Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Noord-Holland

Uitvoeringsregeling Externe Veiligheid 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Noord-Holland
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling Externe Veiligheid 2012
CiteertitelUitvoeringsregeling Externe Veiligheid 2012
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2009, art. 1, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-201110-07-2013Artikel 3a, Artikel 13

22-11-2011

Provinciaal Blad, 2011, 159

2011-60983
30-08-201101-01-2015Nieuwe regeling

23-08-2011

Provinciaal Blad, 2011, 107

2011-42920

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling externe veiligheid2012

Gedeputeerde staten van Noord-Holland;

Overwegende dat het gelet op het Provinciaal Milieubeleidsplan 2009-2013 wenselijk is om de kwaliteit van de uitvoering van het beleid voor externe veiligheid te verbeteren door deskundigheidsbevordering en samenwerking;

Overwegende dat de provincies, gelet op de uitwerking van het Bestuursakkoord Rijk-Provincies 2008-2011, een regierol hebben in het bereiken van een stabiele beheersituatie rond externe veiligheid na 2014;

Overwegende dat de provincie Noord-Holland met het oog op het bereiken van dit einddoel een Provinciaal uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2011-2014 heeft opgesteld, waarbinnen zij samenwerkt met haar regionale partners;

Gelet op artikel 1, derde lid, van de Algemene Subsidieverordening Noord-Holland 2009;

Besluiten vast te stellen

Uitvoeringsregeling Externe veiligheid Noord-Holland 2012

1 Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    structurele taken op het gebied van externe veiligheid:

    • de uitvoering van structurele (wettelijke) taken op het gebied van externe veiligheid, bestaande uit de volgende onderdelen:

      • a.

        de borging van externe veiligheid in ruimtelijke ordening;

      • b.

        de borging van externe veiligheid in vergunningverlening en handhaving;

      • c.

        de uitvoering van wet-en regelgeving met betrekking tot het transport van gevaarlijke stoffen en de uitvoering van maatregelen om transportrisico’s te reduceren zoals routering van het vervoer;

      • d.

        de uitvoering van het groepsrisicobeleid en verantwoording van het groepsrisico;

      • e.

        de uitvoering van het Registratiebesluit externe veiligheid;

      • f.

        risicocommunicatie ten behoeve van burgers.

  • b.

    niet-structurele activiteiten op het gebied van externe veiligheid:

    • het formuleren en onderhouden van externe veiligheidsbeleid;

    • projectmatige activiteiten gericht op het inlopen van achterstanden met betrekking tot de wettelijke taken op het gebied van externe veiligheid;

    • projectmatige activiteiten gericht op het anticiperen op nieuwe wet-en -regelgeving op het gebied van externe veiligheid;

    • projectmatige activiteiten op gebied van externe veiligheid die niet wettelijk verplicht zijn, maar wel bijdragen aan het vergroten van de veiligheid.

  • c.

    organisatorische versterking en professionalisering op het gebied van externe veiligheid door:

    • structureel te voorzien in de personeelsformatie ten behoeve van de structurele uitvoering van de taken op het gebied van externe veiligheid;

    • verbetering en verankering van de samenwerking tussen de betrokken organisaties op het gebied van externe veiligheid;

    • versterking en verankering van kennis op het gebied van externe veiligheid.

  • d.

    programmacoördinatie:

    • de coördinatie van de uitvoering van structurele taken, niet-structurele activiteiten en organisatorische versterking en professionalisering op het gebied van externe veiligheid binnen de eigen overheidsorganisatie

    • de samenwerking of afstemming met (inter)regionale partners ten behoeve van de uitvoering van structurele taken, nietstructurele activiteiten en organisatorische versterking en professionalisering op het gebied van externe veiligheid.

Artikel 2

Subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.

    de veiligheidsregio Noord-Holland Noord;

  • b.

    de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland;

  • c.

    de Dienst Milieu en Bouwtoezicht namens de gemeente Amsterdam;

  • d.

    de regionale brandweer Amsterdam-Amstelland;

  • e.

    de gemeente Uithoorn namens het Samenwerkingsverband Amstelland en Meerlanden;

  • f.

    het gewest Gooi en Vechtstreek;

  • g.

    de regionale brandweer Gooi en Vechtstreek;

  • h.

    de veiligheidsregio Kennemerland;

  • i.

    de milieudienst IJmond;

  • j.

    de gemeente Haarlemmermeer;

  • k.

    de gemeente Haarlem.

Artikel 3

Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 3a

Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 4
  • 1. Een aanvraag voor subsidie is tijdig ingediend indien deze is ontvangen na 1 september en voor 1 november voorafgaand aan het jaar waarin de activiteit wordt uitgevoerd.

  • 2. Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien de aanvraag om subsidie buiten de in het eerste lid genoemde periode is ontvangen;

  • 3. Gedeputeerde staten beslissen binnen 3 weken na 1 november.

2 Regulier budget

Artikel 5

Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

  • a.

    uitvoering van structurele taken op het gebied van externe veiligheid;

  • b.

    niet-structurele activiteiten op het gebied van externe veiligheid;

  • c.

    organisatorische versterking en professionalisering op het gebied van externe veiligheid;

  • d.

    programmacoördinatie.

Artikel 6

Gedeputeerde staten stellen per begunstigde een subsidieplafond vast.

Artikel 7

De subsidie bedraagt 100% van de door ons noodzakelijk geachte kosten.

3 Budget gezamenlijke of bovenregionale projecten

Artikel 8

Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van gezamenlijke of bovenregionale projecten op het gebied van externe veiligheid.

Artikel 9

Gedeputeerde staten stellen een subsidieplafond vast.

Artikel 10

De subsidie bedraagt 100% van de door ons noodzakelijk geachte kosten tot maximaal € 30.000,-.

Artikel 11
  • 1. Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden gerangschikt op een prioriteitenlijst. De rangschikking wordt behaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      de mate waarin het beoogde projectresultaat bijdraagt aan jaarlijks door gedeputeerde staten vastgestelde speerpunten;

    • b.

      het aantal verschillende typen organisaties dat deelneemt aan het project;

    • c.

      het aantal regio’s waaruit de deelnemende partijen afkomstig zijn;

    • d.

      het aantal deelnemende partijen.

  • 2. Per criterium kan 0 tot en met 3 punten worden behaald.

  • 3. Het criterium genoemd in het eerste lid onder a heeft een wegingsfactor van 50, het criterium genoemd in het eerste lid onder b heeft een wegingsfactor 25, het criterium genoemd in het eerste lid onder c. heeft een wegingsfactor van 15 en het criterium genoemd in het eerste lid onder d. heeft een wegingsfactor van 10.

  • 4. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

  • 5. Indien meerdere aanvragen op hetzelfde aantal punten uitkomen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.

4 Slotbepalingen

Artikel 12

De subsidieontvanger is verplicht om de activiteit uit te voeren in het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

Artikel 13
  • 1. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend voor 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

  • 2. Gedeputeerde staten stellen een formulier vast voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

  • 3. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 14
  • 1. Deze regeling treedt inwerking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst;

  • 2. Deze regeling vervalt op 1 januari 2015.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling externe veiligheid 2012.

Ondertekening

Haarlem, 23 augustus 2011.

gedeputeerde staten van Noord-Holland,

J.W. Remkes, voorzitter.

T.Kampstra, wnd. provinciesecretaris.

Toelichting (artikelsgewijs)

Artikel 1

Lid a, onder 1°, onder a. (de borging van externe veiligheid in ruimtelijke ordening)

Met ‘borging van externe veiligheid in ruimtelijke ordening’ wordt niet het reguliere RO-proces, zoals het schrijven van ruimtelijke plannen, bedoeld, maar met name activiteiten die erop gericht zijn externe veiligheid een plek te geven binnen dit proces.

Voorbeelden van deze activiteiten zijn:

  • het maken van een procesbeschrijving voor het maken van ruimtelijke plannen, waarin beschreven wordt hoe externe veiligheid in dit proces is geborgd;

  • de advisering van de RO-medewerker door een EV-adviseur/-specialist;

  • een projectmatige activiteit waarbij bestaande bestemmingsplannen specifiek op het onderdeel externe veiligheid worden geactualiseerd (al zal deze activiteit waarschijnlijk onder ‘projectmatige activiteiten’ worden opgevoerd).

Lid a, onder 1°, onder b. (de borging van externe veiligheid in de vergunningverlening en hand-having)

Met ‘borging van externe veiligheid in de vergunningverlening en handhaving’ wordt niet het reguliere vergunningverlenings-en handhavingsproces bedoeld (inclusief alle andere (niet-EV-) aspecten die daarbij een rol spelen), maar activiteiten die erop gericht zijn externe veiligheid een plek te geven binnen deze processen. Voorbeelden van deze activiteiten zijn:

  • het maken van een procesbeschrijving voor vergunningverlening en handhaving, waarin beschreven wordt hoe externe veiligheid in deze processen is geborgd;

  • de advisering van de vergunningverlener of handhaver door een EV-adviseur/-specialist;

  • het schrijven van een complexe EV-considerans voor een Wm-/omgevingsvergunning;

  • een projectmatige activiteit waarbij bestaande vergunningen specifiek op het onderdeel externe veiligheid worden geactualiseerd (al kan deze activiteit ook onder ‘niet-structurele activiteiten’ worden opgevoerd).

Lid b, onder 1°. (het formuleren en onderhouden van externe veiligheidsbeleid)

Omdat het formuleren en onderhouden van externe veiligheidsbeleid geen wettelijke taak is en vaak op projectmatige wijze wordt uitgevoerd, wordt deze activiteit binnen deze regeling als niet-structurele activiteit beschouwd.

Lid b, onder 2°. (projectmatige activiteiten gericht op het inlopen van achterstanden met betrekking tot de wettelijke taken op het gebied van externe veiligheid)

Voorbeelden van deze activiteiten zijn (niet limitatief):

  • het oplossen van resterende saneringen: subsidiabel is alleen de voorbereiding van saneringen ingevolge de artikelen 17 en 18 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de formulering van een saneringsprogramma ingevolge artikel 19 van dat besluit;

  • activiteiten gericht op achterstanden op het gebied van risicocommunicatie;

  • activiteiten gericht op achterstanden op het gebied van het groepsrisico.

Lid b, onder 3°. (projectmatige activiteiten gericht op het anticiperen op nieuwe EV-wet-en -regelgeving)Voorbeelden van deze activiteiten zijn (niet limitatief):

  • oorbereiding van de implementatie van het Besluit transportroutes externe veiligheid;

  • voorbereiding van de implementatie van het Besluit externe veiligheid buisleidingen.

Lid b, onder 4°. (projectmatige activiteiten op EV-gebied die niet wettelijk verplicht zijn, maar wel bijdragen aan het vergroten van de veiligheid)

Voorbeelden van deze activiteiten zijn (niet limitatief):

  • activiteiten gericht op het vergroten van de veiligheid rondom inrichtingen die niet onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen vallen, zoals windturbines;

  • activiteiten gericht op het vergroten van de veiligheid rondom inrichtingen die zich onder de wettelijke drempelwaarden van het Besluit externe veiligheid inrichtingen bevinden.

Artikel 7

Kosten die in ieder geval door ons als noodzakelijk geacht worden zijn:

  • a.

    Loonkosten voor eigen personeel voor de activiteiten genoemd in artikel 5;

  • b.

    Materiële kosten die direct samenhangen met de uitvoering van deze activiteiten, zoals het laten uitvoeren van projectwerkzaamheden door een extern bureau, het laten uitvoeren van een kwantitatieve risicoanalyse (QRA), de aanschaf van EV-specifieke software, of de huur van accommodatie voor trainingen, informatiebijeenkomsten en dergelijke.

  • c.

    Kosten voor de inhuur van personeel voor de uitvoering van deze activiteiten, waarbij de kosten voor de inhuur van personeel voor de uitvoering van structurele taken op het gebied van externe veiligheid noodzakelijk worden geacht tot 25% van de totale subsidiabele kosten of maximaal 0,2 fte. Op dit laatste voorbehoud kan een uitzondering worden gemaakt als de inhuur van personeel het gevolg is geweest van onvoorziene omstandigheden, zoals ziekte of langdurige arbeidsongeschiktheid van eigen personeel.

Artikel 10

Kosten die in ieder geval door ons als noodzakelijk geacht worden zijn:

  • a.

    Loonkosten voor eigen personeel voor de uitvoering van gezamenlijke of bovenregionale projecten op het gebied van externe veiligheid.

  • b.

    Materiële kosten die direct samenhangen met de uitvoering van deze activiteiten, zoals het laten uitvoeren van projectwerkzaamheden door een extern bureau, het laten uitvoeren van een kwantitatieve risico-analyse (QRA), de aanschaf van EV-specifieke software, of de huur van accommodatie voor trainingen, informatiebijeenkomsten en dergelijke.

  • c.

    Kosten voor de inhuur van personeel voor de uitvoering van deze activiteiten.

Artikel 11

Eerste lid, onder b. (het aantal verschillende typen organisaties dat deelneemt aan het project)

  • b.

    met ‘typen organisaties’ wordt bedoeld: gemeente, gemeentelijk samenwerkingsverband/milieudienst, Veiligheidsregio/regionale brandweerorganisatie

Artikel 13

Tweede lid, onder a. (een inhoudelijk verslag over de uitgevoerde activiteiten)

Voor het inhoudelijke verslag kan gebruik worden gemaakt van een formulier aanvraag tot vaststelling. Het formulier aanvraag tot vaststelling wordt op de website van de provincie Noord-Holland geplaatst.

Tweede lid, onder b. (de provinciale Sisa-bijlage)De provinciale Sisa-bijlage voor externe veiligheid is een pilot die start in 2011. De provinciale Sisabijlage dient net als de Sisa-bijlage van het Rijk als bijlage bij de jaarrekening gevoegd te worden. Het format van de provinciale Sisa-bijlage wordt op de website van de provincie Noord-Holland geplaatst.