Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente 's-Gravenhage

Verordening regelende de tegemoetkoming in de kosten van ondersteuning aan de in de raad vertegenwoordigde groeperingen (fracties) (Verordening Fractieondersteuning)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente 's-Gravenhage
Officiële naam regelingVerordening regelende de tegemoetkoming in de kosten van ondersteuning aan de in de raad vertegenwoordigde groeperingen (fracties) (Verordening Fractieondersteuning)
CiteertitelVerordening fractieondersteuning
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp2006/01

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-03-200616-03-200601-01-2011nieuwe regeling

20-04-2006

Geen

rv 62 2006

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening regelende de tegemoetkoming in de kosten van ondersteuning aan de in de raad vertegenwoordigde groeperingen (fracties) (Verordening Fractieondersteuning)

Artikel 1 Financiële tegemoetkoming

  • 1. Aan elke groepering in de raad (fractie), gevormd op grond van de uitslag van de laatst gehouden verkiezing van de leden van de raad, wordt van gemeentewege jaarlijks een financiële tegemoetkoming verleend in de kosten, die de fractie maakt voor ondersteuning bij haar werkzaamheden.

  • 2. Elk lid van een fractie ondertekent bij aanvang van de raadsperiode dan wel bij splitsing of samenvoeging van een fractie een verklaring dat hij naar evenredigheid van het aantal leden van de betreffende fractie verantwoordelijk is voor de besteding van de tegemoetkoming overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

  • 3. Indien een lid van een fractie weigert een verklaring als bedoeld in het tweede lid te tekenen, wordt de tegemoetkoming voor de betreffende fractie naar evenredigheid naar beneden bijgesteld.

Artikel 2 Hoogte van de tegemoetkoming

  • 1. Bij de berekening van de tegemoetkoming wordt uitgegaan van een basisbedrag van € 18.696,00 per fractie per jaar, vermeerderd met een bedrag van € 3.412,00 voor elk lid van de fractie per jaar.

  • 2. Naast de tegemoetkoming genoemd in het eerste lid ontvangt de fractie een tegemoetkoming voor beleidsondersteuning. Het staat de fractie vrij deze beleidsondersteuning te realiseren door hetzij het aantrekken van een of meer beleidsmedewerkers in vaste dienst hetzij op ad-hoc basis externe beleidscapaciteit in te huren. Bij de berekening van deze tegemoetkoming wordt uitgegaan van een basisformatie van 0,5 fte per fractie per jaar, vermeerderd met een formatie van 0,1 fte voor elk lid van de fractie per jaar. De berekeningsgrondslag is maximaal salarisgroep 11/12.

  • 3. In aanvulling op de bedragen genoemd in het eerste lid ontvangen de fracties bedoeld in artikel 1 tevens voor elk lid van de fractie een bedrag van € 264,00 voor vervoerskosten en een bedrag van € 481,00 voor kopieerkosten.

  • 4. De hoogte van de tegemoetkomingen bedoeld in het eerste, tweede en derde lid wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de gemeentelijke trendsystematiek.

  • 5. In aanvulling op de financiële tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid draagt het college er zorg voor dat aan elke fractie een gemeubileerde fractiekamer in het stadhuis beschikbaar wordt gesteld, welke tevens beschikt over een pc, een printer, een fax en een aansluiting op Haagnet.

  • 6. De fractie ontvangt in december een berekening van de hoogte van de tegemoetkoming over het komende kalenderjaar.

  • 7. De fractievoorzitter laat schriftelijk aan de griffier weten naar welke rekening de tegemoetkoming dient te worden overgemaakt.

Artikel 3 Betaling voorschotten

  • 1. De bedragen als bedoeld in artikel 2, eerste, tweede en derde lid worden gelijktijdig en in twee termijnen bij wijze van voorschot betaalbaar gesteld. Het tweede termijnbedrag wordt eerst dan betaalbaar gesteld, wanneer het in artikel 7 bedoelde verslag door de fractie is ingediend.

  • 2. De raad kan – al dan niet op voorstel van de voorzitter van de raad – besluiten in bijzondere gevallen van het betalingsritme van de bevoorschotting af te wijken.

Artikel 4 Besteding

  • 1. De fracties besteden de tegemoetkoming ten behoeve van hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol.

  • 2. De tegemoetkoming mag niet worden gebruikt ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven in strijd met wettelijke bepalingen;

    • b.

      uitgaven aan politieke partijen dan wel met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten en/of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde declaratie;

    • c.

      uitgaven waarvoor op grond van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de Verordening voorzieningen raadsleden aanspraak op vergoeding bestaat;

    • d.

      uitgaven aan raadsleden voor werkzaamheden die zij als beleidsmedewerker of anderszins in opdracht van een fractie verrichten;

    • e.

      uitgaven ten behoeve van bedrijven of instellingen, waarover raadsleden middellijk of onmiddellijk zeggenschap hebben;

    • f.

      giften en leningen;

    • g.

      buitenlandse reizen;

    • h.

      verkiezing of herverkiezing van raadsleden.

  • 3. Onder uitgaven als bedoeld in het tweede lid onder b worden niet begrepen die uitgaven, die geacht kunnen worden zowel in het belang te zijn van de fractie als van de betreffende politieke partij.

Artikel 5 Opschorting en terugstorting

  • 1. De fractie is verplicht de niet-bestede middelen van de tegemoetkoming in liquide vorm beschikbaar te houden.

  • 2. Indien een fractie in strijd handelt met het bepaalde in artikel 4, tweede lid kan de raad – al dan niet op voorstel van de voorzitter – besluiten dat de in het geding zijnde uitgaven door de fractie binnen een door de raad te bepalen termijn dienen te worden toegevoegd aan de liquide middelen van de fractie.

  • 3. Indien een fractie in gebreke blijft de in het geding zijnde uitgaven binnen de in het tweede lid bedoelde termijn toe te voegen aan de liquide middelen van de fractie, wordt de eerstvolgende betaling van de tegemoetkoming aan de betreffende fractie opgeschort totdat de fractie aan haar verplichtingen heeft voldaan.

  • 4. Indien de fractie naar het oordeel van de raad in gebreke blijft de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen na te leven, kan de raad besluiten de individuele leden van de fractie in rechte aan te spreken.

  • 5. Indien een fractie op grond van de uitslag van de laatstgehouden verkiezing van de leden van de raad niet terugkeert in de raad, is zij verplicht een eventueel surplus (inclusief een opgebouwde reserve), na aftrek van posten in verband met reeds aangegane verplichtingen die stammen uit de afgelopen zittingsperiode – waaronder begrepen kosten die voortvloeien uit een sociaal plan voor de fractiemedewerker(s) –, binnen drie maanden terug te storten in de gemeentekas.

Artikel 6 Reserves

  • 1. Een fractie mag het in enig jaar niet-bestede gedeelte van de tegemoetkoming reserveren ter besteding in volgende jaren van de betreffende zittingsperiode. De reserve mag aan het einde van de zittingsperiode van de raad niet groter zijn dan 30% van de tegemoetkoming voor die fractie over de gehele zittingsperiode, zulks met in begrip van de opgebouwde rente. In de tussenliggende jaren wordt geen maximering van de hoogte van de reservering toegepast.

  • 2. Indien aan het einde van de zittingsperiode sprake is van een surplus, uitgaande boven de in het eerste lid vermelde reserve, vindt restitutie plaats door inhouding op de eerstvolgende periodieke betaling(en).

  • 3. Na verkiezingen blijft de overeenkomstig het eerste lid berekende reserve beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert in de raad dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 4. Indien na verkiezingen de omvang van een fractie is afgenomen, kan de raad besluiten de maximaal toegestane reserve naar evenredigheid te verminderen, rekening houdend met eventuele verplichtingen uit de afgelopen raadsperiode.

Artikel 7 Verantwoording en verslag

  • 1. Jaarlijks vóór 1 mei leggen de leden van de fractie dan wel een daartoe gemachtigd lid van de fractie aan de raad, door tussenkomst van de voorzitter van de raad, verantwoording af over de beste-ding van de tegemoetkoming voor fractieondersteuning over het voorafgaande jaar, onder overlegging van een verslag dat in elk geval een specificatie bevat van de gemaakte kosten en van de niet-bestede middelen, waaronder begrepen ontvangen rente. In het jaar waarin de verkiezing voor de leden van de raad plaatsvindt, heeft de verantwoording over het voorafgaande jaar tevens betrekking op de periode tot en met één week na de dag van de verkiezing, terwijl het verslag in dat jaar wordt ingediend vóór 1 juni.

  • 2. De voorzitter van de raad legt het betreffende verslag ter controle voor aan de Gemeentelijke Accountantsdienst.

  • 3. De fractie is te allen tijde verplicht aan de Gemeentelijke Accountantsdienst desgevraagd inzage te verschaffen in de aan het verslag ten grondslag liggende bescheiden. Voorts is de fractie te allen tijde verplicht – op aanwijzing van de voorzitter van de raad – aan de Gemeentelijke Accountantsdienst inzage te verschaffen in de fractieadministratie.

  • 4. De Gemeentelijke Accountantsdienst rapporteert, door tussenkomst van de voorzitter van de raad, aan de raad.

  • 5. De raad stelt na ontvangst van het rapport van de Gemeentelijke Accountantsdienst – al dan niet vergezeld van een nader advies van de voorzitter van de raad – de bedragen vast van:

    • a.

      de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de tegemoetkoming (met in begrip van eventuele reserve en rente) bekostigd zijn;

    • b.

      het verschil tussen de onder a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

  • 6. Indien een fractie niet voldoet aan het bepaalde in het derde lid, kan de raad – al dan niet op voorstel van de voorzitter – besluiten dat niet meer dan 50% van het in artikel 3 bedoelde voorschot aan de betreffende fractie voor het lopende jaar wordt uitbetaald.

Artikel 8 Splitsing van fractie

  • 1. Bij splitsing van een fractie wordt de hoogte van de toe te kennen tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 2 bepaald naar evenredigheid van de aantallen bij de splitsing betrokken leden. Een eventuele reserve wordt eveneens verdeeld naar evenredigheid van de aantallen bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 30% van de tegemoetkomingen die de oorspronkelijke fractie in het voorafgaande kalenderjaar ontving.

  • 2. De verdeling als in het eerste lid bedoeld vindt plaats per de datum waarop een van de betrokken fracties de voorzitter van de raad schriftelijk van de splitsing op de hoogte stelt.

  • 3. De raad kan – al dan niet op voorstel van de voorzitter – besluiten de opnieuw berekende tegemoetkoming aan de oorspronkelijke fractie gedurende maximaal een jaar te verhogen om de fractie in de gelegenheid te stellen bestaande verplichtingen af te wikkelen.

  • 4. Alle verplichtingen die de oorspronkelijke fractie tot de datum van de fractiesplitsing is aangegaan worden gedragen door de leden van de oorspronkelijke fractie, ongeacht van welke fractie zij nadien deel uitmaken.

Artikel 9 Slotartikel

In alle gevallen, waarin deze verordening niet of niet genoegzaam voorziet, beslist de raad.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 16 maart 2006.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening fractieondersteuning”.