Organisatie | Haaksbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening BI-zone centrum Haaksbergen (9.25) |
Citeertitel | Verordening BI-zone centrum Haaksbergen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | nieuwe regeling | 28-09-2011 Rond Haaksbergen, 06-10-2011 | Onbekend |
De gemeenteraad van Haaksbergen;
wettelijke basis: bepalingen van Experimentenwet BI-zones (artikel 1, eerste lid, en artikel 7, vierde lid), de Gemeentewet (artikelen 149 en 156, eerste lid) en de Algemene wet bestuursrecht
Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone centrum Haaksbergen
HOOFDSTUK 2 BELASTINGBEPALINGEN
Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone.
Voor de toepassing van het tweede lid wordt:
gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
In afwijking van artikel 6 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten
aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
onroerende zaken die in hoofdzaak bestemd zijn voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard en onroerende zaken die niet bedrijfsmatig geëxploiteerd worden en in hoofdzaak bestemd zijn voor sociaal-culturele of levensbeschouwelijke bijeenkomsten;
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanig gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – die zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;
1. De BIZ-bijdrage bedraagt bij een waarde van:
a. telefooncentrales, zendmasten, musea, scholen, parken, waterpartijen, stations ten behoeve van bus- of treinverkeer, begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria;
b. objecten in gebruik ten behoeve van gas-, water-, stroom- of energiedistributie, waaronder transformatiehuisjes en hoogspanningsmasten en met uitzondering van benzinestations;
c. ongebouwde eigendommen, die als zelfstandige onroerende zaak in de zin van de Wet waardering onroerende zaken zijn afgebakend en die worden gebezigd ten behoeve van de opslag of distributie van zaken of daartoe bestemd zijn, dan wel bestemd zijn voor de bouw van woningen;
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.
HOOFDSTUK 3 SUBSIDIEBEPALINGEN
Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening niet van toepassing.
De subsidie voor enig jaar wordt vastgesteld op ten hoogste het bedrag van de voor dat jaar geïnde BIZ-bijdragen die in de in artikel 4, eerste lid, bedoelde periode worden geheven, verminderd met de gemaakte perceptiekosten voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen over de betreffende periode, zoals opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.
Het totaal van de drie jaarlijkse termijnen bedraagt ten hoogste het bedrag van de BIZ-bijdragen die in het betreffende jaar worden geïnd, verminderd met de in het betreffende jaar gemaakte perceptiekosten voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen, zoals opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening BI-zone centrum Haaksbergen.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 28 september 2011
Bijlage: Verordening BI-zone Haaksbergen (pdf | 895 kB)