Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet inburgering 2009 |
Citeertitel | Verordening Wet inburgering 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | 2009/02 |
Deze verordening vervangt de verordening wet inburgering 2007
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-03-2009 | 23-12-2010 | nieuwe regeling | 05-03-2009 Posthoorn, 18-03-2009 | rv 27 2009 |
HOOFDSTUK 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening
HOOFDSTUK 4. De bestuurlijke boete
Artikel 8 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen
Het college legt de inburgeringsplichtige een bestuurlijke boete op ten bedrage van:
10% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van een maand, tot een maximum van € 250 per overtreding, indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen gehoor geeft aan de oproep van het college bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, tweede lid, van de wet;
30% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van eenmaand, tot een maximum van € 500 per overtreding, indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de bij verordening vastgestelde verplichtingen in het kader van deze voorziening, bedoeld in artikel 23, derde lid, van de wet;
30% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van een maand, tot een maximum van € 500 per overtreding, indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald;
30% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van twee maanden, tot een maximum van € 1000 per overtreding, indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.
Bij de vaststelling van het boetebedrag voor een inburgeringsplichtige zonder WWB-uitkering, geldt de netto bijstandsnorm die voor betrokkene geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn, zonder nadere vaststelling van de woonomstandigheden. Er wordt in alle gevallen uitgegaan van de norm voor zelfstandig wonenden.
Artikel 9 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding
Het college legt de inburgeringsplichtige een bestuurlijke boete op ten bedrage van:
20% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van een maand, tot een maximum van € 250 per overtreding, indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan de overtreding als bedoeld in artikel 8, lid 1a.
60% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van een maand, tot een maximum van € 500 per overtreding, indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan de overtreding als bedoeld in artikel 8, lid 1b.
60% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van een maand, tot een maximum van € 500 per overtreding, indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan de overtreding als bedoeld in artikel 8, lid 1c.
60% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van twee maanden, tot een maximum van € 1000 per overtreding, indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan de overtreding als bedoeld in artikel 8, lid 1d.
Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.