Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Scheveningen Haven 2008 |
Citeertitel | Verordening Scheveningen Haven 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | 2009/03 |
Externe bijlage | Bijlage |
Deze verordening vervangt de Verordening Scheveningen Haven 1999
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-09-2016 | artikel 34a | 08-09-2016 Gemeenteblad 126817, 2016 | RIS294632, 2016 | ||
09-04-2009 | 23-09-2016 | nieuwe regeling | 26-03-2009 Posthoorn, 08-04-2009 | rv 37 2009 |
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
HOOFDSTUK 2 Bepalingen omtrent toelating en vertrek
Burgemeester en wethouders kunnen de kapitein van een schip verplichten – naar gelang de omstandigheden – één of meer sleepboten ter assistentie te gebruiken bij binnenkomst en/of vertrek of bij het verhalen van het schip.
Artikel 8 Weigeren van de toegang c.q. beëindigen verblijf bij gevaar openbare orde, veiligheid of belemmering functie haven
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het schip de toegang tot de haven te weigeren of het verblijf te doen beëindigen, indien de aanwezigheid van het schip of zijn bemanning gevaar oplevert dan wel kan opleveren voor de openbare orde of de veiligheid of de (economische) functie van de haven belemmert of kan belemmeren.
HOOFDSTUK 3 Bepalingen met betrekking tot de veiligheid
Artikel 10 Doorvaren havendoorgang
Bij het naderen van de doorgang tussen de voorhaven en de eerste haven en van de doorgang tussen de eerste en de tweede haven dient, indien dat voor de veiligheid van de scheepvaart nodig is, een tenminste tien seconden durende stoot op de fluit, sirene of signaalhoorn van het schip te worden gegeven. Dit sein dient indien zonodig te worden herhaald.
Onverminderd de meldingsplicht ingevolge artikel 2.3.7 van de Brandbeveiligingsverordening Den Haag 1993, is de kapitein op wiens schip brand of een andere voor de omgeving van het schip gevaarlijke ramp is of dreigt te ontstaan verplicht terstond de klok te (doen) luiden of andere geluidssignalen te (doen) geven
HOOFDSTUK 5 Bepalingen met betrekking tot het verblijf in de haven en het gebruik
Artikel 18 Innemen ligplaatsen
Het is verboden met een schip ligplaats te nemen of zich met het schip op een ligplaats te bevinden, tenzij dit geschiedt in een geval als hierna bedoeld:
Artikel 19 Verplicht innemen ligplaats
Indien de kapitein in gebreke blijft zijn schip op de aangewezen plaats te (doen) leggen dan wel de orde of de veiligheid dit naar hun oordeel dringend noodzakelijk maakt, zijn burgemeester en wethouders bevoegd om een schip te verhalen of te doen verhalen naar een andere ligplaats, op kosten en voor risico van de eigenaar of reder van het schip.
Van de in het tweede lid bedoelde bevoegdheid wordt, behoudens in een spoedeisend geval en in het geval van een onbekende eigenaar, beheerder of gebruiker, geen gebruik gemaakt dan nadat burgemeester en wethouders de eigenaar, beheerder of gebruiker van het schip schriftelijk hebben opgedragen om het schip voor een in de opdracht vermeld tijdstip te verhalen naar een andere ligplaats en nadat gebleken is dat geen gevolg is gegeven aan die opdracht.
De kapiteins van naast elkaar liggende schepen zijn verplicht aan belanghebbenden de vrije overtocht over hun schepen te verlenen, alsmede zo nodig, ter beoordeling van de havenmeester, het lossen en laden over hun schepen toe te staan.
HOOFDSTUK 6 Bepalingen met betrekking tot het afgeven van scheepsafvalstoffen
HOOFDSTUK 7 Bepalingen met betrekking tot gevaarlijke stoffen
Artikel 28 Meldingsplicht gevaarlijke stoffen
De melding als genoemd in het eerste lid dient door de kapitein van een schip ten minste 6 uur voor de vermoedelijke tijd van aankomst in de haven aan de havenmeester te worden verstrekt onder schriftelijke opgave van de aan boord aanwezige gevaarlijke stoffen en het voorgenomen tijdstip van het in en/of uitladen c.q. verplaatsen van deze stoffen.
Artikel 31 Voorzorgsmaatregel te beladen eenheden
De eigenaar, houder of gebruiker van een voertuig of eenheid, geheel of gedeeltelijk beladen met gevaarlijke stoffen, is verplicht het voertuig of de eenheid zodanig te (doen) plaatsen, dat het voertuig of de eenheid te allen tijde bereikbaar is en onmiddellijk uit het havengebied kan worden verwijderd.
HOOFDSTUK 8 Straf- en slotbepalingen
Artikel 32 Opvolging aanwijzingen Verkeerscentrale
Een ieder is gehouden een aanwijzing van een ambtenaar van de afdeling Verkeerscentrale en Haven tot handhaving van de openbare orde en de veiligheid, zowel ten aanzien van de regeling van het scheepvaartverkeer, de voorkoming van brand, aanvaring of andere onheil als ten aanzien van de uitvoering van deze verordening onmiddellijk op te volgen.
Overtreding van de bepalingen van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.
Een ieder is verplicht om de door de in artikel 34 bedoelde toezichthouder gegeven aanwijzingen na te leven.