Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noord-Holland

Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoord-Holland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2011
CiteertitelUitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2011
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpjeugdzorg, subsidie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2009, art. 1, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-201115-08-2012Artikel 4a, Artikel 14

22-11-2011

Provinciaal Blad, 2011, 159

2011-60983
02-09-201131-07-2012Nieuwe regeling

30-08-2011

Provinciaal Blad, 2011, 113

2011-42595

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2011

Gedeputeerde staten van Noord-Holland;

 

Gelet op artikel 1, derde lid, van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2009;

 

Besluiten vast te stellen:

 

Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2011

Artikel 1

In deze uitvoeringsregeling worden de volgende regio’s in de Provincie Noord-Holland onderscheiden:

  • a.

    Kop van Noord-Holland: de gemeenten Den Helder, Zijpe, Anna Paulowna, Wieringermeer, Schagen, Niedorp, Harenkarspel, Wieringen en Texel;

  • b.

    West-Friesland: de gemeenten Hoorn, Enkhuizen, Koggenland, Drechterland, Opmeer, Stede Broec en Medemblik;

  • c.

    Noord-Kennemerland: de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft-de-Rijp, Heerhugowaard, Heilo, Langedijk en Schermer;

  • d.

    Zuid-Kennemerland: de gemeenten Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede, Zandvoort en Bloemendaal;

  • e.

    Midden-Kennemerland: de gemeenten Heemskerk, Velsen, Uitgeest en Beverwijk;

  • f.

    Gooi en Vechtstreek: de gemeenten Huizen, Wijdemeren, Hilversum, Weesp, Bussum, Laren. Blaricum, Naarden en Muiden.

Artikel 2

Subsidie kan worden verstrekt voor, in samenwerking met Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, minimaal een Jeugd- en Opvoedingsinstelling en minimaal een eerstelijns jeugdhulpinstelling:

  • a.

    de ontwikkeling van een plan voor de toepassing van de methodiek van één gezin, één plan;

  • b.

    de ontwikkeling van een plan voor de inzet van ambulante jeugdzorg zonder indicatie gericht op een beperking van het beroep op zwaardere geïndiceerde jeugdzorg;

  • c.

    het organiseren van nazorg in de regio tussen gemeenten, Jeugd- en Opvoedinstellingen en eerstelijns jeugdhulpinstellingen ten behoeve van jongeren die uit de jeugdzorg komen.

Artikel 3

Subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.

    een gemeente die namens meer dan de helft van de gemeenten in een regio een aanvraag indient;

  • b.

    Een openbaar lichaam waarin alle gemeenten uit de regio in deelnemen.

Artikel 4

Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-

Artikel 4a

Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 5

Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

  • a.

    een overzicht van de bij de aanvraag betrokken gemeenten en andere deelnemers aan het project;

  • b.

    een projectplan waarin tenminste is opgenomen een beschrijving van de activiteit, welk van de in artikel 2 genoemde thema’s zal worden aangepakt, de wijze waarop dat zal gebeuren, de doelstelling, de beoogde resultaten, het verband tussen thema, uit te voeren activiteiten en beoogderesultaten, een realistische planning van de activiteiten en een begroting;

  • c.

    voor zover het een activiteit als bedoeld in artikel 2 onderdeel b betreft dient er een in overeenstemming met Bureau jeugdzorg Noord-Holland opgestelde beschrijving te zijn waaruit blijkt hoe een plan wordt gemaakt en uitgevoerd om de risicotaxatie met betrekking tot de veiligheid van jongeren te verrichten.

Artikel 6

Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag uiterlijk 14 oktober 2011 is ontvangen.

Artikel 7

Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien:

  • 1.

    de aanvraag om subsidie na 14 oktober 2011 wordt ontvangen;

  • 2.

    op moment van ontvangst van de aanvraag om subsidie er reeds een volledige aanvraag om subsidie uit dezelfde regio door ons is ontvangen;

  • 3.

    op moment van ontvangst van de aanvraag om subsidie er reeds een activiteit in dezelfde regio door gedeputeerde staten op grond van deze regeling is gesubsidieerd.

Artikel 8

Het subsidieplafond bedraagt € 240.000,-.

Artikel 9
  • 1.

    Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2.

    Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3.

    Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag door ons worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

  • 4.

    Gedeputeerde staten beslissen binnen 10 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 10

Subsidie wordt geweigerd indien de activiteit betrekking heeft op hulpverlening in het gedwongen kader.

Artikel 11

Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    ontwikkelings- en begeleidingskosten;

  • b.

    kosten voor onderzoek en monitoring;

  • c.

    kosten voor externe deskundigen;

  • d.

    communicatiekosten;

  • e.

    kosten voor kennisoverdracht.

Artikel 12

De subsidie bedraagt 90 procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 40.000,-.

Artikel 13

De subsidieontvanger is verplicht om:

  • a.

    de activiteit voor 1 juli 2013 te hebben afgerond;

  • b.

    de aanpak, voortgang en het resultaat van de gesubsidieerde activiteiten beschikbaar te stellen aan andere regio’s.

Artikel 14
  • 1.

    De aanvraag om vaststelling van de subsidie wordt uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend;

  • 2.

    Gedeputeerde staten stellen voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie een formulier vast;

  • 3.

    Bij de aanvraag om vaststelling wordteen verslag ingediend dat tenminste betrekking heeft op of en de mate waarin de activiteit geleid heeft tot de verbetering van efficiency in de hulp aan jeugd of de beoogde resultaten zijn behaald, gerelateerd aan de gestelde thema’s.

  • 4.

    Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om vaststelling van de subsidie.

Artikel 15
  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 31 juli 2012.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2011.

Haarlem, 30 augustus 2011.

Gedeputeerde staten van Noord-Holland,

J.W. Remkes, voorzitter.

T.Kampstra, wnd, Provinciesecretaris.

Toelichting bij de Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2011

Algemeen

GS hebben prioriteiten voor het uitvoeren van het door Rijk en IPO vastgestelde Afsprakenkader jeugdzorg 2010-2011 bepaald die zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2011. Deze prioriteiten zijn: het maken van afspraken met gemeenten over de aansluiting eerstelijns en tweedelijns (jeugd)hulp (hierbij gaat het o.a. om het werken met één gezin, één plan), het experimenteren met ambulante jeugdzorg zonder indicatiestelling en het maken van afspraken met gemeenten over de nazorg als jongeren uit jeugdzorg komen. GS hebben deze prioriteiten gekozen omdat ze in lijn liggen met het beoogde kabinetsbeleid om de provinciale jeugdzorg over te dragen naar de gemeenten. De prioriteiten willen het preventief jeugdbeleid versterken en de instroom in de dure geïndiceerde jeugdzorg op termijn verminderen. Ze vereenvoudigen en versnellen de toegang tot eenvoudige ambulante hulp.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 2

De Jeugd- en Opvoedhulpinstellingen in Noord-Holland zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2011. Daarin is ook vermeld in welke regio deze instellingen werken.

 

Artikel 3

Onder een meerderheid van gemeenten verstaan wij de helft van alle gemeenten plus één binnen een regio. Bijvoorbeeld: bij een regio met 7 gemeenten moeten minimaal 4 gemeenten de aanvraag ondersteunen.

 

Artikel 5

Bij regionale projecten die erop gericht zijn ambulante hulp zonder indicatie te ontwikkelen is een plan noodzakelijk om te voorzien in de risicotaxatie met het oog op de veiligheid van kinderen. Hiervoor moet een beroep worden gedaan op het experimenteerartikel in de Wet op de jeugdzorg waarover GS een besluit moeten nemen. Essentieel is dan dat er een plan is opgesteld met Bureau Jeugdzorg Noord-Holland (BJZ) hoe de procedure verloopt als er geen indicatie door BJZ wordt gesteld, hoe en door welke instantie er wordt doorverwezen naar jeugdzorg, hoe BJZ hier nog bij is betrokken (bijvoorbeeld mandatering, advies, deskundigheidsbevordering) en hoe toezicht wordt gehouden op de veiligheid van kinderen (risicotaxatie).