Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag (2009) |
Citeertitel | Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag (2009) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | 2009/01 |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2015 | art. 3, 18, 26, 30, 33, 37, 38, 39, 43, 44, 46, 51, 55, 57, 59, | 20-12-2012 Gemeenteblad 43, 2012 | rv 127, 2012 | |
15-03-2009 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 05-02-2009 Posthoorn, 25-02-2009 | rv 13 2009 |
Artikel 1 In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
Artikel 2 Algemene voorwaarden en beperkingen bij het verstrekken van voorzieningen
Een voorziening ter compensatie van beperkingen wordt slechts toegekend voorzover deze langdurig noodzakelijk is om beperkingen op het gebied van het voeren van een huishouden, het zich verplaatsen in en om de woning, het zich lokaal verplaatsen per vervoersmiddel en het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden, op te heffen of zoveel als redelijkerwijs mogelijk te verminderen.
Artikel 6 Behandeling van de aanvraag
Bij de behandeling van een aanvraag door het college komen, voor zover relevant, de volgende aspecten aan bod:
Artikel 8 Het indicatieonderzoek
Het doel van het indicatieonderzoek is het bepalen van het probleem in het functioneren waarbij een relatie wordt gelegd met de aantoonbare beperkingen die de aanvrager ondervindt bij het voeren van een huishouden, het zich in en om de woning verplaatsen, het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en het ontmoeten van medemensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het sociaal-maatschappelijk leven.
In de beschikking staat vermeld op welke wijze de gekozen voorzieningen bijdragen aan het opheffen of zoveel als redelijkerwijs mogelijk verminderen van de beperkingen die de cliënt als gevolg ziekte of gebrek, inclusief chronische psychische en psychosociale problemen, ondervindt, waardoor hij zoveel als mogelijk zelfredzaam is en in staat tot maatschappelijke participatie.
Artikel 13 Financiële tegemoetkoming
De financiële tegemoetkoming in de kosten van een voorziening kan worden uitgekeerd:
Artikel 14 Persoonsgebonden budget
De omvang van het persoonsgebonden budget wordt zo bepaald dat de aanvrager in staat is een voorziening in te kopen die gelijkwaardig is aan de in natura te verstrekken voorziening. Ter beoordeling aan het college wordt dat bedrag verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie. De eisen waaraan de voorziening moet voldoen worden vastgelegd in een programma van eisen.
§ 2.1 Het voeren van een huishouden: hulp bij het huishouden
Artikel 16 Recht op de voorziening hulp bij het huishouden
De persoon als bedoeld in artikel 1, aanhef, onder h. kan voor hulp bij het huishouden in aanmerking worden gebracht als hij door zijn beperkingen niet of onvoldoende in staat is tot het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het verzorgen van het huishouden van zichzelf of de leefeenheid waartoe de persoon behoort.
De mantelzorger die zijn taken tijdelijk niet kan waarnemen kan gedurende maximaal zes weken in aanmerking komen voor respijtzorg. De omvang wordt vastgesteld aan de hand van de geïndiceerde zorgbehoefte. Het college legt in de Regeling nadere voorschiften vast over de inhoud en omvang van respijtzorg.
In afwijking van het gestelde in artikel 16, eerste lid, komt een persoon met beperkingen niet in aanmerking voor hulp bij het huishouden als tot de gemeenschappelijke huishouding, waar deze persoon deel van uitmaakt, één of meer huisgenoten behoren, die in staat worden geacht het huishoudelijke werk te verrichten.
§ 2.2 Het voeren van een huishouden: het normale gebruik van de woning
Artikel 23 Soorten voorzieningen ten behoeve van het normale gebruik van de woning
De door het college, ter compensatie van aantoonbare beperkingen bij het normale gebruik van de woning, te verlenen voorziening kan bestaan uit:
Artikel 25 Programma van eisen
De eisen waaraan een woonvoorziening moet voldoen worden in een programma van eisen vastgelegd. Het programma van eisen is gebaseerd op het indicatieonderzoek, ergonomische advies en/of bouwkundig rapport.
Artikel 26 Aanvullende voorwaarden en beperkingen voor voorzieningen ten behoeve van het normale gebruik van de woning
Artikel 27 Kosten in verband met huurderving
In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, kan het college een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met verlies van huurinkomsten voor de duur van maximaal drie maanden na de datum van leegkomst.
Artikel 28 Kosten in verband met tijdelijke huisvesting
De maximale termijn waarvoor het college een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting, als bedoeld in het eerste lid, verleent, bedraagt zes maanden. Indien noodzakelijk kan deze periode van zes maanden met een naar het oordeel van het college redelijke termijn worden verlengd.
Artikel 29 Bouwkundige of woontechnische woonvoorziening
De woonvoorziening als genoemd in artikel 23 onder a. kan de volgende onderdelen omvatten:
Artikel 30 Nadere bepalingen over financiële tegemoetkomingen
Voor de kosten van onderhoud, keuring en reparatie kan een financiële tegemoetkoming worden verstrekt, mits deze kosten een in het kader van deze verordening, dan wel de Verordening voorzieningen gehandicapten 1994 verstrekte voorziening betreft en ten tijde van het onderhoud, de keuring of de reparatie de aanvrager de woonruimte als hoofdverblijf bewoont; dit artikel is mede van toepassing op de woning die logeerbaar is gemaakt in het kader van deze verordening.
Artikel 33 Aanvang werkzaamheden
Uitzondering op het genoemde in het vorige lid is wanneer de aanvrager kan aantonen dat het niet verantwoord was langer te wachten met het aanschaffen/realiseren van de benodigde woonvoorziening en deze voorziening past binnen het programma van eisen gebaseerd op het indicatie onderzoek, ergonomisch en/of bouwkundig advies.
§ 2.3 Het zich verplaatsen in en om de woning
Artikel 38 Soorten voorzieningen voor het zich verplaatsen in en om de woning
De door het college, ter compensatie van aantoonbare beperkingen bij het zich verplaatsen in en om de woning, te verlenen voorziening kan bestaan uit:
§ 2.4 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 42 Recht op een voorziening voor het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
De persoon als bedoeld in artikel 1, aanhef, onder h. kan voor een individuele vervoersvoorziening als vermeld in artikel 43 onder b. tot en met n. in aanmerking worden gebracht, indien hij door zijn beperkingen het collectief aanvullend vervoer als bedoeld in artikel 43 onder a. niet kan gebruiken.
In aanvulling op het gestelde in het tweede lid kan de voorziening als vermeld in artikel 43 onder f. slechts worden verstrekt in het geval een andere voorziening als genoemd in artikel 43 geen adequate oplossing biedt om de persoon met beperkingen in staat te stellen zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en maatschappelijke participatie in het kader van het leven van alledag anders onmogelijk is. Hetgeen is bepaald in artikel 2 blijft onverminderd van toepassing.
De voorziening als vermeld in artikel 43 kan worden verstrekt tot op het niveau dat de aantoonbare beperking bij het lokaal verplaatsen per vervoermiddel als gevolg van ziekte of gebrek, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem is opgeheven of zoveel als redelijkerwijs mogelijk verminderd. Hierbij geldt dat er rekening wordt gehouden met de lokale vervoersbehoefte van de persoon met beperkingen om hem in staat te stellen tot maatschappelijke participatie in het kader van het leven van alledag en, indien nodig, dat hij zich zodanig kan verplaatsen dat aansluiting kan worden gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoerssystemen.
Artikel 43 Voorzieningen voor het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
De door het college, ter compensatie van aantoonbare beperkingen bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, te verlenen voorziening kan bestaan uit:
Artikel 44 Vorm van verstrekking van een voorziening voor het lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Hoofdstuk 3 Overige bepalingen
Artikel 49 Verplichtingen bij verstrekking persoonsgebonden budget
Bij de verlening van een persoonsgebonden budget worden de aanvrager de volgende verplichtingen opgelegd:
Artikel 50 Verantwoording besteding persoongebonden budget
Voor de voorziening hulp bij het huishouden als genoemd in artikel 17 geldt dat de budgethouder op verzoek van het college een administratie moet kunnen overleggen waarin is opgenomen: naam, adres en woonplaats van de hulpverlener, het aantal gewerkte uren per maand en het uitbetaalde bedrag per maand.
Artikel 51 Gronden voor weigering van een persoonsgebonden budget
Het college kan de verlening van een persoonsgebonden budget weigeren indien:
de aanvrager zich in de periode van twee jaar voorafgaand aan het moment van aanvraag niet heeft gehouden aan bij de verstrekking van een eerder persoonsgebonden budget opgelegde verplichtingen. De weigering voor de duur van twee jaar kan verlengd worden tot de levensduur van de voorziening die aangeschaft had moeten worden met het persoonsgebonden budget;
De aanvraag voor een voorziening dient te worden ingediend bij het college. Bij aanvragen waarbij een relatie bestaat met de AWBZ zal voor de voorziening in het kader van deze verordening advies worden gevraagd aan het orgaan dat indicaties stelt ten behoeve van de AWBZ.
Het college is bevoegd, na verlening van een voorziening op grond van deze verordening, een heronderzoek uit te voeren ten einde vast te stellen of de omstandigheden die hebben geleid tot het verstrekken van een voorziening, gewijzigd zijn.
Artikel 54 Intrekking van een besluit
Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd. Door het college betaalde huur of onder andere titel betaalde middelen voor de voorziening in de periode tussen intrekking en daadwerkelijke beëindiging, kunnen op aanvrager worden verhaald.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Op grond van de Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2007 afgegeven beschikkingen blijven gedurende de looptijd onverminderd van kracht, tenzij er wijzigingen in de situatie van de belanghebbende optreden.
Het college kan de normbedragen voor voorzieningen die zijn genoemd in de Regeling verhogen of verlagen.