Organisatie | Velsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening parkeerbelasting 2010 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelasting 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De verordening parkeerbelasting 2009, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van de nieuwe verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 03-12-2009 De Jutter / Hofgeest, 10 december 2009 | R09.0089 |
artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb.1994,475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvattingen overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.
De belasting bedoeld in artikel 2, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.
Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
1. indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overlegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
2. indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
3. De belasting bedoeld in artikel 2, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
artikel 6 Wijze van heffing en termijn van betaling
1. De belasting, bedoeld in artikel 2, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren.
2. Een naheffingsaanslag moet in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de eerste twee leden gestelde termijnen.
artikel 8 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling
1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, kan aan het voertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het voertuig wordt weggereden.
2. Het college van burgemeester en wethouders wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.
3. Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het voertuig naar de door in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar, aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.
Houders van een geldige Europese Gehandicapten Parkeerkaart, landelijke gehandicaptenparkeerkaart (zowel voor bestuurders als passagiers), gewestelijke gehandicaptenparkeerkaart of buitenlandse gehandicaptenparkeerkaart zijn vrijgesteld voor maximaal 4 uur mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde alsmede de parkeerschijf op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats direct achter de voorruit van het voertuig is geplaatst. Indien geen voorruit aanwezig is, dient de vergunning op een van buitenaf zichtbare plaats duidelijk leesbaar te worden aangebracht.
artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening parkeerbelasting 2009, vastgesteld bij raadbesluit van 11 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening parkeerbelasting 2010".
Tarieventabel als bedoeld in artikel 4 van de Verordening Parkeerbelasting 2010