Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2011 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2011 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | jeugdzorg, subsidie |
Geen
Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2009, art. 1, lid 3
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2011 | 15-08-2012 | Artikel 4a, Artikel 14 | 22-11-2011 Provinciaal Blad, 2011, 159 | 2011-60983 | |
02-09-2011 | 31-07-2012 | Nieuwe regeling | 30-08-2011 Provinciaal Blad, 2011, 113 | 2011-42595 |
In deze uitvoeringsregeling worden de volgende regio’s in de Provincie Noord-Holland onderscheiden:
Subsidie kan worden verstrekt voor, in samenwerking met Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, minimaal een Jeugd- en Opvoedingsinstelling en minimaal een eerstelijns jeugdhulpinstelling:
Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.
Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:
een projectplan waarin tenminste is opgenomen een beschrijving van de activiteit, welk van de in artikel 2 genoemde thema’s zal worden aangepakt, de wijze waarop dat zal gebeuren, de doelstelling, de beoogde resultaten, het verband tussen thema, uit te voeren activiteiten en beoogderesultaten, een realistische planning van de activiteiten en een begroting;
voor zover het een activiteit als bedoeld in artikel 2 onderdeel b betreft dient er een in overeenstemming met Bureau jeugdzorg Noord-Holland opgestelde beschrijving te zijn waaruit blijkt hoe een plan wordt gemaakt en uitgevoerd om de risicotaxatie met betrekking tot de veiligheid van jongeren te verrichten.
Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag uiterlijk 14 oktober 2011 is ontvangen.
Subsidie wordt geweigerd indien de activiteit betrekking heeft op hulpverlening in het gedwongen kader.
Haarlem, 30 augustus 2011.
Gedeputeerde staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
T.Kampstra, wnd, Provinciesecretaris.
Toelichting bij de Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2011
GS hebben prioriteiten voor het uitvoeren van het door Rijk en IPO vastgestelde Afsprakenkader jeugdzorg 2010-2011 bepaald die zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2011. Deze prioriteiten zijn: het maken van afspraken met gemeenten over de aansluiting eerstelijns en tweedelijns (jeugd)hulp (hierbij gaat het o.a. om het werken met één gezin, één plan), het experimenteren met ambulante jeugdzorg zonder indicatiestelling en het maken van afspraken met gemeenten over de nazorg als jongeren uit jeugdzorg komen. GS hebben deze prioriteiten gekozen omdat ze in lijn liggen met het beoogde kabinetsbeleid om de provinciale jeugdzorg over te dragen naar de gemeenten. De prioriteiten willen het preventief jeugdbeleid versterken en de instroom in de dure geïndiceerde jeugdzorg op termijn verminderen. Ze vereenvoudigen en versnellen de toegang tot eenvoudige ambulante hulp.
De Jeugd- en Opvoedhulpinstellingen in Noord-Holland zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2011. Daarin is ook vermeld in welke regio deze instellingen werken.
Onder een meerderheid van gemeenten verstaan wij de helft van alle gemeenten plus één binnen een regio. Bijvoorbeeld: bij een regio met 7 gemeenten moeten minimaal 4 gemeenten de aanvraag ondersteunen.
Bij regionale projecten die erop gericht zijn ambulante hulp zonder indicatie te ontwikkelen is een plan noodzakelijk om te voorzien in de risicotaxatie met het oog op de veiligheid van kinderen. Hiervoor moet een beroep worden gedaan op het experimenteerartikel in de Wet op de jeugdzorg waarover GS een besluit moeten nemen. Essentieel is dan dat er een plan is opgesteld met Bureau Jeugdzorg Noord-Holland (BJZ) hoe de procedure verloopt als er geen indicatie door BJZ wordt gesteld, hoe en door welke instantie er wordt doorverwezen naar jeugdzorg, hoe BJZ hier nog bij is betrokken (bijvoorbeeld mandatering, advies, deskundigheidsbevordering) en hoe toezicht wordt gehouden op de veiligheid van kinderen (risicotaxatie).