Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel ter invulling van de Regeling locatiespecifieke omstandigheden bodemsanering |
Citeertitel | Beleidsregel ter invulling van de Regeling locatiespecifieke omstandigheden bodemsanering |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Regeling locatiespecifieke omstandigheden bodemsanering
n.v.t
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-12-2003 | Nieuwe regeling | 04-11-2003 Gemeenteblad 2003, C. no 58 | Onbekend |
Beleidsregel Regeling Locatiespecifieke omstandigheden:
Op 14 oktober 2002 is in de Staatscourant de Regeling Locatiespecifieke Omstandigheden gepubliceerd (LSO). Deze regeling verplichtte het bevoegd gezag de landelijke bodemgebruikswaarden te hanteren bij het vaststellen van bodemsaneringsplannen. Afwijkingen van de landelijke normen zouden niet meer zijn toegestaan. In juni 2003 is de regeling gewijzigd. Afwijken kan als dit gemotiveerd wordt. De meeste bodemsaneringen in Maastricht betreffen locaties die liggen in gebieden die door historische activiteiten, ophogingen en overstromingen verontreinigd zijn. Om te voorkomen dat de gemeente per sanering moet motiveren waarom ze afwijkt van de landelijke waarden heeft het college van B&W eenmalig een algemene beleidsregel vastgesteld.
De algemene beleidsregel is gebaseerd op het Bodembeheerplan Maastricht 2000 dat in december 1999 is vastgesteld. Belangrijke bodemkwaliteitseisen voor mens en milieu zijn verder gedetailleerd vastgesteld in het Natuur en Milieuplan van oktober 2001. Gezien de landelijke ontwikkelingen en op grond van praktijkervaring met het plan wordt in de loop van dit jaar het Bodembeheerplan bijgewerkt en op onderdelen bijgesteld.
De aspecten die bepalen of de saneringskosten opwegen tegen de milieuwinst die wordt geboekt zijn:
Op grond van bovenstaande komen wij tot de volgende afweging: