval over:
Artikel 16 Verklaring omtrent het gedrag
Indien de houder of de toezichthouder redelijkerwijs vermoedt dat een persoon niet langer voldoet aan de eisen voor het afgeven van een verklaring omtrent het gedrag, verlangt de houder dat die persoon opnieuw een verklaring omtrent het gedrag overlegt die niet ouder is dan twee maanden. De desbetreffende persoon overlegt de verklaring binnen een door de houder vast te stellen termijn.
HOOFDSTUK 4 Het gemeentelijk toezicht
Artikel 21 Aanwijzing en bevel
Indien de toezichthouder oordeelt dat de kwaliteit van de opvang bij een peuterspeelzaal zodanig tekortschiet dat het nemen van maatregelen redelijkerwijs geen uitstel kan lijden, kan de toezichthouder een schriftelijk bevel geven. Het bevel heeft een geldigheidsduur van zeven dagen, die door het college kan worden verlengd.