Organisatie | Roosendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Erfgoedsubsidieverordening |
Citeertitel | Erfgoedsubsidieverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-03-2022 | wijziging subsidiabele reconstructiekosten | 10-03-2022 | 480728 | ||
07-11-2011 | 01-10-2010 | 14-03-2022 | aanpassing terminologie ivm Wabo | 02-11-2011 Gemeenteblad 2011/73, Roosendaalse bode 13 november 2011 | AO/2011-71 |
01-10-2010 | 07-11-2011 | wijziging i.v.m. wijziging grondslag (Erfgoedverordening) | 08-07-2010 Gemeenteblad 2010, nummer 33, Roosendaalse bode 18 juli 2010 | AO/2010-37 | |
01-07-2009 | 14-03-2022 | nieuwe regeling | 28-05-2009 Gemeenteblad 2009/75, Roosendaalse bode 31-5-2009 | AO/2009-46 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
monumentale waarde van een gemeentelijk monument: De monumentale waarde van een gemeentelijk monument wordt bepaald door de dragende onderdelen, de vloeren en het omhulsel en/of door die onderdelen of objecten die blijkens het register, bedoeld in de Erfgoedverordening, of naar het oordeel van het college van belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarden. Indien uit het register blijkt, dat een monument uitsluitend beschermd is vanwege één of meer met name genoemde onderdelen of objecten, dan wordt de monumentale waarde uitsluitend bepaald door die onderdelen of objecten.
monumentale waarde van een gemeentelijke gevelwand: De monumentale waarde van een gemeentelijke gevelwand wordt bepaald door het aan de openbare weg gelegen (deel van een) onroerende zaak, die qua schoonheid van algemeen belang is vanwege het stedenbouwkundige, architectonische of landschappelijk beeld en/of door die onderdelen die blijkens het register, bedoeld in de Erfgoedverordening, of naar het oordeel van het college van belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarden. Indien uit het register blijkt, dat een gemeentelijke gevelwand beschermd is vanwege één of meer met name genoemde onderdelen of objecten, dan wordt de monumentale waarde uitsluitend bepaald door die onderdelen of objecten.
subsidiabele instandhoudingskosten: de kosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn om de onderdelen van een gemeentelijk monument of gemeentelijke gevelwand, die blijkens artikel 1 leden i dan wel j van deze verordening en het desbetreffende register, bedoeld in de Erfgoedverordening, of naar het oordeel van het college van belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarden monumentale waarde bezitten, te herstellen of te conserveren.
subsidiabele reconstructiekosten: de kosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn om de aanwezige monumentale waarde te versterken waarbij latere wijzigingen aan een gemeentelijk monument of gemeentelijke gevelwand worden gereconstrueerd naar oorspronkelijk beeld, op voorwaarde dat het oorspronkelijke beeld onderbouwd kan worden met historische bouwtekeningen, historisch beeldmateriaal of aanwezige bouwsporen.
Artikel 3 Toezicht en controle
De eigenaar aan wie subsidie is verleend is verplicht om door het college aangewezen ambtenaren inzage te geven in zijn boekhouding en financiële administratie betreffende de instandhoudingswerkzaamheden, om alle gevraagde inlichtingen te verstrekken en om inzicht te geven in de voortgang en de kwaliteit van de instandhoudingswerkzaamheden.
Paragraaf 2 Uitvoering subsidieverordening
Het college is bevoegd beleidsregels vast te stellen betreffende de uitvoering van deze verordening. Het college kan daarbij, met inachtneming van het bepaalde in artikel 12, mede nader bepalen welke kosten terzake van de instandhoudingswerkzaamheden worden aangemerkt als subsidiabele instandhoudingskosten.
Paragraaf 3 De subsidieaanvraag
Artikel 8 Ontvangst en aanvulling aanvraag
Indien naar het oordeel van het college niet of niet voldoende voldaan is aan de voorwaarden genoemd in artikel 7 en/of de voorwaarden genoemd in artikelen 4:1 en 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, dan stelt het de eigenaar in de gelegenheid om binnen vier weken na bericht van ontvangst de ontbrekende gegevens in te dienen.
Paragraaf 4 De subsidieverlening
Artikel 14 Begrotingsvoorbehoud en subsidieplafond
Het college kan een aanvraag, die geweigerd wordt op grond van overschrijding van het subsidieplafond, aanmerken als een aanvraag per 1 januari van het volgende jaar. Voor de bepaling van de volgorde van deze aanvragen is de volgorde van binnenkomst in het oorspronkelijke jaar van indiening bepalend.
Bevoorschotting vindt, onverminderd het overigens in deze verordening bepaalde, slechts plaats op basis van door de eigenaar overgelegde facturen en betalingsbewijzen betreffende de instandhoudingswerkzaamheden. Bevoorschotting vindt niet plaats met betrekking tot uitgaven die door de eigenaar nog niet zijn gedaan.
Paragraaf 5 Gereedmelding en subsidievaststelling
De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag onder verrekening van betaalde voorschotten.