Organisatie | Capelle aan den IJssel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragscode politieke ambtsdragers Capelle aan den IJssel 2011 |
Citeertitel | Gedragscode politieke ambtsdragers Capelle aan den IJssel 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze gedragscode vervangt de Gedragscode politieke ambtsdragers 2009 gemeente Capelle aan den IJssel.
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-07-2015 | 13-07-2015 | nieuwe regeling | 19-09-2011 IJssel- en Lekstreek van 21-09-2011 | Verseonnr. 213758 | |
22-09-2011 | 13-07-2015 | nieuwe regeling | 19-09-2011 IJssel- en Lekstreek van 21-09-2011 | Verseonnr. 213758 |
Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst
De raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;
gelet op de artikelen 12, 15, 41b, 41c, 44, 66, 67 en 69 van de Gemeentewet en het Besluit wijziging van de rechtspositiebesluiten decentrale politieke ambtsdragers 2010;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
Gedragscode politieke ambtsdragers Capelle aan den IJssel 2011
Deel I Kernbegrippen integriteit van politieke ambtsdragers
Leden van het college van burgemeester en wethouders en leden van de gemeenteraad stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer.
Integriteit van politieke ambtsdragers houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders dan wel aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders en gekozen volksvertegenwoordigers hun functie vervullen.
Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van politieke ambtsdragers in een breder perspectief.
Het handelen van een politieke ambtsdrager is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.
Het handelen van een politieke ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.
Het handelen van een politieke ambtsdrager wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.
Het handelen van een politieke ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politieke ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.
Op een politieke ambtsdrager moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken.
Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.
Het handelen van een politieke ambtsdrager is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.
Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.
Deel II Gedragscode politieke ambtsdragers
2. Belangenverstrengeling en nevenfuncties
Een politieke ambtsdrager geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn nevenfuncties en q.q.-nevenfuncties aan voor welke organisatie de functies worden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn. De burgemeester en devoltijds wethouder zijn verplicht de inkomsten uit nevenfuncties openbaar te maken. De opgave van het tijdsbeslag kan voor de raad achterwege blijven.
Een politieke ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. De inkomsten komen ten goede aan de kas van de gemeente. Bij de burgemeester en voltijds wethouder worden de inkomsten uit niet-ambtsgebonden nevenfuncties verrekend met de bezoldiging overeenkomstig artikel 3 van de Wet Schadeloosstelling leden Tweede Kamer. Voor deze neven-inkomsten geldt een vrijstelling van 14% van de bezoldiging. Van het resterende deel van de neveninkomsten vindt een verrekening plaats met de bezoldiging, met dien verstande dat de verrekening nooit meer zal bedragen dan 35% van de bezoldiging.
4. Geschenken, diensten en uitnodigingen
Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50,-- vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50,-- of minder vertegenwoordigen kunnen worden behouden.
5. Bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen, buitenlandse reizen en voorzieningen
Een politieke ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Indien het toestemming aan een lid van het college betreft, wordt de raad van de besluitvorming in het college op de hoogte gesteld.
Een politieke ambtsdrager meldt tijdig het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.
Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politieke ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.
6. Vertrouwenspersoon en sancties
Vastgesteld in de openbare vergadering van 19 september 2011,
Toelichting Gedragscode politieke ambtsdragers 2011
De Gedragscode politieke ambtsdragers 2011 kent geen toelichting per artikel zoals bij een wet of een verordening te doen gebruikelijk is. Niettemin geven twee artikelen aanleiding om deze te voorzien van een korte toelichting.
Onder een buitenlandse reis wordt verstaan een reis naar het buitenland (inclusief de Aruba, Curaçao,
Bonaire, Saba, St. Eustatius en St. Maarten), niet zijnde een reis naar een instelling van de Europese Unie.
Het gaat hier om uitnodigingen die worden gedaan aan de politieke ambtsdrager vanwege zijn functie als politieke ambtsdrager of waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat de uitnodiging daarom wordt gedaan. Onder ‘derden’ worden verstaan personen, bedrijven en organisaties die niet in dienst zijn dan wel geen onderdeel uitmaken van de gemeente of van gemeenschappelijke regelingen waarbij de gemeente is aangesloten. Voor raadsleden en burgerraadsleden wordt melding gemaakt bij de griffier, die de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad vervolgens informeert. Voor collegeleden wordt melding gemaakt bij de gemeentesecretaris, die de (plaatsvervangend) voorzitter van het college informeert. Alle uitnodigingen worden gemeld, ook wanneer men er geen gebruik van maakt, zodat een compleet beeld ontstaat.