Organisatie | Hoogeveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsregeling gemeente Hoogeveen |
Citeertitel | Bezoldigingsregeling |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Personeel en organisatie |
De tussenzin in artikel 7 lid 1 "vastgesteld op basis van een formele personeelsbeoordeling" treedt in werking op 1 januari 2004.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2003 | 01-10-2003 | Nieuwe regeling | 25-11-2003 Nieuwsbrief nr. 33, 23-12-2003 | 20.466 |
Het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Hoogeveen,
gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;
gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;
gehoord de Commissie voor Georganiseerd Overleg;
vast te stellen de navolgende regeling:
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
het college, tenzij anders is bepaald via mandatering of delegatie
het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid, onder b van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;
het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder o van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;
de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid, onder a van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;
we kennen drie salarisniveaus, te weten: aanloopniveau, functieniveau en uitloopniveau
het hoogste bedrag van een salarisschaal;
de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid, onder c van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;
de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder b van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;
de vertaling van de resultaten van de functiewaardering naar de salarisschaal;
de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder k van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;
het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.
Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.
Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.
De salarissen van de ambtenaren, van wie het salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.
Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.
Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, vastgesteld op basis van een formele personeelsbeoordeling, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag. Als de personeelsbeoordeling niet heeft plaatsgevonden wordt automatisch een periodiek toegekend.
Salaris bij bevordering naar hogere schaal, of bij inpassing na functiewaardering
Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:
voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eerst hogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naast hogere bedrag in de oude schaal, dan wel het naast lagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.
Voor de indeling in een van de salarisniveaus gelden de volgende regels:
Het uitloopniveau is bestemd voor de ambtenaar, die blijkt geeft de organiek beschreven functie in alle opzichten goed en op zeer ervaren wijze te vervullen, een en ander vastgesteld op basis van een formele personeelsbeoordeling. Zeer ervaren vervulling van de functie duidt hierbij niet op de duur dat de functie wordt vervuld maar op de meerwaarde voor de organisatie. Het uitloopniveau kan worden toegekend tot en met schaal 11.
Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling worden toegekend.
Aan een groep ambtenaren die een uitstekende collectieve prestatie hebben geleverd, kan een groepsgratificatie worden toegekend.
Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking, vastgesteld op basis van een formele personeelsbeoordeling.
Aan de ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt en die naar het oordeel van het tot aanstellen bevoegd gezag blijk heeft gegeven van langdurige bijzondere uitoefening van de functie, kan een persoonlijke toelage worden toegekend als bedoeld in artikel 3:7:8 van de Uitwerkingsovereenkomst gemeente Hoogeveen.
De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie, waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend, wederom voor de duur van maximaal drie jaar.
In de nota beloningsdifferentiatie zijn nadere regels opgesteld omtrent de toepassing en de hoogte van instrumenten van flexibele beloning.
Bij het beëindigen van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in artikelen 12 tot en met 18 wordt geen afbouwregeling toegepast.
Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de Uitwerkingsovereenkomst gemeente Hoogeveen.
Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt tot en met schaal 11, wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst gemeente Hoogeveen.
De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:
met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over het eigen salaris per uur, tot ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris horende bij het maximum van niveau 6 van bijlage IIa van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.
Aan de ambtenaar die buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling ingevolge een schriftelijke aanwijzing van het bevoegd gezag zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.
De toelage, bedoeld in het vierde lid, wordt vastgesteld aan de hand van het bepaalde in het tweede en derde lid en de mate waarin de ambtenaar zich ingevolge een schriftelijke aanwijzing van het bevoegd gezag bereikbaar en beschikbaar moet houden (zie bijlage A.) De toelage wordt aangepast indien zich wijzigingen voordoen in de Berekeningsgrondslag daarvan.
Aan de ambtenaar, die een functie vervult, waaraan bezwarende omstandigheden van fysieke aard zijn verbonden welke in redelijkheid niet zijn te vermijden (inconveniënt), wordt een toelage toegekend volgens de door het bevoegd gezag vastgestelde inconveniëntenregeling. In deze regeling is nader bepaald welke arbeidsomstandigheden als zwaar, onaangenaam of gevaarlijk aangemerkt worden en in welke mate (inco-punten).
De ambtenaar, die door het bevoegd gezag is aangewezen als bedrijfshulpverlener (bhv-er) als bedoeld in artikel 22 van de Arbeidsomstandighedenwet en die naast zijn normale werkzaamheden de bedrijfshulpverleningstaken naar behoren heeft uitgevoerd, ontvangt jaarlijks een toelage zoals omschreven in de artikelen 3 en 4 in de Bedrijfshulpverleningsregeling Binnenlandse Zaken.
Aan de ambtenaar, die een hem toebehorende bromfiets of rijwiel in dienst van de gemeente gebruikt, kan daarvoor door het tot aanstellen bevoegd gezag een vergoeding worden toegekend. Voor de vaststelling van de hoogte van de vergoeding gelden de bedragen zoals deze zijn opgenomen in de Reisregeling Binnenland.
Aan de ambtenaar, die niet in de gelegenheid is om tijdens de lunchpauze naar huis te gaan of naar een kantine of ander onderkomen waar van gemeentewege koffie wordt verstrekt, kan aanspraak maken op een koffiegeldvergoeding.
Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in de artikelen 23, 24 en 25 een blijvende verlaging ondergaat, wordt door het bevoegd gezag een aflopende toelage toegekend, indien:
De aflopende toelage bedraagt gedurende drie delen van ieder een jaar respectievelijk 75%, 50% en 25% van de toelage die de ambtenaar gemiddeld per maand heeft genoten in de onmiddellijk aan de beëindiging voorafgaande periode van 26 weken.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 55 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage – als bedoeld in de artikelen 23, 24 en 25 – een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage – als bedoeld in de artikelen 23, 24 en 25 – direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende tenminste 20 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.
De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage – als bedoeld in de artikelen 23, 24 en 25 – heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.
Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het bevoegd gezag een bijzondere regeling.