Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Verordening persoonsgebonden budget opvang kinderen nieuwkomers, oudkomers en PaVem-vrouwen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening persoonsgebonden budget opvang kinderen nieuwkomers, oudkomers en PaVem-vrouwen
CiteertitelVerordening persoonsgebonden budget opvang kinderen nieuwkomers, oudkomers en PaVem-vrouwen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp2005/03

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-03-200601-01-200601-01-2013diverse artikelen

23-02-2006

Posthoorn, 08-03-2006

rv 26 2006
01-07-2005nieuwe regeling

09-06-2005

Posthoorn, 22-06-2005

rv 76 2005

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening persoonsgebonden budget opvang kinderen nieuwkomers, oudkomers en PaVem-vrouwen

 

 

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    a.

    het college:

    het college van burgemeester en wethouders;

    b.

    nieuwkomer:

    de persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub a van de Wet inburgering nieuwkomers;

    c.

    oudkomer:

    de persoon als bedoeld in artikel 1, onderdeel f van de Regeling inburgering oudkomers G30 2005;

    d.

    PaVEM-vrouw:

    vrouw uit een etnische minderheidsgroep die zich in een kansarme positie bevindt, de Nederlandse taal onvoldoende beheerst en (mede) daardoor belemmeringen ondervindt bij haar deelname aan de samenleving;

    e.

    inwoner van de gemeente Den Haag:

    de persoon die op de aanvraagdatum ingezetene is van de gemeente Den Haag en op die datum ingeschreven is in de Gemeentelijke Basisadministratie van de gemeente Den Haag en bovendien feitelijk zijn woonplaats heeft in de zin van artikel 10 Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

    f.

    tegemoetkoming:

    tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang door de gemeente;

    g.

    doelverstrekking persoonsgebonden budget (PGB):

    een financiële bijdrage aan de ouder ten behoeve informele opvang van kinderen;

    h.

    gastouderopvang:

    kinderopvang in een gezinssituatie door een ander dan de ouder of diens partner, bestaande in de gelijktijdige opvang van ten hoogste vier kinderen in de woning waar de ouder of gastouder zijn hoofdverblijf heeft, en die ingeschreven is bij een gastouderbureau;

    i.

    kinderopvang:

    kinderopvang als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub b en tweede lid van de Wet kinderopvang;

    j.

    informele opvang van kinderen:

    verzorging en opvoeding van kinderen, anders dan kinderopvang of gastouderopvang, die geschiedt op een plaats waar het kind zijn hoofdverblijf heeft of op de plaats waar degene die het kind opvangt, doorgaans een familielid of een bekende, zijn hoofdverblijf heeft;

    k.

    kindercentrum:

    een voorziening als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub d van de Wet kinderopvang;

    l.

    gastouderbureau:

    een organisatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub e van de Wet kinderopvang:

    m.

    gastouder:

    een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub f van de Wet kinderopvang;

    n.

    ouder:

    een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub i van de Wet kinderopvang;

    o.

    partner:

    de partner als omschreven in artikel 3 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;

    p.

    traject:

    een programma als bedoeld in artikel 1, onderdeel g van de Regeling inburgering oudkomers G30 2005 of een programma gericht op taal en participatie in het kader van PaVEM;

    q.

    inburgeringsprogramma:

    een programma als bedoeld in artikel 6, eerste lid van de Wet inburgering nieuwkomers.

Artikel 2 Haagse Kaderverordening Subsidieverstrekking 2005

De Haagse Kaderverordening Subsidieverstrekking 2005 is niet van toepassing op doelverstrekkingen persoonsgebonden budget (PGB) die verstrekt worden op grond van deze verordening.

HOOFDSTUK 2 Persoonsgebonden budget informele opvang kinderen

§ 2.1 Rechthebbenden en voorwaarden

Artikel 3 Rechthebbenden

  • 1.

    Nieuwkomers, oudkomers en PaVEM-vrouwen die een inburgeringsprogramma respectievelijk traject volgen, kunnen in aanmerking komen voor een doelverstrekking persoonsgebonden budget (PGB).

  • 2.

    Het college stelt op aanvraag van de ouder vast of hij of zijn partner in aanmerking komt voor een doelverstrekking PGB.

  • 3.

    De aanvrager kan in aanmerking komen voor een doelverstrekking PGB tot de eerste dag van de maand volgende op die waarin het kind de leeftijd van 2,5 jaar bereikt.

Artikel 4 Voorwaarden voor doelverstrekking PGB

Voor het verkrijgen van de doelverstrekking PGB gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    de aanvrager neemt deel aan een traject of een inburgeringsprogramma en behoeft in verband daarmee opvang voor kinderen waarvoor hij de zorg heeft;

  • b.

    voor oudkomers en PaVEM-vrouwen die niet in aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van de Wet kinderopvang of waarvan het kind jonger dan 2,5 jaar is, wordt de doelverstrekking PGB aangemerkt als een voorliggende voorziening;

  • c.

    voor oudkomers en PaVEM-vrouwen die wel in aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van de Wet kinderopvang en voor nieuwkomers is de doelverstrekking PGB een faciliteit aanvullend op de Wet kinderopvang.

  • d.

    de aanvrager ontvangt voor de opvang van een bepaald kind op een bepaald moment niet tegelijkertijd een tegemoetkoming op grond van de Wet kinderopvang of artikel 14a van de Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang (regeling voor sociaal-medisch geïndiceerden);

  • e.

    de partner van de aanvrager kan tijdens de lesuren gedurende het inburgeringsprogramma respec-tievelijk traject niet voor het kind zorgen, bijvoorbeeld omdat hij werkt of een scholingstraject of ander programma gericht op arbeidsinschakeling of reïntegratie volgt;

  • f.

    de aanvrager is inwoner van de gemeente Den Haag;

  • g.

    de aanvrager en zijn partner houden, indien zij vreemdeling zijn, rechtmatig verblijf in Nederland, in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000;

  • h.

    de aanvrager voldoet aan zijn verplichtingen in het kader van de Regeling inburgering oudkomers G30 2005.

§ 2.2 Aanvraag van de doelverstrekking PGB

Artikel 5 Aanvraag doelverstrekking PGB

  • 1.

    Een aanvraag voor een doelverstrekking wordt achteraf (na afloop van de periode waarvoor doelverstrekking wordt aangevraagd) gedaan en geschiedt met behulp van een door het college beschikbaar gesteld formulier en bevat in ieder geval:

    • a.

      naam en administratienummer van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag wordt gedaan;

    • c.

      de periode waarvoor een doelverstrekking wordt aangevraagd;

    • d.

      het aantal uren waarvoor een doelverstrekking wordt aangevraagd.

  • 2.

    Bij het formulier als bedoeld in het tweede lid wordt gevoegd:

    • a.

      een urenverklaring van de onderwijsinstelling waar de oudkomer een traject volgt;

    • b.

      een presentielijst op naam van de ouder gesteld;

    • c.

      een bewijs dat de partner niet in staat is om gedurende de lesuren voor het kind te zorgen.

§ 2.3 Verlening van de doelverstrekking

Artikel 6 Weigeringsgrond

Het college weigert de doelverstrekking PGB indien de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de doelverstrekking PGB als bedoeld in artikel 4 van de verordening.

Artikel 7 Periode waarvoor doelverstrekking wordt verleend

  • 1.

    Een aanvraag voor de doelverstrekking PGB geschiedt altijd binnen twee maanden na afloop van de laatste lesdag van de periode waarvoor een doelverstrekking wordt aangevraagd.

  • 2.

    De periode waarvoor een doelverstrekking wordt aangevraagd, bedraagt maximaal twee maanden.

  • 3.

    Het bedrag wordt op de rekening van de ouder overgemaakt.

Artikel 8 Inhoud van het besluit

Het besluit tot verlening van een doelverstrekking PGB bevat in ieder geval:

  • a.

    de naam van de aanvrager;

  • b.

    de periode waarvoor de doelverstrekking wordt verleend;

  • c.

    het aantal lesuren waarvoor de doelverstrekking wordt verleend;

  • d.

    de wijze waarop het bedrag van de doelverstrekking wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

  • e.

    de wijze waarop de doelverstrekking wordt uitbetaald.

Artikel 9 Hoogte van de doelverstrekking

  • 1.

    De doelverstrekking bedraagt € 3 per gevolgd lesuur, ongeacht het aantal kinderen dat wordt opgevangen.

  • 2.

    Het college kan een subsidieplafond vaststellen op grond van de artikelen 4:25, 4:26 en 4:27 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 10 Intrekking en terugvordering doelverstrekking

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan intrekking en terugvordering van de doelverstrekking PGB plaatsvinden.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen

Artikel 11 Onvoorziene omstandigheden

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2005 en wordt ingetrokken op het moment dat de doelgroep oudkomers onder de Wet kinderopvang wordt gebracht.

Artikel 13 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening persoonsgebonden budget opvang kinderen nieuw-komers, oudkomers en PaVEM-vrouwen.

Artikel 14 Bekendmaking en terinzagelegging

Deze verordening wordt op voorgeschreven wijze bekend gemaakt.