Overheidsorganisatie | Gemeente 's-Gravenhage |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening fraudebeleid Den Haag |
Citeertitel | Verordening fraudebeleid Den Haag |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | 2004/14 |
Geen
Onbekend
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2011 | diverse artikelen | 06-10-2011 Posthoorn, 19-10-2011 | rv 118, 2011 | ||
01-07-2010 | 01-11-2011 | diverse artikelen | 03-06-2010 Posthoorn, 16-06-2010 | rv 60 2010 | |
08-10-2009 | 01-07-2010 | art.3 | 17-09-2009 Posthoorn, 30-09-2009 | rv 105 2009 | |
03-02-2005 | 08-10-2009 | nieuwe regeling | 25-11-2004 Posthoorn, 22-12-2004 | rv 209 2004 | |
27-10-2005 | art. 1 en 4 | 13-10-2005 Posthoorn, 26-10-2005 | rv 165 2005 |
Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. | de WWB: | Wet werk en bijstand |
b. | de WWIK: | Wet werk en inkomen kunstenaars |
c. | de IOAW: | Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers |
d. | de IOAZ: | Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen |
e. | het college: | het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag |
f. | uitkering: | een uitkering ingevolge de algemene en bijzondere bijstand WWB, WWIK, IOAW en de IOAZ |
g. | voorschot: | de renteloze lening als bedoeld in artikel 52 van de WWB en artikel 14 van de WWIK |
h. | langdurigheidstoeslag: | de toeslag als bedoeld in artikel 36 van de WWB |
i. | fraude: | schenden van de inlichtingenverplichting zoals bedoeld in artikel 13 van de IOAW, artikel 13 van de IOAZ, artikel 17 van de WWB en artikel 20 van de WWIK |
j. | benadelingsbedrag: | de uitkering of de langdurigheidstoeslag die als gevolg van de schending van de verplichting genoemd in artikel 17 van de WWB, artikel 20 van de WWIK, artikel 13 van de IOAW en de IOAZ, ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verstrekt. |
k. | de wetten | de WWB, WWIK, IOAW en IOAZ als bedoeld in sub a, b, c en d |
Er is beleid ter voorkoming en opsporing van fraude. Het college geeft dit beleid vorm. Daarbij wordt aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:
Preventie van misbruik en oneigenlijk gebruik;
Controle van misbruik en oneigenlijk gebruik;
Opsporing van misbruik en oneigenlijk gebruik;
Terugvordering en invordering van voorschotten, ten onrechte verstrekte uitkering, de langdurigheidstoeslag of een uitkering.
Het college stelt jaarlijks een beleidsplan WWB vast. In dit beleidsplan wordt mede aangegeven hoe het fraudebeleid voor het komende jaar wordt uitgevoerd. De totstandkoming van dit onderdeel van het beleidsplan is in overeenstemming met de bepalingen uit de verordening Financieel beheer en beleid gemeente Den Haag. In het beleidsplan wordt tenminste aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:
De wijze waarop beleidsmatig uitvoering wordt gegeven aan de in artikel 2 genoemde onderwerpen;
De projectmatige aanpak van diverse vormen van fraude;
De kwantitatieve doelstellingen inzake controle;
De kwantitatieve doelstellingen inzake opsporing;
De samenwerking met andere bestuursorganen op het gebied van sociale zekerheidsfraude.
Jaarlijks legt het college verantwoording af over het gevoerde fraudebeleid in de vorm van een specifiek onderdeel van het beleidsverslag. Het beleidsverslag maakt onderdeel uit van de begrotingscyclus en is in overeenstemming met het verantwoordingsverslag als bedoeld in artikel 77 van de WWB, artikel 46 van de WWIK, artikel 54 van de IOAW en IOAZ. Het beleidsverslag omvat tenminste de volgende onderwerpen:
Een rapportage over in hoeverre de kwantitatieve doelstellingen zijn gerealiseerd, waaronder begrepen het aantal geconstateerde fraudegevallen, het totaal opgeboekte benadelingsbedrag en het totaal terugontvangen benadelingsbedrag;
Een verslag over de projectmatig uitgevoerde fraudeonderzoeken, inclusief de samenwerking met andere bestuursorganen;
De uitvoering van de strafrechtelijke opsporing van fraude.
Het college maakt gebruik van de in de wetten opgenomen bevoegdheid tot terugvordering van een voorschot, ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekte uitkering of langdurigheidtoeslag. Het college stelt daartoe beleidsregels op.
Het college maakt gebruik van de in de wetten opgenomen bevoegdheid tot invordering van een voorschot, ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekte uitkering of langdurigheidtoeslag. Het college stelt daartoe beleidsregels op.
Het college maakt gebruik van de in de wet opgenomen bevoegdheid tot herziening en opschorting van het recht op uitkering en de langdurigheidstoeslag. Het college stelt daartoe beleidsregels op.
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005 en werkt met betrekking tot artikel 5, 6 en 7 terug tot 1 januari 2004.
2. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Fraudebeleid Den Haag.